ECLI:NL:RBGEL:2025:10150

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 november 2025
Publicatiedatum
26 november 2025
Zaaknummer
11875792
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 november 2025 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen 24 Play Arnhem B.V. Het verzoek betreft de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet dat op 16 juli 2025 door 24 Play Arnhem is gegeven. [verzoeker], die sinds 1 november 2023 als vestigingsmanager bij 24 Play Arnhem werkzaam was, heeft op verschillende data zijn werktijden handmatig aangepast in het urenregistratiesysteem Dyflexis. Dit leidde tot een ontslag op staande voet, omdat de werkgever meende dat deze handelingen het vertrouwen in [verzoeker] ernstig hadden geschaad. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verzoeker] zijn verweer gepresenteerd, waarin hij stelde dat hij dacht dat het aanpassen van zijn uren geen probleem was. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat [verzoeker] als vestigingsmanager een voorbeeldfunctie had en zijn gedragingen niet te rechtvaardigen waren. Het verzoek om een verklaring voor recht dat het ontslag onrechtmatig was, is afgewezen. Ook de verzoeken om een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging zijn afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat de feiten en omstandigheden een dringende reden voor ontslag opleverden. De proceskosten zijn voor rekening van [verzoeker].

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: 11875792 \ HA VERZ 25-137
Beschikking van 28 november 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: N.J.W. Valk,
tegen

