Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, het college,
Samenvatting
.
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
daadwerkelijkaan eiseres moet worden betaald. Het gebruik van de woorden “na onderzoek” en “moet worden betaald” wijst er naar het oordeel van de rechtbank op dat het gaat om het bedrag waarop de subsidie definitief moet worden vastgesteld en dat uiteindelijk in de vaststellingsbeschikking wordt opgenomen en niet, zoals het college meent, op het bij wijze van voorschot/deelbetaling aan eiseres te betalen bedrag. Een voorschot betreft een voorlopig toegekend bedrag en geeft nu juist nog geen uitsluitsel over het bedrag waar de subsidie definitief op wordt vastgesteld/wat daadwerkelijk moet worden betaald. In de tekst van het artikellid en de Uitvoeringsregeling ziet de rechtbank geen aanknopingspunten voor een andere uitleg.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 9 april 2025;
- herroept het besluit van 27 september 2024, voor zover daarbij een extra verlaging ten bedrage van € 479.141,03 is toegepast;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt het college tot betaling van € 3.108 aan proceskosten aan eiseres;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 385 aan eiseres moet vergoeden.