ECLI:NL:RBGEL:2024:9634

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
05/192890-24 + 84-092706-22 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzettelijk teweegbrengen van een explosie met gemeen gevaar voor goederen en het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 22 oktober 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 12 juni 2024 in zijn woning in [plaats] een explosie heeft veroorzaakt. De verdachte voerde een experiment uit om buskruit te maken, waarbij hij gevaarlijke chemische stoffen in een draaiende wasmachine mengde. Dit leidde tot een explosie die aanzienlijke schade aan de woning en de inventaris veroorzaakte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk een ontploffing teweegbracht, waardoor gemeen gevaar voor goederen ontstond. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en psychodiagnostisch onderzoek. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, Stichting Wonion, niet-ontvankelijk verklaard, en werden de chemische producten verbeurd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich binnen de proeftijd niet schuldig mocht maken aan nieuwe strafbare feiten en dat hij zijn medewerking moest verlenen aan het reclasseringstoezicht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/192890-24 + 84-092706-22 (tul)
Datum uitspraak : 22 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
voorheen wonende aan de [adres] te [woonplaats]
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. W.K. Cheng, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 oktober 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht
in/aan (een badkamer en/of een of meerdere ruimtes en/of kamer(s) van
een) woning/pand aan de [adres] , door buskruit, althans een
explosief materiaal, in elk geval enig vuurwerk/explosief, in aanraking te
brengen met vuur en/of aan te steken en/of alwaar dat
vuurwerk/explosief tot ontploffing is gekomen/gebracht,
ten gevolge waarvan de woning en/of de inventaris en/of een badkamer
en/of een of meerdere deur(en) en/of ruit(en) en/of tegel(s) en/of
kozijn(en) en/of (overige) het pand aanwezige goederen en/of ruimte(s)
en/of voertuig(en) in de nabije omgeving is/zijn ontploft en/of
beschadigd en/of vernield en/of vernietigd en daardoor
- levensgevaar en/of gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander, te
weten (overige) aanwezige(n) in die woning en/of in/nabij de
aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval levensgevaar
en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was
en/of;
- daarvan gemeen gevaar voor die woning en/of de inventaris en/of een
badkamer en/of een of meerdere deur(en) en/of ruit(en) en/of tegel(s)
en/of kozijn(en) en/of (overige) het pand aanwezige goederen en/of
ruimte(s) en/of voertuig(en) in de nabije omgeving, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland, grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig
en/of onoplettend en/of onachtzaam op/aan/in een pand aan de
[adres] , buskruit, althans een explosief materiaal, in elk geval enig
vuurwerk/explosief in aanraking heeft gebracht met vuur en/of heeft
aangestoken, ten gevolge waarvan het aan zijn schuld te wijten is
geweest, dat de woning en/of de inventaris en/of een badkamer en/of
een of meerdere deur(en) en/of ruit(en) en/of tegel(s) en/of kozijn(en)
en/of (overige) het pand aanwezige goederen en/of ruimte(s) en/of
voertuig(en) in de nabije omgeving is/zijn ontploft en/of beschadigd
en/of vernield en/of vernietigd, in elk geval dat er een
ontploffing/explosie is ontstaan, en daardoor
- levensgevaar en/of gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander, te
weten (overige) aanwezige(n) in die woning en/of in/nabij de
aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval levensgevaar
en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was
en/of;
- daarvan gemeen gevaar voor die woning en/of de inventaris en/of een
badkamer en/of een of meerdere deur(en) en/of ruit(en) en/of tegel(s)
en/of kozijn(en) en/of (overige) het pand aanwezige goederen en/of
ruimte(s) en/of voertuig(en) in de nabije omgeving, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
2.