24 PLAY ARNHEM B.V.,

te Arnhem,
verwerende partij,
hierna te noemen: 24 Play Arnhem,
gemachtigde: mr. H.J. van Deventer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek- en verweerschrift
- aanvullende stukken van [verzoeker] van 30 oktober 2025
- de mondelinge behandeling van 31 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] , is sinds 1 november 2023 in dienst bij 24 Play Arnhem. De functie van [verzoeker] is vestigingsmanager met een loon van € 2.850,00 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
2.2.
De pauzes bij 24 Play Arnhem duren een half uur en worden niet doorbetaald.
2.3.
Op 7 mei 2025 is [verzoeker] om 11.23 uur vertrokken van het werk en heeft hij handmatig zijn kloktijden in het urenregistratiesysteem Dyflexis (hierna: Dyflexis) aangepast naar 14.00 uur.
2.4.
Op 7 juli 2025 is [verzoeker] om 14.36 uur vertrokken van het werk en heeft hij handmatig zijn kloktijden in Dyflexis aangepast naar 15.00 uur.
2.5.
Op 9 juli 2025 is [verzoeker] om 12.38 uur vertrokken van het werk en heeft hij handmatig zijn kloktijden in Dyflexis aangepast naar 14.00 uur.
2.6.
Op 11 juli 2025 is [verzoeker] op non-actief gesteld en uitgenodigd voor een gesprek op 15 juli 2025.
2.7.
Op 15 juli 2025 heeft [verzoeker] een e-mail gestuurd aan 24 Play Arnhem. Daarin staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“Het spijt mij zeer om te moeten mededelen dat ik ziek ben en niet in staat ben om een vergadering bij te wonen. (…) Daarnaast kunnen jullie op 7 en 9 juli in Dyflexis zien dat ik vroeg klaar was met werken en dit is geregistreerd. Ik heb ook bewijs dat ik mijn werk correct heb afgerond. Vergeet niet dat ik recht heb op pauze, daarom vertrok ik om 14:30, en met 30 minuten pauze is dat 15:00. Bovendien hangen er camera’s in het pand, dat kunnen jullie controleren. (…)”
2.8.
Op 16 juli 2025 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van diezelfde datum staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) Nadat er meldingen zijn binnengekomen bij ons over jouw afwezigheid op de vestiging waarvan jij vestigingsmanager bent, hebben wij nader onderzoek verricht hiernaar. Dit onderzoek heeft onder meer bestaan uit het bekijken van camerabeelden, een onderzoek in de systemen en het horen van getuigen. Hieruit is gebleken dat jij op 7 mei 2025 om 11.23 uur uit jouw vestiging weg bent gegaan en heb jij handmatig de kloktijden aangepast naar 14.00 uur. Op 7 juli 2025 ben jij om 14:36 uur weggegaan en heb jij handmatig jouw kloktijden aangepast naar 15.00 uur. Op 9 juli 2025 ben jij om 12.38 uur weggegaan uit de vestiging en heb jij jouw kloktijden handmatig aangepast naar 14.00 uur. (…)
Wij beschouwen bovenstaande feiten als een ernstige schending van het vertrouwen dat wij als werkgever in jou als vestigingsmanager moeten kunnen stellen. (…) Wij hebben dan ook geconcludeerd dat bovenstaande feiten en omstandigheden, ieder voor zich en in onderlinge samenhang bezien, één of meer dringende reden(en) opleveren in de zin van artikel 7:678 Burgerlijk Wetboek, waardoor wij tot onmiddellijke beëindiging van jouw arbeidsovereenkomst overgaan. (…)”
2.9.
[verzoeker] is bij brief van 4 augustus 2025 nogmaals op staande voet ontslagen. In de brief staat, voor zover van belang, het volgende:
“(…) Met deze brief ontslaan wij jou vandaag, op 4 augustus 2025, op staande voet. Aangezien jij al op 16 juli 2025 op staande voet bent ontslagen voor andere gedragingen en jouw arbeidsovereenkomst dientengevolge al per die datum is geëindigd, betreft het onderhavige ontslag op staande voet een voorwaardelijk ontslag op staande voet, namelijk voor het geval het eerdere ontslag op staande voet (dus van 16 juli 2025) geen stand zou houden.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat het op
16 juli 2025 en op 4 augustus 2025 door 24 Play Arnhem gegeven ontslag op staande voet onrechtmatig is gegeven, met veroordeling van 24 Play Arnhem tot betaling van een transitievergoeding van € 1.798,00 bruto, een billijke vergoeding van € 34.200,00 bruto, vermeerderd met vakantiegeld van € 2.736,00 bruto en een bedrag van € 2.850,00 bruto aan gefixeerde schadevergoeding, met veroordeling van 24 Play Arnhem in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker] legt aan zijn verzoek ten grondslag dat 24 Play Arnhem hem ten onrechte op 16 juli 2025, dan wel op 4 augustus 2025 op staande voet heeft ontslagen. [verzoeker] berust echter in de opzegging en maakt aanspraak op een billijke vergoeding, transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
3.3. 24
Play Arnhem voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen met, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten. Op de inhoud van het verweer zal hierna, waar nodig, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of aan [verzoeker] die heeft berust in het ontslag op staande voet een billijke vergoeding moet worden toegekend en of 24 Play Arnhem moet worden veroordeeld tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding.
4.2.
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet van 16 juli 2025 rechtsgeldig is. De kantonrechter legt hierna uit hoe tot dit oordeel is gekomen.
4.3.
Een ontslag op staande voet is alleen geldig als daarvoor een dringende reden is, dat wil zeggen dat sprake is van zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Ook moet onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren. Het gaat er daarbij om dat het voor de werknemer onmiddellijk duidelijk moet zijn welke eigenschappen of gedragingen voor de werkgever aanleiding zijn geweest voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. De werkgever moet de dringende reden bewijzen.
