Op 6 februari 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechters mr. S.H. Keijzer, mr. M.J. Wasmann en mr. M.G.E. ter Hart. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden mr. J.B. Boone, mr. M. Hoevers, mr. W.F.J. Kramer en mr. R. Zilver, stelden dat de rechters vooringenomen waren in hun beslissingen, met name met betrekking tot de afwijzing van hun verzoek om volledige toegang tot het onderzoeksdossier Rossygnol. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van de verzoekers zorgvuldig overwogen. De rechters hebben aangegeven niet in de wraking te berusten en hebben om een wrakingsverbod verzocht in de zaken van de verzoekers. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat de motivering van de afwijzing van de onderzoekswensen niet zo onbegrijpelijk was dat deze als vooringenomen kon worden beschouwd. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en het verzoek om een wrakingsverbod toegewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.