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland, al dan niet opzettelijk,
een vuurwerkartikel van/gelijkend op het type ‘flash banger’ en/of
‘ground maroon’, in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk
en/of pyrotechnische artikelen, bestemd voor particulier gebruik,
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft
opgeslagen en/of heeft vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad en/of
aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft op 12 juni 2024 in de badkamer van zijn woning aan de [adres] in [plaats] , gemeente [gemeente] , een experiment uitgevoerd. Hij wilde buskruit maken en heeft zwavel, kalium, houtskool en glazen knikkers in een ton in een kussensloop in de wasmachine gedaan. Het geheel heeft verdachte in de wasmachine laten draaien, zodat het kon mengen. De badkamerdeur heeft hij op slot gedaan met een munt van vijf eurocent. [2] De wasmachine is geëxplodeerd/ontploft. Ten gevolge hiervan raakten de stortbak, de toiletpot, de toiletbril en de wateraansluiting onherstelbaar beschadigd. Het tegelwerk van de badkamer was gebroken en gescheurd. Daarnaast was het ruitje van het bovenlichtje, dat in de voorgevel zat, er volledig uit geblazen. Ook zijn de deur en het kozijn van de badkamer beschadigd geraakt, evenals de deur naar de zolder. [3] Glasscherven van de badkamer lagen op de parkeerplaats voor de woning en op een daar geparkeerde auto. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen, met uitzondering van het levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het primair tenlastegelegde feit. Hij heeft daartoe, kort gezegd, aangevoerd dat geen sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het teweegbrengen van een explosie/ontploffing.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft aangegeven dat hij door het mengen van zwavel, kalium en houtskool buskruit wilde maken. Bij de doorzoeking van de woning van verdachte zijn deze ingrediënten en het recept voor buskruit aangetroffen. Het mengen van de ingrediënten in de op het recept aangegeven verhouding is gevaarlijk. Buskruit is een zeer explosief mengsel. Alleen wrijvingswarmte is al voldoende om de gecombineerde stof tot ontploffing te laten komen. Ook statische elektriciteit, veroorzaakt door elektrische apparaten, of statische kleding, is voldoende om een explosie te veroorzaken. [5]
Het mengen van de ingrediënten tot het zeer explosieve mengsel buskruit in een draaiende wasmachine (een elektrisch apparaat) is een gedraging die naar algemene ervaringsregels de aanmerkelijke kans in het leven roept dat een ontploffing wordt veroorzaakt, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten is. Dit gevaar heeft zich in onderhavig geval ook verwezenlijkt. Immers, de wasmachine is geëxplodeerd, de badkamer inventaris is beschadigd, tegelwerk is gebroken en gescheurd, een ruit is vernield en verschillende deuren, en een kozijn zijn beschadigd geraakt.
Verdachte was zich ook bewust van deze aanmerkelijke kans. Hij heeft namelijk verklaard dat hij, nadat hij de wasmachine heeft aangezet, van buitenaf de badkamer op slot heeft gedaan met een muntstuk. Kennelijk om zijn eigen veiligheid en die van anderen te garanderen. Door desondanks de ingrediënten in de draaiende wasmachine te laten mengen heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat een ontploffing zou ontstaan, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten was. Hiermee is bewezen dat sprake is van voorwaardelijk opzet.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk teweegbrengen van een explosie, waardoor gemeen gevaar voor goederen te duchten was.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is geweest van levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. Zij zal verdachte daarom ten aanzien van dit onderdeel vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat geen sprake is geweest van opzet op het bezit van een gevaarlijk explosief. Verdachte wist niet precies wat het voorwerp was en hij handelde zonder criminele intentie.
Beoordeling door de rechtbank
Op 12 juni 2024 treffen verbalisanten in de woning van verdachte in [plaats] , gemeente [gemeente] , een voorwerp aan, dat zij niet herkenden als consumentenvuurwerk. Het oogde als een zelf gefabriceerd voorwerp. Het werd aangemerkt als een Improvised Explosive Device (IED). Na onderzoek van het IED bleek dat de hoofdlading bestond uit 635 gram explosief materiaal. Daarvan is een monster van 15 gram genomen en verstuurd naar het NFI. [6]
Door het NFI is onderzoek verricht aan het monster. Hieruit is naar voren gekomen dat de constructie, die is aangetroffen in de woning in [plaats] op 12 juni 2024, is te typeren als een ‘pyrotechnisch artikel’. De opbouw, explosieve lading en de te verwachten werking van de constructie passen het best bij de omschrijvingen van de vuurwerkartikelen van het type ‘flash banger’ en/of van het type ‘ground maroon’. Zowel de ‘flash banger’ als ‘ground maroon’ betreft professioneel vuurwerk. Op de constructie zijn geen aanduidingen en dus ook geen categorie-indeling aangetroffen. De constructie, die is aangetroffen in de woning in [plaats] op 12 juni 2024, is op basis van artikel 1.2.2 lid 8 onder b van het Vuurwerkbesluit daarom aan te wijzen als ‘professioneel vuurwerk. [7]
Verdachte heeft verklaard dat het bij hem aangetroffen voorwerp een vuurwerkartikel is, dat was bedoeld om af te steken voor iemand die overleden was. Het artikel heeft drie dagen bij verdachte thuis gestaan. [8]
