ECLI:NL:RBGEL:2024:9658

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 december 2024
Publicatiedatum
14 januari 2025
Zaaknummer
C/05/443549 / FA RK 24-3707
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht dat huwelijk niet voor erkenning in aanmerking komt en ten onrechte is ingeschreven in BRP

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van de Officier van Justitie in het arrondissement Oost Gelderland. Het verzoek betreft de erkenning van een huwelijk tussen een vrouw, geboren in 1984 in Ivoorkust, en de heer [naam man 1], die in 2008 is overleden. De Officier van Justitie verzoekt de rechtbank om een verklaring voor recht dat dit huwelijk niet voor erkenning in aanmerking komt en ten onrechte is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw op jonge leeftijd, tussen haar 15e en 16e levensjaar, is getrouwd met de heer [naam man 1]. Volgens het burgerlijk wetboek van Ivoorkust is alleen een burgerlijk huwelijk rechtsgeldig, en aangezien de vrouw minderjarig was, komt dit huwelijk niet in aanmerking voor erkenning. Dit heeft gevolgen voor de erkenning van de kinderen van de vrouw door de heer [naam man 2], die hen heeft erkend na een uitspraak van de rechtbank in Ivoorkust. De rechtbank heeft geoordeeld dat het huwelijk van de vrouw met de heer [naam man 1] niet erkend kan worden, waardoor de inschrijving in de BRP onterecht is. De beslissing van de rechtbank is dat het huwelijk niet voor erkenning in aanmerking komt en dat de inschrijving in de BRP moet worden gecorrigeerd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/443549 / FA RK 24-3707
Datum uitspraak: 16 januari 2025
beschikking ex artikel 1: 26 BW
naar aanleiding van het verzoek van:
De Officier van Justitie in het arrondissement Oost Gelderland,
te Arnhem,
inzake het huwelijk van:
mevrouw
[naam vrouw], geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] , Ivoorkust, hierna te noemen de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
met
[naam man 1], geboren op onbekende datum in [geboorteplaats] , Ivoorkust, volgens verklaring onder eed overleden in 2008 te [geboorteplaats] , Ivoorkust.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- Het verzoekschrift met bijlagen van de Officier van Justitie in het arrondissement Oost Gelderland, ontvangen op 6 november 2024 met daarbij onder meer:
  • het verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] van 12 januari 2024;
  • het uittreksel uit de basisregistratie personen van de vrouw;
  • de drie uittreksels uit de basisregistratie personen van de kinderen van de vrouw;
  • de instemmingsverklaring van de vrouw;
  • de instemmingsverklaringen van de drie (vermoedelijk in de huwelijkse periode geboren) meerderjarige kinderen van de vrouw met daarbij gevoegd drie legitimatiebewijzen;
  • kopie legitimatiebewijs van de vrouw;
  • kopie legitimatiebewijs van de heer [naam man 2] ;
  • een aanvullend schrijven van 12 februari 2024 van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] , met hierbij onder meer:
o verklaring onder eed van 14 juli 2010 uit [plaats] ;
o verklaring onder eed van 13 maart 2014 uit [plaats] ;
o verklaring onder eed van 12 augustus 2014 uit [plaats] ;
 een aanvullend schrijven d.d. 11 april 2024 van de ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .

2.Feiten

2.1.
Uit de vrouw zijn de navolgende kinderen geboren:

[naam kind 1], geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] , Ivoorkust;

[naam kind 2], geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] , Ivoorkust;

[naam kind 3], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] , Ivoorkust;

[naam kind 4] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats].
2.2.
De vrouw en de kinderen hebben de Nederlandse nationaliteit en hun gewone verblijfplaats in [woonplaats] .
2.3.
De oudste drie kinderen zijn voor 2008, dus voor het overlijden van [naam man 1] , geboren. Deze kinderen zijn door een uitspraak van de rechtbank in Ivoorkust erkend door de heer [naam man 2] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De Officier van Justitie verzoekt de rechtbank een verklaring voor recht uit te spreken voor het niet erkennen van het huwelijk van de vrouw met de heer [naam man 1] . De reden hiervoor is dat de Officier van Justitie van mening is dat dit huwelijk niet voor erkenning in aanmerking had mogen komen en daarom ten onrechte is opgenomen in de basisregistratie personen.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het huwelijk van de vrouw en de heer [naam man 1] in Nederland had mogen worden erkend. Dit is van belang, omdat de drie oudste kinderen (inmiddels) door de heer [naam man 2] zijn erkend. Deze erkenning kan in Nederland echter niet geformaliseerd worden omdat het in de basisregistratie vermelde huwelijk van de vrouw en de heer [naam man 1] daaraan in de weg staat. Formeel zouden de kinderen namelijk uit dat huwelijk geboren zijn en de heer [naam man 1] als hun vader hebben. Gelet op de rechtskracht van de uitspraak (jugement supplétif) van de rechtbank in Ivoorkust behoort dit te worden gecorrigeerd. Dat kan als wordt vastgesteld dat het huwelijk van de vrouw en de heer [naam man 1] niet voor erkenning vatbaar is.
4.2.
Uit de stukken is gebleken dat de vrouw tussen haar 15e en 16e levensjaar is getrouwd met de heer [naam man 1] , die overleden zou zijn in het jaar 2008.
4.3.
Het is verder voldoende gebleken dat volgens het burgerlijk wetboek van Ivoorkust alleen een burgerlijk huwelijk rechtsgeldig is. Zo’n huwelijk komt niet tot stand indien de betrokkene minderjarig is. Bij het eerste gehoor bij de IND is gebleken dat het niet een burgerlijk huwelijk, maar een traditioneel huwelijk is geweest. De vrouw is immers nog tijdens haar minderjarigheid gehuwd. Op grond van artikel 10:32 sub c BW komt dit huwelijk niet in aanmerking voor erkenning.
4.4.
De Officier van Justitie heeft op grond van artikel 1:26 BW belang bij de verklaring voor recht dat het huwelijk van de vrouw met [naam man 1] in Nederland niet erkend wordt. Daarmee komt vast te staan dat dit huwelijk ten onrechte is opgenomen in de basisregistratie personen, wat op dit moment in de weg staat aan registratie van de erkenning van de kinderen van de vrouw door de heer [naam man 2] . De rechtbank in Ivoorkust heeft ingestemd heeft met de erkenning van de kinderen. De IND heeft de betreffende stukken als betrouwbaar beoordeeld. Na toewijzing van het verzoek zullen de persoonsgegevens van de kinderen worden gewijzigd door de registratie in de BRP van de geboorteaktes en de rechterlijke uitspraak in Ivoorkust dat zij zijn erkend door de heer [naam man 2] .
4.5.
Al het voorgaande is reden om het verzoek van de Officier van Justitie toe te wijzen.
De beslissing
De rechtbank:
4.6.
Verklaart voor recht dat het huwelijk tussen mevrouw [naam vrouw] , geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] , Ivoorkust, en [naam man 1] , geboren op onbekende datum te [geboorteplaats] , Ivoorkust, en overleden in 2008, niet voor erkenning in aanmerking komt en ten onrechte is ingeschreven in het BRP van de gemeente [plaats] .
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.S. Sweerman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2025.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.