ECLI:NL:RBGEL:2024:9607

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
8 januari 2025
Zaaknummer
05/340480-23, 05/229582-24, 05/005110-24, 05/005254-24, 05/008364-24, 05/012781-24, 05/021662-24, 08/033783-24, 08/037674-24 en 05/038466-24 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens meerdere vernielingen, diefstallen, mishandeling en overtreding van een locatieverbod

Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Syrië in 2004, die zich schuldig heeft gemaakt aan zeven vernielingen, twee diefstallen, mishandeling en het overtreden van een locatieverbod. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 180 uur. Daarnaast is er een voorwaardelijke geldboete van € 200,- opgelegd voor het dragen van een zwaard. De verdachte moet ook een schadevergoeding van ruim € 7.900,- betalen aan een slachtoffer van een vernieling. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 19 december 2024, waar de verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn positieve ontwikkeling na detentie en zijn inzet voor inburgering en werk. De rechtbank heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet in het belang van de verdachte of de maatschappij zou zijn, en heeft daarom gekozen voor een voorwaardelijke straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/340480-23, 05/229582-24, 05/005110-24, 05/005254-24, 05/008364-24, 05/012781-24, 05/021662-24, 08/033783-24, 08/037674-24 en 05/038466-24 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 24 december 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats] (Syrië),
ingeschreven aan het [adres 1] , [postcode] [plaats 1] .
Raadsman: mr. Ph.J.N. Aarnoudse, advocaat in Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting op
19 december 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05-340480-23
hij op of omstreeks 25 december 2023 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een deur en/of een ruit en/of een stoel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Asielzoekerscentrum [plaats 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-229582-24
hij op of omstreeks 29 december 2023 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een wand en/of paneel met deurbellen en/of naambordjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de vereniging van eigenaars appartementengebouw [adres 2] te [plaats 2] ( [adres 2] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-005110-24
hij op of omstreeks 5 januari 2024 te Lochem opzettelijk en wederrechtelijk een (wedstrijd)beker, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-005254-24
hij op of omstreeks 6 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of meerdere monitoren en/of computers, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan het COA, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-008364-24
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Lochem, opzettelijk en wederrechtelijk
- een of meerdere deuren,
- een of meerdere ramen en/of
- een toilet,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [wooncoörperatie] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-012781-24
1.
hij op of omstreeks 10 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een laptop (Dell), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
2.
hij op of omstreeks 11 januari 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] tegen het hoofd te stompen en/of te slaan en/of die [slachtoffer 2] met een ketting, althans een hard voorwerp tegen een/de arm(en) en/of het hoofd te slaan;
3.
hij op of omstreeks 11 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een laptop (HP), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
parketnummer 05-021662-24
hij op of omstreeks 20 januari 2024 te [plaats 2] een wapen van categorie IV, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een (samurai-)zwaard (tanto), heeft gedragen;
parketnummer 08-033783-24
hij op of omstreeks 30 januari 2024 te Deventer een jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan kledingwinkel [bedrijf 3] (gelegen aan [adres 3] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-037674-24
hij op of omstreeks 1 februari 2024 te Deventer een pakje sigaretten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [supermarkt] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 05-038466-24
hij op of omstreeks 3 februari 2024 te [plaats 2] in/op het besloten lokaal en/of erf, te weten het terrein / perceel, gelegen op/aan de [adres 4] en bij Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), althans bij een ander of anderen dan bij verdachte in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 7 januari 2024 schriftelijk de toegang tot die terrein / perceel ontzegd voor de duur van één (1) jaar, in ieder geval tot 7 januari 2025.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie:
De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden veroordeeld voor alle aan hem ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de raadsman:
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank:
Ten aanzien van de feiten onder parketnummers 05/340480-23, 05/005110-24, 05/005254-24, 05/008364-24, 05/012781-24, 05/021662-24, 08/033783-24, 08/037674-24 en 05/038466-24
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van al de voormelde feiten:
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 december 2024;
Ten aanzien van parketnummer 05-340480-23 [1]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 8;
  • De verklaringen van de getuigen, p. 11/12 en 14;
Ten aanzien van parketnummer 05-005110-24 [2]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 5;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (uitkijken van de beelden), p. 13/14;