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte professioneel vuurwerk in zijn huis bewaarde. Verdachte heeft hierover verklaard dat het bestemd was om in de lucht te gaan bij een show, ter ere van een overleden persoon. Het was dus bestemd voor particulier gebruik. Nu op het vuurwerkartikel geen aanduidingen staan dat het (gekeurd) consumentenvuurwerk betreft, moet voor verdachte duidelijk zijn geweest dat dit professioneel vuurwerk betrof. Daarnaast blijkt hieruit dat het vuurwerk bestemd was voor particulier gebruik.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder de feiten 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
primair
hij op
of omstreeks12 juni 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland,opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht
in
/aan(een badkamer
en/of een of meerdere ruimtes en/of kamer(s)van
een) woning
/pandaan de [adres] , door buskruit, althansI een
explosief materiaal
, in elk geval enig vuurwerk/explosief, in aanraking te
brengen met vuur en/of aan te steken en/of alwaar dat
vuurwerk/explosieftot ontploffing
te laten komenis gekomen/gebracht,
ten gevolge waarvan
de woning en/ofde inventaris
vanen/ofeen badkamer
en
/of een ofmeerdere deur
(en
)en
/ofeenruit
(en)en
/oftegel
(s
)en
/ofeen
kozijn
(en) en/of (overige) het pand aanwezige goederen en/of ruimte(s)
en/of voertuig(en) in de nabije omgeving is/zijn
ontploft en/of
beschadigd en/of vernield en/of vernietigd en
en daardoor
- levensgevaar en/of gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander, te
weten (overige) aanwezige(n) in die woning en/of in/nabij de
aangrenzende/omliggende panden/percelen, in elk geval levensgevaar
en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was
en/of;
- daarvan gemeen gevaar voor die woning en
/ofde inventaris en
/ofeen
badkamer en
/of een ofmeerdere deur(en) en
/ofruit(en) en
/oftegel(s)
en
/ofkozijn(en) en
/of(overige)
inhet pand aanwezige goederen en
/of
ruimte(s) en
/ofvoertuig(en) in de nabije omgeving
, in elk geval gemeen
gevaar voor goederen,te duchten was;
2.
hij op
of omstreeks12 juni 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
althans in Nederland, al dan nietopzettelijk,
een vuurwerkartikel
van/gelijkend op het type ‘flash banger’ en
/of
‘ground maroon’, in elk geval een hoeveelheid professioneel vuurwerk
en
/ofpyrotechnische artikelen, bestemd voor particulier gebruik,
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft
opgeslagen en/of heeft vervaardigd en/ofvoorhanden heeft gehad
en/of
aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
Ten aanzien van feit 2:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijke deel van de straf dienen de bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld, zoals door de reclassering geadviseerd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de reeds langdurige voorlopige hechtenis en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft in zijn badkamer een experiment uitgevoerd. Hij wilde buskruit maken en heeft daarbij een explosie/ontploffing veroorzaakt. Hierdoor is de wasmachine geëxplodeerd, de inventaris van de badkamer beschadigd, het tegelwerk van de badkamer gebroken en gescheurd. Daarnaast is een ruit in de voorgevel er volledig uitgeblazen. Ook zijn de deur en het kozijn van de badkamer beschadigd geraakt, evenals de deur naar de zolder. Meerdere buurtbewoners zijn opgeschrikt door de harde knal van de exploderende wasmachine. Dit moet erg angstig zijn geweest voor buurtbewoners, met name ook voor de in de op dat moment in de woning van verdachte aanwezige buurvrouw. Daarnaast heeft verdachte opzettelijk professioneel vuurwerk voorhanden gehad. Het is zorgelijk dat verdachte deze feiten heeft gepleegd, terwijl hij nog in een proeftijd liep van een eerdere vuurwerkgerelateerde veroordeling. Die veroordeling heeft verdachte er kennelijk niet van weerhouden zich schuldig te maken aan de onderhavige feiten.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zelf is gaan experimenteren met explosieve stoffen in zijn tussenwoning te midden van een woonwijk en hier professioneel vuurwerk bewaarde. Tegelijkertijd heeft verdachte tijdens de verhoren en op zitting openheid gegeven over zijn handelen. De rechtbank weegt dit laatste in positieve zin mee.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat verdachte zich eerder heeft schuldig gemaakt aan overtreding van het Vuurwerkbesluit, zoals bovengenoemd.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsrapport van 24 september 2024. Hieruit volgt dat sprake is van een beginnend delictpatroon op het gebied van het overtreden van het Vuurwerkbesluit en brandstichting. Hierin wordt een verhoogd recidiverisico gezien. Verdachte is op meerdere vlakken psychisch kwetsbaar te noemen. Hij heeft ADHD en is in het verleden psychotisch geweest. Verdachte is bekend met depressieve en suïcidale gevoelens en laat met tijden destructief gedrag zien. De hulpverlening uit het verleden zag aanwijzingen voor borderline. De reclassering herkent zich in dat beeld. Ook op andere vlakken spelen er problemen. Er is sprake van middelengebruik om psychische problemen te dempen. Daarnaast is verdachte zijn woning inmiddels kwijtgeraakt, heeft hij geen zinvolle dagbesteding en heeft hij door zijn leven heen vaak problemen op het gebied van relaties. Het gemiddelde risico op recidive en de aanwezigheid van diverse criminogene factoren en problemen op meerdere leefgebieden maken dat de reclassering toezicht met voorwaarden wenselijk acht. Dat eerdere hulpverlening binnen een vrijwillig kader niet van de grond kwam, bevestigt dat de bijzondere voorwaarden geïndiceerd zijn, gezien het grote afbreukrisico. De reclassering adviseert daarom een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 12 maanden passend en geboden is, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, en zij zal deze dan ook aan verdachte opleggen. Dit voorwaardelijk deel dient als zogenoemde ‘stok achter de deur’ om zoveel als mogelijk te waarborgen dat verdachte niet opnieuw strafbare feiten zal plegen. Zij acht de geadviseerde bijzondere voorwaarden passend om de kans op recidive in te perken en zal deze aan het voorwaardelijk deel van de straf verbinden.