ECLI:NL:RBGEL:2025:1317

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
C/05/441404 / HZ ZA 24-325
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot opzegging lidmaatschap vereniging niet vernietigbaar

In deze zaak vordert eiseres, een gewichthefster, de vernietiging van het besluit van de Dutch Masters Weightlifting Association (DMWA) tot opzegging van haar lidmaatschap. Eiseres is op 10 december 2022 lid geworden van DMWA, maar na een incident tijdens het Wereldkampioenschap Masters in Polen op 24 augustus 2023, waarbij zij een andere atleet beledigde, heeft DMWA haar de toegang tot internationale wedstrijden ontzegd. Vervolgens heeft DMWA op 26 oktober 2023 het lidmaatschap van eiseres opgezegd per 31 december 2023. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze opzegging, maar DMWA heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat eiseres ontvankelijk is in haar vorderingen, maar dat het besluit tot opzegging niet vernietigbaar is. De rechtbank stelt vast dat DMWA in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen, gezien de gedragingen van eiseres die in strijd waren met de gedragscode van de vereniging. De vorderingen van eiseres worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van DMWA, die in totaal € 2.094,00 bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/441404 / HZ ZA 24-325
Vonnis van 12 februari 2025
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. Z.M. Alaca,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
DUTCH MASTERS WEIGHTLIFTING ASSOCIATION,
te Apeldoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: DMWA,
advocaat: mr. R. van der Hoeff.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 november 2024
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 januari 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is gewichthefster. DMWA is een (onafhankelijke) vereniging die de belangen behartigt van atleten in het gewichtheffen van 35 jaar of ouder. Op 10 december 2022 is [eiseres] lid geworden van DMWA.
2.2.
Op 24 augustus 2023 heeft [eiseres] als lid van DMWA deelgenomen aan het Wereldkampioenschap Masters in Polen. Tijdens deze wedstrijd heeft een incident plaatsgevonden waarbij [eiseres] betrokken was. Op 27 augustus 2023 ontving DMWA vanuit de International Masters Weightlifting Association (IMWA) bericht dat een klacht was ingediend over het gedrag van [eiseres] . In deze klacht is onder meer geschreven dat [eiseres] een bij de organisatie van het WK Masters betrokken atleet heeft uitgemaakt voor “fascist”.
2.3.
Op 26 en 27 augustus 2023 heeft diverse mailcorrespondentie plaatsgevonden tussen [eiseres] en de IMWA betreffende het incident bij het WK Masters.
2.4.
Per e-mail van 29 augustus 2023 heeft DMWA aan [eiseres] te kennen gegeven dat zij de klacht vanuit de IMWA had ontvangen. Daarbij is [eiseres] gevraagd om haar kant van het verhaal toe te lichten.
2.5.
Bij besluit van 3 september 2023 heeft DMWA [eiseres] de toegang tot internationale wedstrijden ontzegd. Dit besluit is op 5 september 2023 aan [eiseres] kenbaar gemaakt. DMWA heeft vervolgens bij besluit van 26 oktober 2023 het lidmaatschap van [eiseres] opgezegd per 31 december 2023. [eiseres] heeft per e-mails van 22 november en 6 december 2023 bezwaar gemaakt tegen de opzegging van haar lidmaatschap. DMWA heeft dit bezwaar op 30 december 2023 ongegrond verklaard.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. het besluit te vernietigen van de DMWA van 26 oktober 2023 tot opzegging met ingang van 31 december 2023 van het lidmaatschap van [eiseres] ,
II. voor recht te verklaren dat DMWA toerekenbaar tekort is geschoten in de verplichtingen jegens [eiseres] , subsidiair onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld,
III. te verklaren voor recht dat DMWA als gevolg van haar onrechtmatig handelen gehouden is om de geleden en nog te lijden schade van [eiseres] volledig te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
IV. DMWA te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de veertiende dag na het vonnis,
V. DMWA te veroordelen in de nakosten ter hoogte van € 131,00 in het geval DMWA voldoet aan het vonnis zonder dat dit aan haar betekend hoeft te worden, te verhogen met € 68,00 in het geval van voldoening aan het vonnis na betekening daarvan.
3.2.
DMWA voert verweer. DMWA concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

