1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 5 november 2024, door de wrakingskamer ontvangen op 8 november 2024,
- de schriftelijke reactie van de rechter van 19 november 2024,
- de oproepingsbrief van 21 november 2024, waarin onder meer is vermeld dat de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek zal plaatsvinden op 4 december 2024,
- de brief van verzoeker van 27 november 2024, door de wrakingskamer ontvangen op 3 december 2024, met de mededeling dat verzoeker is verhinderd op 4 december 2024 en de opgave van zijn verhinderdata van 1 december 2024 tot en met 10 januari 2025,
- de oproepingsbrief van 16 december 2024, waarin is vermeld dat de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek zal plaatsvinden op 13 januari 2025,
- het schriftelijk uitstelverzoek van verzoeker van 7 januari 2025, door de wrakingskamer ontvangen op 10 januari 2025,
- een telefonisch uitstelverzoek van verzoeker van 9 januari 2025,
- de mededeling namens de voorzitter van de wrakingskamer van 9 januari 2025 dat de mondelinge behandeling niet wordt uitgesteld,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de wrakingskamer, gehouden op 13 januari 2025 en de tijdens die mondelinge behandeling door verzoeker overgelegde stukken, te weten (i) zijn spreekaantekeningen met afschriften van twee daarin aangehaalde uitspraken, (ii) een medische verklaring van 11 mei 2023, (iii) een concept herstelverzoek proces-verbaal in de bodemzaak, (iv) een brief van 21 november 2024 van de Raad van Discipline, (v) een krantenartikel van 13 december 2024 en (vi) een (ongedateerd) document geschreven door verzoeker met de titel ‘Rechtsstaat fantastisch voor juristen, slecht voor burgers’,
- twee brieven van verzoeker, gedateerd op respectievelijk 22 en 23 januari 2025, door de wrakingskamer per e-mail ontvangen op 24 januari 2025, en
- een e-mail van verzoeker van 27 januari 2025, met daarin twee nieuwe versies van voormelde brieven van 22 en 23 januari 2025 en een afschrift van een uitspraak van 25 maart 2020 van de rechtbank Rotterdam waarin een wrakingsverzoek tegen de rechter is toegewezen.
De wrakingskamer heeft verder kennisgenomen van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in de bodemprocedure gehouden op 29 oktober 2024 en een medische verklaring van 21 februari 2024 van huisarts/straatdokter P.D. Brinkman.