Ten aanzien van parketnummer 05-005254-24 [3]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 9;
  • De verklaringen van de getuigen, p. 12 en 15;
Ten aanzien van parketnummer 05-008364-24 [4]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 5;
  • Het proces-verbaal van bevindingen, p. 12;
  • De foto’s van de schade, p. 41 e.v.;
Ten aanzien van de drie feiten onder parketnummer 05-012781-24 [5]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 9/10;
  • Het proces-verbaal van bevindingen, p. 17;
Ten aanzien van parketnummer 05-021662-24 [6]
  • Het proces-verbaal relaas, p. 7/8;
  • Het proces-verbaal van bevindingen (categorisering wapen), p. 24;
Ten aanzien van parketnummer 08-033783-24 [7]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 5/6;
  • Het proces-verbaal van aanhouding, p. 11;
Ten aanzien van parketnummer 08-037674-24 [8]
  • Het proces-verbaal van aangifte, p. 5;
  • Het proces-verbaal van bevindingen, p. 8;
Ten aanzien van parketnummer 05-038466-24 [9]
  • Het proces-verbaal van aanhouding, p. 9/10;
  • De verklaring van de getuige, p. 15;
  • Het proces-verbaal van bevindingen, p. 18;
Het feit onder parketnummer 05-229582-24 [10]
Verdachte heeft dit feit ontkend, althans hij heeft er geen herinnering aan. De rechtbank acht dit feit niettemin bewezen op grond van de volgende bewijsmiddelen:
Aangever [aangever] , wonende in het appartementencomplex aan de [adres 2] in [plaats 2] , heeft namens de Vereniging van Eigenaren van genoemd appartementencomplex aangifte gedaan van vernieling. Hij heeft verklaard dat de wand met deurbellen en naambordjes van bewoners op 29 december 2023 is vernield. Deze wand met deurbellen bevindt zich naast de entree van het appartementencomplex. Toen hij de camerabeelden terugkeek zag hij dat op voornoemde dag rond 00:26 uur een man meerdere malen tegen de wand met deurbellen schopte. [11]
Getuige [getuige] , eveneens bewoner van genoemd appartementencomplex, heeft verklaard dat hij op 29 december 2023 rond 00:30 uur met zijn vriendin naar huis liep. Toen hij net om de hoek bij de garages was hoorde hij een harde klap. Hij liep verder en zag toen dat het paneel met deurbellen en naamplaatjes van de flat er geheel uit getrapt was [de rechtbank begrijpt: uit het kozijn van het portiek]. Ongeveer acht tot tien meter verder stond een man die richting de flat keek. Op dat moment was er verder niemand anders in de buurt. [12]
Op de camerabeelden van de camera’s die zijn gericht op de ingang van de flat zag de politie dat er rond 00:23 uur een man een aanloop nam en zijn voet met gestrekt been en met kracht richting de voordeur bewoog. Hierna trilden de voordeur en de kozijnen. De man liep vervolgens enkele minuten heen en weer, waarna hij wederom een aanloop nam en zijn voet met gestrekt been en met kracht richting de voordeur bewoog. Vervolgens trilden de voordeur en kozijnen weer. Eén minuut later deed hij dit nogmaals, waarna de voordeur en kozijnen weer trilden. De man liep daarna weg naar het einde van de straat. Kort daarna verschenen er rond 00:26 uur een man en een vrouw in beeld bij de voordeur en de man keek naar de eerdergenoemde man die aan het einde van de straat stond. De politie zag daarna dat de wand met deurbellen geheel uit de wand was gekomen. [13]
Drie verbalisanten herkenden verdachte aan de hand van (een) schermafbeelding(en) van bovenvermelde camerabeelden als de persoon die de vernieling had gepleegd. [14]
Nadat aan verdachte foto’s werden getoond van degene die de vernieling had gepleegd, heeft hij verklaard dat hij degene is die op deze foto’s is te zien. [15]
De rechtbank overweegt dat de vernieling is vastgelegd op camerabeelden, terwijl meerdere verbalisanten verdachte herkennen als de man die trappende bewegingen maakte richting de intercominstallatie. Rond het tijdstip van de vernieling hoorde getuige [getuige] een harde klap en zag hij in de (directe) omgeving van het portiek slechts één man, door de verbalisanten herkend als verdachte. Op basis van bovenvermelde bewijsmiddelen acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte degene is die de vernieling heeft gepleegd.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummers 05/340480-23, 05/229582-24, 05/005110-24, 05/005254-24, 05/008364-24, 05/012781-24, 05/021662-24, 08/033783-24, 08/037674-24 en 05/038466-24 tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05-340480-23
hij op
of omstreeks25 december 2023 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een deur en
/ofeen ruit
en/of een stoel, in elk geval enig goed,
dat/die geheel
of ten deleaan Asielzoekerscentrum [plaats 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-229582-24
hij
op ofomstreeks 29 december 2023 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een wand en
/ofpaneel met deurbellen en
/ofnaambordjes
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan de vereniging van eigenaars appartementengebouw [adres 2] te [plaats 2] ( [adres 2] )
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-005110-24
hij op
of omstreeks5 januari 2024 te Lochem opzettelijk en wederrechtelijk een (wedstrijd)beker,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan
[bedrijf 1] en/of[slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-005254-24
hij op
of omstreeks6 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en
/ofmeerdere monitoren
en/of computers, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan het COA
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-008364-24
hij op
of omstreeks7 januari 2024 te Lochem, opzettelijk en wederrechtelijk
-
een ofmeerdere deuren,
-
een ofmeerdere ramen en
/of
- een toilet,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [wooncoörperatie]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
parketnummer 05-012781-24
1.