[eiseres] is niet niet-ontvankelijk
4.1.
[eiseres] vordert vernietiging van het bestuursbesluit van DMWA van 26 oktober 2023 waarbij haar lidmaatschap per 31 december 2023 is opgezegd. Het meest verstrekkende verweer van DMWA is dat [eiseres] niet-ontvankelijk is in haar vordering. DMWA voert aan dat tegen het besluit tot opzegging van het lidmaatschap van [eiseres] beroep ingesteld had kunnen worden bij de ALV, hetgeen [eiseres] heeft nagelaten.
4.2.
De wet bepaalt bij opzegging van het lidmaatschap – anders dan bij ontzetting – niets omtrent een beroepsmogelijkheid voor het lid waarvan het lidmaatschap door de vereniging wordt opgezegd. Het is echter mogelijk om een dergelijke beroepsmogelijkheid statutair vast te leggen. In dit geval is in de statuten omtrent opzegging van het lidmaatschap het volgende bepaald:

[…]
3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende boekjaar door het bestuur worden gedaan: - wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand op een november niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging over het lopende boekjaar heeft voldaan; - wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld.
De opzeggingstermijn is ten minste vier weken.
Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
De opzegging kan evenwel onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
De opzegging geschiedt steeds schriftelijke met opgave van redenen.
[…]
4.3.
Uit deze statutaire bepaling volgt niet dat ingeval van opzegging een beroepsmogelijkheid bestaat voor het lid waarvan het lidmaatschap is opgezegd. Ook uit andere statutaire bepalingen blijkt dit niet. DMWA verwijst in dit kader naar de beroepsprocedure die op haar website onder het kopje “reglementen” staat vermeld. Hieraan is [eiseres] op grond van artikel 7 van de statuten gebonden, aldus DMWA. In dit reglement is slechts in algemene zin opgenomen dat het mogelijk is tegen besluiten van het bestuur schriftelijk bezwaar te maken en dat het mogelijk is om in intern beroep te gaan tegen de beslissing van het bestuur omtrent het bezwaar. Uit deze bepalingen volgt geenszins dat [eiseres] op straffe van niet-ontvankelijkheid een algemene ledenvergadering had moeten gelasten en vervolgens bij die algemene ledenvergadering beroep had moeten instellen. Het verweer van DMWA dat [eiseres] niet-ontvankelijk is slaagt derhalve niet.
Het opzeggingsbesluit is niet vernietigbaar
4.4.
Nu [eiseres] ontvankelijk is in haar vorderingen, moet het besluit van DMWA tot opzegging van het lidmaatschap van [eiseres] inhoudelijk worden beoordeeld. De rechtbank stelt bij de inhoudelijke beoordeling van de opzegging voorop dat in een lidmaatschapsverhouding als de onderhavige aan de betrokken vereniging, binnen de grenzen van wetsbepalingen als artikel 2:35 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en de statuten, bij het nemen van haar besluiten een vrijheid toekomt, die meebrengt dat maatregelen als de onderhavige — afgezien van strijd met wet of statuten — slechts jegens het betrokken lid ontoelaatbaar zijn, indien de vereniging in de gegeven omstandigheden, waaronder de door haar behartigde belangen, jegens het betrokken lid in redelijkheid niet tot een zodanige maatregel had kunnen komen (arrest van de Hoge Raad van 2 december 1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4702). Dit betekent dat het besluit van de Vereniging slechts geen stand kan houden, indien redelijk oordelende mensen niet tot een dergelijk besluit hadden kunnen komen.
4.5.
DMWA heeft in haar besluit van 26 oktober 2023 tot opzegging aangegeven dat [eiseres] is opgehouden te voldoen aan de vereisten die door de statuten, reglementen en gedragscode aan het lidmaatschap worden gesteld. Ter onderbouwing is in het besluit verwezen naar eerdere besluiten, te weten het besluit van 3 september 2023 waarbij [eiseres] de toegang tot internationale wedstrijden werd ontzegd en de beslissing van 27 september 2023 op het daartegen door [eiseres] ingediende bezwaar. Uit het besluit van 3 september 2023 blijkt dat dit is gebaseerd op de volgende feiten:
  • het incident tijdens het WK Masters in Polen en de klacht die DMWA als gevolg daarvan vanuit de IMWA heeft ontvangen;
  • de e-mails die vervolgens door [eiseres] zijn gestuurd aan onder andere de president van de IMWA.
DMWA heeft daarbij verwezen naar haar gedragscode, waarin – voor zover relevant – het volgende is bepaald:

