ECLI:NL:RBGEL:2025:11301

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 december 2025
Publicatiedatum
22 december 2025
Zaaknummer
264831
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de TBS-maatregel na succesvolle behandeling en beoordeling van recidiverisico

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 19 december 2025 uitspraak gedaan over de beëindiging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de betrokkene, die in 2022 was veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en TBS met voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedragskundige behandeling met succes is afgerond, hoewel er een basisrisico blijft bestaan door de psychische stoornissen van de betrokkene. De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen behandeldoelen meer zijn en dat het resterende recidiverisico aanvaardbaar is, mede door de aanwezige beschermende factoren. Om de betrokkene voorlopig te ondersteunen en een vangnet te creëren, heeft de rechtbank besloten om de tenuitvoerlegging van een gedrag beïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel te bevelen, ondanks de afwijzing van de vordering tot verlenging van de TBS-maatregel. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van deskundigen en de reclassering in overweging genomen, die geen meerwaarde meer zagen in de verlenging van de TBS-maatregel. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen niet langer eist dat de TBS-maatregel wordt voortgezet, mits de beschermende factoren in stand blijven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/264831-20
Datum uitspraak: 19 december 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene]

geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
raadsman: mr. J. Boksem, advocaat in Leeuwarden.

Procedure

Betrokkene is op 7 juli 2022 bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met voorwaarden. Deze maatregel is ingegaan op 5 december 2022 en het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 6 december 2024.
Bij vordering van 17 oktober 2025 ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de reclassering van 3 oktober 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet te verlengen;
  • een afschrift van de voortgangsverslagen;
  • het advies van psycholoog G.M. Jansen van 18 augustus 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet te verlengen;
  • het reclasseringsrapport van 29 oktober 2025 inzake de tenuitvoerlegging van de GVM-maatregel.
Ter zitting van 5 december 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsman;
  • de deskundige G.M. Jansen, GZ-psycholoog;
  • de deskundige S. Wichers, reclasseringsmedewerker; en
  • de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk.
De zaak is gelijktijdig behandeld met de vordering tot tenuitvoerlegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex 6:6:23a van het Wetboek van Strafvordering.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting primair de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Daartoe is aangevoerd dat het recidiverisico nog steeds niet te verwaarlozen is. Subsidiair, in het geval van een afwijzing van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, is verzocht om de vordering tot tenuitvoerlegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel toe te wijzen.
De raadsman van betrokkene heeft gepleit voor beëindiging van de maatregel.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege feitelijke aanranding van de eerbaarheid en kinder- en dierenporno. Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit de rapporten en voorgaande rapportages blijkt dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis en een pedofiele stoornis. Het gaat om relatief onveranderbare stoornissen en die zijn dus nog altijd aanwezig.
Verloop van de maatregel
Betrokkene heeft de afgelopen jaren ambulante behandeling gehad die erop gericht was zicht leren krijgen op de aanleiding en instandhouding van de seksuele delicten en het verminderen van de risicofactoren. Concreet betekende dat voor betrokkene het vergroten van probleemoplossende vaardigheden, het herkennen van (negatieve) emoties en hier mee om leren gaan, uitbreiding van zijn sociale netwerk en versteviging van zijn sociaal/maatschappelijke situatie. Hierin lijkt volgens de deskundigen nu het maximale bereikt. Betrokkene ziet de risicofactoren, hij kent het signaleringsplan, past deze actief toe en weet wat hij moet doen om delictgerelateerd gedrag te voorkomen. Hij toont zich gemotiveerd om niet meer in herhaling te komen en is zich bewust van de consequenties als het wel gebeurt.
De individuele behandeling bij Tender en het FACT-team is afgebouwd vanwege het positieve verloop en is beëindigd, nu er geen behandeldoelen meer zijn en begeleiding geen meerwaarde meer heeft. Betrokkene is steeds goed in de samenwerking geweest, hij heeft zich open opgesteld en kan zich goed aan de voorwaarden houden. Er zijn de laatste jaren geen aanwijzingen dat hij veel bezig is met seks of dat hij zich richt op minderjarige meisjes.
Door de deskundigen wordt geen meerwaarde meer gezien in verlenging van de tbs-maatregel, omdat er geen forensisch relevante recidivebeperkende invulling aan kan worden gegeven. Geadviseerd wordt om de tbs-maatregel niet te verlengen.
Recidivegevaar
De reclassering en de psycholoog gaan er van uit dat het recidiverisico onder meer samenhangt met eenzaamheid en een gering sociaal netwerk. Betrokkene is er in de afgelopen tijd in geslaagd zijn sociale kring uit te breiden. Zijn netwerk bestaat nu uit zijn ouders, de COSA en de wandelclub. Het is belangrijk dat betrokkene met hen ook zijn spanningen en frustraties kan bespreken.
Desondanks is er bij betrokkene sprake van een hoog, grotendeels onveranderbaar, basisrisico. Het recidiverisico wordt als matig ingeschat. Om het risico op dit niveau te houden, is het van belang dat de beschermende factoren in stand blijven.
Conclusie
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat het in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht neergelegde gevaarscriterium, te weten dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, op betrokkene niet meer van toepassing is.
De rechtbank overweegt dat het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggebracht als de beschermende factoren in stand blijven. De rechtbank heeft daar vertrouwen in en heeft (bij afzonderlijke beslissing van heden) de vordering tot tenuitvoerlegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel toegewezen om betrokkene daarbij, voorlopig, te ondersteunen, voor zolang als dat nodig is. Met de daarin opgenomen voorwaarden blijft het recidiverisico op dit aanvaardbare niveau. Onder deze omstandigheden vereist de algemene veiligheid niet langer dat de tbs-maatregel wordt verlengd. De rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.

De beslissing

De rechtbank:
wijst af de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.D. Leen, voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en mr. Y. Rikken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 december 2025.