hij op
of omstreeks10 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een laptop (Dell),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [bedrijf 2]
en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een andertoebehoorde
(n), heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
2.
hij op
of omstreeks11 januari 2024 te [plaats 2] [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] tegen het hoofd
te stompen en/ofte slaan en
/ofdie [slachtoffer 2] met een ketting
, althans een hard voorwerptegen een
/dearm
(en)en
/ofhet hoofd te slaan;
3.
hij op
of omstreeks11 januari 2024 te [plaats 2] opzettelijk en wederrechtelijk een laptop (HP),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan[bedrijf 2]
en/of S.H. [slachtoffer 2] , in elk geval aan een andertoebehoorde
(n), heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;
parketnummer 05-021662-24
hij op
of omstreeks20 januari 2024 te [plaats 2] een wapen van categorie IV, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een (samurai-)zwaard (tanto), heeft gedragen;
parketnummer 08-033783-24
hij op
of omstreeks30 januari 2024 te Deventer een jas
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan kledingwinkel [bedrijf 3] (gelegen aan [adres 3] )
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 08-037674-24
hij op
of omstreeks1 februari 2024 te Deventer een pakje sigaretten
, in elk geval enig goed, dat
/diegeheel
of ten deleaan [supermarkt]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
parketnummer 05-038466-24
hij op
of omstreeks3 februari 2024 te [plaats 2]
in/op het besloten
lokaal en/oferf, te weten het terrein/perceel, gelegen op/aan de [adres 4] en bij Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)
, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte in gebruik,wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 7 januari 2024 schriftelijk de toegang tot dat terrein/perceel ontzegd voor de duur van één (1) jaar, in ieder geval tot 7 januari 2025.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummers 05-340480-23, 05-229582-24, 05-005110-24, 05-005254-24, 05-008364-24 en 05-012781-24 onder feit 1 en feit 3:
telkens:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
parketnummer 05-012781-24
feit 2:
mishandeling;
parketnummer 05-021662-24
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
parketnummer 08-033783-24 en 08-037674-24
telkens:
diefstal;
parketnummer 05-038466-24
in het besloten erf bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en eventueel een kortdurende taakstraf, waarvan een belangrijk deel voorwaardelijk, dient te worden opgelegd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich binnen een tijdsbestek van minder dan twee maanden schuldig
gemaakt aan zeven vernielingen, twee diefstallen, het in de openbare ruimte dragen van een zwaard, het overtreden van een locatieverbod en een mishandeling. Deze feiten hebben niet alleen voor forse materiële schade, maar ook voor veel ongemak en overlast gezorgd. Daarnaast heeft verdachte de eigenaar van een telefoonwinkel meerdere malen tegen het hoofd geslagen, onder meer met een ketting. Dit moet voor het slachtoffer een zeer beangstigende situatie zijn geweest.