Lid 1. Respecteert anderen.Je hebt respect voor iedereen. Voor de tegenstander(s), de officials, de toeschouwers en ieder ander. Let op je taalgebruik en hoe je je aan anderen presenteert. Geef iedereen het gevoel dat hij of zij zich vrij kan bewegen.
Lid 9. Bij deelname buitenlandse wedstrijden: vertegenwoordigt Nederland.Je bent lid van het Nederlands team en gedraagt je conform bovengenoemde regels. Als je klachten of vragen hebt, stuur je geen e-mails naar de Internationale Masters organisaties en/of benadert hen niet persoonlijk hierover. Je benadert hierover altijd de Chairwoman Masters die op het gehele toernooi aanwezig is. Je schaadt de reputatie en belangen van het Nederlandse Masters gewichtheffen in het algemeen en DMWA in het bijzonder niet.
4.6.
Anders dan [eiseres] stelt blijkt uit het besluit tot opzegging van het lidmaatschap niet dat daaraan ten grondslag is gelegd het feit dat het lidmaatschap van [eiseres] bij de Nederlandse Gewichthef Bond ( NGB ) in het verleden eveneens is opgezegd. DMWA verwijst in haar besluit voor de gronden naar de hierboven genoemde besluiten van 3 september en 27 september 2023. DMWA benoemt daarnaast dat het lidmaatschap van [eiseres] bij de NGB in het verleden om soortgelijke redenen is beëindigd. Daaruit blijkt niet dat het opzeggen van het lidmaatschap van [eiseres] door de NGB een reden voor opzegging is geweest voor DMWA. Evenmin blijkt uit het besluit van DMWA, noch uit enig ander stuk, dat DMWA is beïnvloed door de NGB bij het nemen van het opzeggingsbesluit. Waarom in het verleden het lidmaatschap van [eiseres] bij de NGB is opgezegd en of dit al dan niet terecht is geweest, is derhalve niet relevant bij de beoordeling van dit geschil. Daarvoor moet worden gekeken naar de hiervoor onder 4.5 genoemde gronden voor opzegging die DMWA aan haar besluit ten grondslag heeft gelegd.
4.7.
Vast staat dat [eiseres] tijdens het WK Masters in Polen iemand heeft uitgemaakt voor fascist. Hoewel [eiseres] tijdens de mondelinge behandeling haar kant van het verhaal heeft toegelicht – inhoudende dat zij werd aangevallen/agressief werd benaderd door deze persoon – neemt dat niet weg dat de uitlating door [eiseres] is gedaan. Hiermee heeft [eiseres] gehandeld in strijd met lid 1 van de gedragscode van DMWA.
4.8.
Tevens staat vast dat door [eiseres] rechtstreeks per e-mail is gecorrespondeerd met de Poolse gewichthef federatie en de voorzitter van de IMWA, mevrouw [naam 1] , over het incident bij het WK Masters. In de e-mail aan mevrouw [naam 1] impliceert [eiseres] dat het incident het gevolg is van een persoonlijke vete van mevrouw [naam 1] jegens [eiseres] . Door rechtstreeks per e-mail te corresponderen met de Poolse gewichthef federatie en de IMWA heeft [eiseres] gehandeld in strijd met lid 9 van de gedragscode van DMWA. Dat [eiseres] stelt deze e-mails op persoonlijke titel te hebben gestuurd, maakt het voorgaande niet anders. De e-mails hebben immers betrekking op een toernooi waaraan zij als lid van DMWA heeft deelgenomen. Lid 9 van de gedragscode ziet specifiek op die situatie.
4.9.
Op grond van artikel 7 van de statuten van DMWA zijn leden onder andere verplicht de statuten, reglementen en besluiten van DMWA na te leven en de belangen van DMWA niet te schaden. Gelet op het voorgaande heeft DMWA in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat [eiseres] niet (langer) aan de statuten en reglementen voldoet. Op grond van artikel 9 lid 3 van de statuten van DMWA en artikel 2:35 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek levert dat een grond voor opzegging van het lidmaatschap van de vereniging op. De door [eiseres] gevorderde vernietiging van het besluit tot opzegging van haar lidmaatschap zal daarom worden afgewezen.
DMWA heeft geen onrechtmatige daad of wanprestatie gepleegd
4.10.
Nu vaststaat dat DMWA in redelijkheid tot het besluit van 26 oktober 2023 tot opzegging van het lidmaatschap van [eiseres] heeft kunnen komen, leidt dit tot de conclusie dat DMWA door het nemen van dit besluit niet onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld. Evenmin heeft DMWA met dit besluit een wanprestatie jegens [eiseres] gepleegd. De door [eiseres] ter zake gevorderde verklaringen voor recht en verwijzing naar de schadestaat zullen derhalve worden afgewezen.
[eiseres] moet de proceskosten van DMWA betalen
4.11.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van DMWA worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.094,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.C. Boesberg en in het openbaar uitgesproken op
12 februari 2025.
RG/FB