Uitspraak
1.De inhoud van de tenlasteleggingen
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
[de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ]zei: “Moet ik je neersteken? Ik steek een mes in je ribben. Ik steek een mes in je keel. Ik zweer het, ik kom bij je terug, ik maak je dood.” Verdachte was verwilderd en boos en bleef schelden. [getuige 4] hoorde hem zeggen dat hij terugkwam en dat er dan doden zouden vallen. [11]
3.De bewezenverklaring
- het feit onder parketnummer 05-181642-24,
- het subsidiaire feit onder parketnummer 05-234522-24;
- de feiten 1, 2 en 3 onder parketnummer 05-024060-25;
of omstreeks2 juni 2024 in de gemeente [plaats]
en/of met zware mishandeling,
/of
of omstreeks21 juli 2024 te [plaats] ,
althans in Nederland,
en/of onoplettend en/of onachtzaam
rookontwikkeling constateerde en/of
/ofniet heeft gezorgd deze rookontwikkeling te doen stoppen,
/of een of
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand/uitgebrand,
in elk geval, dat er brand is ontstaan,
/ofalle goederen in en
/ofrondom die kamer en
/of
in elk geval gemeen gevaar voor goederen,ontstond.
of omstreeks22 januari 2025 te [plaats]
en/of met zware mishandeling,
/of“Moet ik je neersteken?” en
/of“Ik steek een mes in jouw keel” en
/of“Ik
/of“Ik maak je af”
of omstreeks22 januari 2025 te [plaats]
(s
)van GGZ [plaats] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,
(s
)van GGZ [plaats] dreigend de woorden toe te voegen “Ik heb hier mijn ISD maatregel voor over” en
/of“Ik zweer op mijn moeder dat ik jou dood maak” en
/of“Ik kom terug en dan zullen er doden vallen” en
/of“Ik maak jullie dood”
of omstreeks22 januari 2025 te [plaats]
één of meerdereramen en/of een kozijn en/of een stoel,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan GGZ [plaats]
, in elk geval aan een ander
(n
)heeft vernield, en/of beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 16-130164-21 en 16-042474-22)
- de op 9 september 2021 door de politierechter in Utrecht voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 100 uren (parketnummer 16-130164-21);
- de op 17 mei 2022 door de politierechter in Utrecht voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 30 dagen (parketnummer 16-042474-22).
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 3 onder parketnummer 05-024060-25 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij GGZ [plaats] van € 1.671,14 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij GGZ [plaats], een bedrag te betalen van € 1.671,14 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 26 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.