Uit het reclasseringsadvies volgt dat verdachte – in verband met feiten gepleegd na deze serie feiten – in maart en april 2024 gedetineerd was en dat deze detentie het zorgelijke patroon van verward, boos en gevaarlijk gedrag van verdachte doorbrak. Verdachte kwam eind april 2024 vrij en verblijft sindsdien bij de jongerenopvang van IrisZorg in [plaats 1] . Hij werkte tot voor kort 20 tot 25 uur per week en volgde drie dagdelen inburgerings- en/of taalonderwijs. Verdachte ontvangt op dit moment een uitkering. Hij is op psychosociaal vlak redelijk stabiel, maar de kans op ontregeling bestaat nog bij opeenstapeling van frustraties, zeker in combinatie met middelengebruik. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. Ondanks de risicofactoren is er volgens het advies geen rol voor de reclassering weggelegd, nu verdachte zich positief inzet en hij een goede werkrelatie heeft met zijn begeleiders. De reclassering is van mening dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het huidige traject zal doorkruisen. Zij adviseert dan ook oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf, zonder bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de hoeveelheid, de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van omstreeks vijf maanden in beginsel passend zou zijn. De rechtbank heeft evenwel oog voor het feit dat verdachte zich sinds zijn vrijlating in april 2024 in positieve zin heeft ontwikkeld. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan de door verdachte ingezette positieve ontwikkelingen op het spel zetten. Verdachte terugsturen naar de gevangenis is niet in het belang van verdachte en naar verwachting ook niet in het belang van de maatschappij. Gelet daarop zal de rechtbank aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, maar een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf. Een voorwaardelijke gevangenisstraf kan dienen als 'stok achter de deur' om te voorkomen dat verdachte opnieuw in de fout gaat en als aansporing om door te gaan op de ingeslagen weg. Wanneer verdachte lopende de proeftijd opnieuw in aanraking met justitie komt, dan kan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf alsnog ten uitvoer worden gelegd. Verdachte krijgt daarmee de kans om te laten zien dat hij de ingeslagen positieve weg kan vervolgen.
Alles overwegende acht de rechtbank oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar passend. Daarnaast acht de rechtbank gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard oplegging van een taakstraf van 180 uren passend en geboden; de rechtbank legt daarmee een iets hogere taakstraf op dan gevorderd, omdat zij iets zwaarder tilt aan de feiten. Voor het dragen van het zwaard – zijnde een overtreding - zal de rechtbank een voorwaardelijke geldboete van tweehonderd euro opleggen, met eveneens een proeftijd van twee jaar.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

[wooncoörperatie] Woningcoöperatie
De benadeelde partij [wooncoörperatie] Woningcoöperatie heeft in verband met het feit onder parketnummer 05/008364-24 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 7.915,41 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat een lager bedrag dient te worden toegewezen omdat verdachte niet in staat is het gevorderde bedrag te voldoen.
Overweging van de rechtbank
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 7.915,41 gevorderd in verband met schade die is ontstaan doordat verdachte meerdere goederen in de woning van [wooncoörperatie] heeft vernield. De vordering is onderbouwd met onder meer een factuur voor herstelwerkzaamheden ten bedrage van € 7.345,42 en een factuur voor het treffen van noodvoorzieningen ten bedrage van € 1.257,38. Verder is de vordering onderbouwd met een factuur voor opruimwerkzaamheden en een factuur voor een cilinder(slot). Het totaalbedrag van de facturen gaat het gevorderde bedrag te boven.
De inhoud van de vordering is niet betwist en komt de rechtbank ook niet onrechtmatig of onredelijk voor. De grondslag van een schadevergoeding is gelegen in een civielrechtelijke aansprakelijkheid en wordt naar aard en omvang naar civielrechtelijke criteria bepaald. Uitgangspunt is dan ook vergoeding van de gevorderde en concreet geleden schade. Bij de vaststelling van de hoogte van de schade speelt de draagkracht van de verdachte geen rol. De rechtbank kan en zal echter niet meer toewijzen dan gevorderd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot toekenning van schadevergoeding kan worden toegewezen voor het bedrag van € 7.915,41. Verdachte is vanaf 15 juni 2024, de dag waarop de laatste factuur voldaan moest zijn, wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als de toegewezen bedragen niet worden betaald, kunnen 50 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. Het aantal dagen gijzeling is iets naar beneden bijgesteld.
