[gedaagde in conv] vordert in reconventie dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] veroordeelt hem de volgende stukken/informatie te verstrekken:
a.
primairde definitieve aangiftes inkomstenbelasting met bijbehorende aanslagen vanaf 1996 tot en met het jaar van overlijden van erflater (2009), althans
subsidiairde laatste zeven definitieve aangiftes inkomstenbelasting en de bijbehorende aanslagen voorafgaand aan het overlijden van erflater;
b. de bijlagen/onderliggende stukken bij de aangifte erfbelasting 2010, zoals vermeld op de inventarisatielijst;
c. opgave van alle schenkingen en/of giften, in de ruimste zin des woords, die door erflater tijdens leven zijn gedaan;
d. in het kader van een opgave van alle schenkingen en/of giften die door erflater zijn gedaan, alle voorhanden zijnde stukken, zoals de taxatierapporten en nota’s van afrekeningen, omtrent de onroerendgoedtransacties van erflater naar [eiseres in conv 1] en/of [eiser in conv 2] ; het betreft de volgende transacties en in verband met een (achtergestelde) lening ontstaan uit verkoop van vee en inventaris:
verkoop van de onroerende goederen per mondelinge koopovereenkomst van 1 februari 1995 en gedocumenteerd per schriftelijke koopovereenkomst van 26 december 2001 betreffende twee percelen van respectievelijk
- 2 hectare 50 are en
- 3 hectare 83 are en 40 centiare
in economische eigendom verkocht aan [eiseres in conv 1] , alsmede zeven percelen grond van respectievelijk
- 12 hectare, 7 are en 30 centiare
- 91 are en 70 centiare
- 18 are en 50 centiare
- 6 are en 50 centiare
- 9 are en 80 centiare
- 4 hectare 6 are en 90 centiare
- 4 are en 45 centiare
in economische eigendom verkocht aan [eiser in conv 2] ;
verkoop van de boerderij, erf, tuin, waterpartij en aansluitende boomopstand, toegangsweg met tweezijdige bomenrij, gelegen aan de [adres 1] , uitmakende een gedeelte ter grootte van ongeveer 1 hectare en 25 are, van het perceel kadastraal bekend [kadastrale aanduiding 1] ;
verkoop van manege en paardenstallen met circa 1 ha ondergrond in december 1991 door [vader/erflater] (privé, economische eigendom alsmede [bedrijf 1] (juridische eigendom) aan [eiseres in conv 1] ;
verkoop van 12 hectare, 85 are en 20 centiare grond (uiterwaarden) in mei 1989 door [vader/erflater] aan [eiser in conv 2] ;
verkoop van circa 900 m² erf en opstallen gelegen naast manege met opstallen door [vader/erflater] aan [eiseres in conv 1] ;
aflossing en/of kwijtschelding van (later achtergestelde) lening, in 1976 ontstaan door overname van vee en landbouwinventaris ten name van [vader/erflater] aan [eiser in conv 2] , oorspronkelijk groot circa NLG 105.000,00, alsmede de rentebetalingen op deze lening door [eiser in conv 2] ;
e. alle voorhanden zijnde bankafschriften van alle bankproducten van erflater vanaf
primair1996 en
subsidiairin ieder geval zeven jaar vóór het overlijden van erflater. Dit gelet op de wettelijke bewaartermijn van de bank;
f. informatie en stukken met betrekking tot eventuele levensverzekeringen en polissen van erflater;
g. de gehele boekhouding van erflater, zoals door [naam 1] aan [eiseres in conv 1] verstrekt;
h. de namen van de notaris(sen) en de taxateur(s) die betrokken zijn geweest bij de onroerendgoedtransacties tussen erflater en [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] ;
II. [gedaagde in conv] machtigt op grond van artikel 3:299 BW om op kosten van de nalatenschap van erflater, althans op zijn kosten, namens [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] :
a. bij de belastingdienst op te vragen afschriften aangiften en aanslagen vanaf 1996 tot en met datum overlijden, althans over een periode zoals de rechtbank juist acht, alsmede de aangifte en aanslag erfbelasting inclusief bijlagen ter zake de nalatenschap van erflater;
b. bij de bank op te vragen bankafschriften van alle bankproducten van erflater vanaf 1996, althans vanaf zeven jaar voor overlijden tot en met datum overlijden, althans over een periode als de rechtbank juist acht;
c. bij de notaris(sen) en de taxateur(s) op te vragen taxatierapporten en nota’s van afrekening in het kader van de onroerendgoedtransacties van erflater naar eisers,
althans [gedaagde in conv] machtigt zoals de rechtbank juist acht;
III. de legitieme portie van [gedaagde in conv] in de nalatenschap van erflater vaststelt op een bedrag van € 304.071,50, althans op een door de rechtbank te bepalen bedrag, inclusief de daarover verschuldigde wettelijke rente
primairvanaf 3 januari 2011,
subsidiairvanaf ‘heden’ (de rechtbank begrijpt: de dag van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie), althans vanaf een door de rechtbank te bepalen datum, en de executeur en waar nodig [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] hoofdelijk veroordeelt de legitieme portie aan [gedaagde in conv] te betalen, waar nodig door middel van inkorting van schenkingen/giften, althans een veroordeling met gelijke strekking uitspreekt;
IV. voor recht verklaart dat tot de nalatenschap van erflaatster behoort de inboedel van de boerderij, bestaande uit een woning, opstallen, erf en ondergrond aan de [adres 1] , waarbij de inboedel bestaat uit onder andere (maar niet uitsluitend) een partij gezaagd eikenhout, Bentheimer stenen, een klok, een kloostertafel en een kluis;
V. [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] veroordeelt de onder IV genoemde inboedel, dan wel de door de rechtbank te bepalen inboedel, binnen drie maanden na datum van het vonnis, althans binnen een door de rechtbank te bepalen termijn, aan [gedaagde in conv] af te geven, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat zij in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen met een maximum van € 100.000,00, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, althans een veroordeling met gelijke strekking uitspreekt;
VI. het conservatoir beslag opheft, dan wel [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] veroordeelt tot opheffing van het gelegde beslag binnen 48 uur na betekening van het te wijzen vonnis, één en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel dat [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] in gebreke blijven aan de veroordeling te voldoen met een maximum van € 100.000,00, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag,
VII. [eiseres in conv 1] en [eiser in conv 2] [gedaagde in conv] veroordeelt in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.