Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
de rechtbank begrijpt [getuige 2]) in de auto zat en dat bij een rotonde een witte Seat rechts van hem reed en dat de inzittenden toeterden en gebaren maakten dat verdachte zijn raam naar beneden moest doen. Verdachte heeft het raam van zijn neef naar beneden gedaan en de bestuurder sprak onduidelijk, waardoor verdachte hem niet verstond. Verdachte besloot achter de man aan te rijden, omdat hij nieuwsgierig was wat de man wilde. Toen zij aankwamen op de parkeerplaats, stapten de inzittenden van de Seat uit en zij kwamen naar hem toe lopen. Verdachte deed de auto op slot, omdat hij niet wilde dat zijn neef erbij werd betrokken. De inzittenden van de andere auto scholden verdachte uit en kwamen op hem af. Verdachte wist niet waar zij over praatten en wat hun intenties waren. Verdachte kreeg eerst rustige klapjes en daarna werden de klappen harder. Op een gegeven moment was verdachte heel bang want hij was alleen omdat hij zijn neef er niet bij wilde betrekken. Op een gegeven moment heeft hij de man geslagen. Daarna werden de mannen nog bozer en is hij nogmaals geslagen. Op dezelfde locatie kwam vervolgens een auto met daarin vier mensen aangereden, die zijn uitgestapt en hebben hen uit elkaar gehaald. [10]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks18 mei 2024 te Arnhem
in/op/tegen het gezicht te slaan
en/of te stompen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 242,68 aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 5.242,68 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 61 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.