4.4. 24
Play Arnhem heeft aan het op 16 juli 2025 gegeven ontslag op staande voet ten grondslag gelegd dat [verzoeker] op drie verschillende data, te weten 7 mei 2025,
7 juli 2025 en 9 juli 2025, zijn werktijden handmatig heeft aangepast in Dyflexis, waardoor het leek alsof hij tot een later tijdstip had gewerkt dan daadwerkelijk het geval was. [verzoeker] heeft de gedragingen van het handmatig aanpassen van de werktijden erkend, maar geeft aan dat hij dit deed omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat dit geen probleem was. Hij stelt dat hij eerder vertrok omdat hij geen pauze had gehouden en dacht dat dat was toegestaan door zijn leidinggevende.
4.5.
De kantonrechter overweegt dat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat het verwijt van 24 Play Arnhem niet ligt in het feit dat [verzoeker] eerder van het werk is vertrokken, maar in het handmatig aanpassen van zijn werktijden in Dyflexis. De uitleg van [verzoeker] in zijn e-mail van 15 juli 2025 zou, los van het gegeven dat pauzes bij 24 Play Arnhem onbetaald zijn, mogelijk een verklaring kunnen zijn voor het feit dat hij op
7 juli 2025 een klein half uur eerder vertrok. Dit verklaart echter niet waarom hij op
7 mei 2025 en 9 juli 2025 anderhalf uur eerder is vertrokken. Pas tijdens de mondelinge behandeling bracht [verzoeker] een mogelijke verklaring naar voren, namelijk dat hij wellicht plastic voetballen had gehaald voor de vestiging bij de Action, dat hij misschien thuis had gewerkt of dat hij mogelijk in het ziekenhuis was vanwege zijn zoon.
4.6.
De kantonrechter overweegt dat, hoewel het op de weg van 24 Play Arnhem ligt om de dringende reden te bewijzen, het ook aan [verzoeker] is om een verklaring te geven voor het eerder vertrekken van het werk en het handmatig aanpassen van zijn uren. Zijn verweer dat hij dacht dat het geen probleem was om zijn uren aan te passen, kan in ieder geval niet worden gevolgd, aangezien hij – zeker in zijn positie als vestigingsmanager – had moeten beseffen dat dit tot gevolg heeft dat hij uren betaald krijgt zonder daarvoor te werken. Verder heeft [verzoeker] tijdens de mondelinge behandeling enkel mogelijke verklaringen aangedragen voor wat hij in de betreffende anderhalve uur zou hebben gedaan, zoals thuiswerken, naar de Action gaan, of zijn zoon in het ziekenhuis bezoeken, zonder hiervoor een concrete onderbouwing te geven. Bovendien blijft, zelfs als [verzoeker] daadwerkelijk naar het ziekenhuis was gegaan, onduidelijk waarom hij zijn uren handmatig in Dyflexis heeft aangepast naar een later tijdstip. Omdat [verzoeker] zijn verweer niet heeft onderbouwd, dient de kantonrechter uit te gaan van de juistheid van de stellingen van
24 Play Arnhem. De door 24 Play Arnhem gestelde gedragingen – namelijk het eerder vertrekken van het werk en het later uitklokken – moeten dan ook als vaststaand worden aangenomen.
4.7.
De vraag is vervolgens of deze vaststaande gedragingen kwalificeren als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Die vraag beantwoordt de kantonrechter bevestigend. Als vestigingsmanager had [verzoeker] een voorbeeldfunctie en werd van hem verwacht dat hij zich aan de regels hield. Door eerder van het werk te gaan en vervolgens zijn uren te manipuleren, heeft hij het vertrouwen van 24 Play Arnhem ernstig geschaad en een situatie gecreëerd waarin hij onterecht meer loon ontving dan waarvoor hij daadwerkelijk had gewerkt. Deze gedragingen zijn van zodanige aard dat van 24 Play Arnhem redelijkerwijs niet gevergd kan worden om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Het ontslag op staande voet is dan ook rechtsgeldig gegeven.
4.8.
De door [verzoeker] verzochte verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet van 16 juli 2025 onrechtmatig is dient dan ook te worden afgewezen. De verzochte verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet van 4 augustus 2025 onrechtmatig is deelt datzelfde lot, enerzijds omdat [verzoeker] geen belang meer heeft bij dit verzoek aangezien, zoals hiervoor is geoordeeld, het ontslag op 16 juli 2025 reeds rechtsgeldig is gegeven en anderzijds omdat het ontslag op staande voet op 4 augustus 2025 voorwaardelijk is gegeven, namelijk voor het geval het eerste ontslag niet rechtsgeldig zou zijn.
4.9.
Het verzoek om 24 Play Arnhem te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt ook afgewezen. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden die een dringende reden opleveren voor het ontslag op staande voet. Die feiten en omstandigheden brengen in dit geval ook mee dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [verzoeker] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Daarom is geen transitievergoeding verschuldigd. [1]
4.10.
Omdat geen sprake is van een onregelmatige opzegging, zal ook de verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging worden afgewezen.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat hij overwegend ongelijk krijgt en sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. De proceskosten aan de zijde van 24 Play Arnhem worden begroot op € 949,00 (€ 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten), plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst het verzoek af,
5.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoeker] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart deze beschikking ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. [2]
Deze beschikking is gegeven door mr. W. van der Boon en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2025.
26396 / 53854

Voetnoten

1.Artikel 7:673 lid 7, onder c, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.