In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 december 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, [eiser], en zijn werkgever, Nexperia B.V. De werknemer was op non-actief gesteld en vorderde wedertewerkstelling. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op bijzondere omstandigheden aan de zijde van de werkgever, waaronder een ingrijpende reorganisatie en het ingrijpen van de Minister van Economische Zaken en de Ondernemingskamer. De werknemer had een belangrijke functie binnen het bedrijf en was nauw betrokken bij de beslissingen van de geschorste CEO, [betrokkene 4]. De kantonrechter oordeelde dat de non-actiefstelling gerechtvaardigd was gezien de crisis waarin Nexperia zich bevond en de rol van de werknemer in het beleid van de CEO. De kantonrechter concludeerde dat de belangen van de werkgever zwaarder wogen dan die van de werknemer, die op dat moment ook arbeidsongeschikt was. De vordering tot wedertewerkstelling werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.