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij Stichting Wonion heeft in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 19.182,62 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, nu uit de door de raadsman gedeelde mailwisseling blijkt dat de afhandeling van de verrichte schade is afgerond.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, omdat de vordering is achterhaald gelet op de op voorhand overlegde correspondentie met Stichting Wonion en de eindafrekening.
Overweging van de rechtbank
Het is de rechtbank, gelet op de door de raadsman gedeelde correspondentie met Stichting Wonion, onvoldoende duidelijk of er (nog) sprake is van materiële schade, die rechtstreeks is toegebracht door het feit en zo ja, hoeveel schade er in dat geval zou zijn. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.

9.De beoordeling van het beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat al het vuurwerk dient te worden onttrokken aan het verkeer. Ten aanzien van de chemische producten heeft ze verzocht deze verbeurd te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het siervuurwerk teruggegeven dient te worden aan verdachte, nu dit legaal vuurwerk betreft dat is overgebleven van oud en nieuw. Voor het overige refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
De chemische producten
De rechtbank zal de chemische producten met betrekking tot welke feit 1 is begaan verbeurd verklaren.
De katapult en het (nagebootste) wapen
De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen katapult en het
(nabootsing van een vuur-)wapen worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het vuurwerk (vuurpijlen, nitraten, wondertol en crackling wonders, weco stormy flash, fakkel/torch yellow en orcs fonteinen)
Onder verdachte is een aantal vuurwerkartikel in beslag genomen. Onduidelijk is om welk soort vuurwerk het gaat. In het dossier zijn enkel namen opgenomen, geen categorisering of beschrijving.
De rechtbank zal de teruggave van het vuurwerk aan verdachte gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen lijkt te verzetten. Het is de rechtbank op grond van het dossier niet gebleken dat het ongecontroleerde bezit van deze goederen in strijd is met het algemeen belang en de wet. Mocht dit alsnog de situatie blijken te zijn, dan zal de politie dit vuurwerk opnieuw in beslag dienen te nemen.

10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 84-092706-22)

De economische politierechter heeft verdachte op 13 juni 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaren.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft primair bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak voor de tenlastegelegde feiten. Subsidiair verzoekt de verdediging de vordering af te wijzen, vanwege de nog resterende tijd binnen de proeftijd. Meer subsidiair verzoekt de verdediging de proeftijd te verlengen.
Toewijzing
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

11.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 57, 157 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet economische delicten;
- 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer;
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

12.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 7 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarde voorwaarden dat verdachte:
- zich binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland meldt op het adres Houtwal 16a te Zutphen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich psychodiagnostisch laat onderzoeken door een forensische polikliniek te bepalen door de reclassering. Uit een eventueel daaruit voortvloeiende behandeling, verleent verdachte eveneens zijn medewerking. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Stichting Wonion
 verklaart de benadeelde partij Stichting Wonion niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
De beslissing ten aanzien van het beslag
 verklaart verbeurd de chemische producten;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van de katapult en het (nagebootste) wapen;
 gelast de teruggave van het vuurwerk aan verdachte;
De beslissing ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 13 juni 2023 door de economische politierechter voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden (parketnummer 84-092706-22).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. J.M. Graat en mr. J.M. Moorman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 oktober 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024272258, gesloten op 28 juli 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2024.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] (namens Wonion), p. 9-10.
4.Het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning, p. 93.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 47-48.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 47-48.
7.NFI-vervolgrapport d.d. 30 september 2024, p. 6-7.
8.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 oktober 2024.