Vereniging van Eigenaren (hierna: VVE) appartementengebouw [adres 2]
[aangever] heeft namens bovenvermelde benadeelde partij in verband met het feit onder parketnummer 05/229582-24 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vorderde € 50.511,45 aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, beide vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Ter zitting is de vordering tot vergoeding van materiële schade verlaagd tot € 25.013,-.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, nu enkel een offerte is overgelegd en de verzekeraar van de VVE min of meer heeft toegezegd de schade te vergoeden. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde immateriële schade dient te worden afgewezen.
De verdediging heeft zich primair aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie. Subsidiair heeft de verdediging gesteld dat onvoldoende is onderbouwd dat het intercomsysteem sinds de bouw van het appartementencomplex in 1967 is vervangen. Het intercomsysteem had derhalve feitelijk geen waarde meer, aldus de verdediging.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft € 25.013,- gevorderd in verband met de aanschaf en installatie van een nieuw intercomsysteem. Ter zitting heeft de benadeelde partij gesteld dat de verzekeraar van de VVE in eerste instantie het schadebedrag niet wilde uitkeren, maar daar later op terug is gekomen en min of meer heeft toegezegd het schadebedrag te zullen uitkeren. Desgevraagd heeft de benadeelde partij gesteld dat zijn vordering een voorwaardelijk karakter heeft. De rechtbank overweegt dat bij deze stand van zaken niet vaststaat dat de schade zich daadwerkelijk zal voordoen, omdat blijkens het verhandelde ter terechtzitting de verzekeraar van de VVE het schadebedrag mogelijk zal uitkeren. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk in haar vordering worden verklaard.
Immateriële schade
Aan de gevraagde vergoeding van immateriële schade is ten grondslag gelegd dat een deel van het woongenot van de bewoners van het appartementencomplex is ontnomen; bewoners kunnen sinds 29 december 2023 geen gebruik maken van het intercomsysteem, waardoor de bewoners tot op heden niet bereikbaar zijn voor bezorging van post en bezoek.
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van immateriële schade in het geval dat:
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen;
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen;
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Wanneer immateriële schadevergoeding wordt gevorderd, behoort de (straf)rechter te onderzoeken of zich daadwerkelijk één van de limitatief (art. 6:95 lid 1 BW) in de wet genoemde gevallen voordoet waarin aanspraak bestaat op immateriële schadevergoeding. Zonder een wettelijke grondslag bestaat er geen aanspraak op immateriële schadevergoeding. De rechtbank overweegt dat in het onderhavige geval de wettelijke grondslag ontbreekt en zal de gevorderde immateriële schade daarom afwijzen.

9.De beoordeling van het beslag

De officier van justitie heeft gevorderd dat de halsketting, waar verdachte slachtoffer [slachtoffer 2] mee sloeg, verbeurd wordt verklaard. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank zal de ketting met behulp waarvan het feit onder parketnummer 05/012781-24 is begaan verbeurd verklaren.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 57, 62, 63, 138, 300, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 27 en 54 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een
taakstraf van 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 legt in verband met de overtreding onder parketnummer 05/021662-24 op
een geldboete van € 200,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door vier (4) dagen hechtenis;
 bepaalt dat deze geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 verklaart verbeurd de (hals)ketting met goednummer PL0600-2024017219-G3132426;
 verklaart de benadeelde partij VVE Appartementengebouw [adres 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade;
 wijst de vordering van VVE Appartementengebouw [adres 2] tot immateriële schadevergoeding af;
 veroordeelt de benadeelde partij VVE Appartementengebouw [adres 2] in de kosten die de verdachte in deze procedure heeft gemaakt, tot vandaag begroot op nihil;
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05/008364-24 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [wooncoörperatie] Woningcoöperatie van € 7.915,41 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [wooncoörperatie] Woningcoöperatie, een bedrag te betalen van € 7.915,41 aan materiële schade. Dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 50 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Ouweneel (voorzitter), mr. M.L. Braaksma en mr. A.M.P.T. Blokhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Hessel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 december 2024.

Voetnoten

1.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2023591022, gesloten en getekend op 25 december 2023, door [verbalisant 1] , hoofdagent van politie
2.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024008119, gesloten en getekend op 6 januari 2024, door [verbalisant 2] , brigadier van politie
3.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024009290, gesloten en getekend op 7 januari 2024, door [verbalisant 3] , brigadier van politie
4.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024013059, gesloten en getekend op 10 januari 2024, door [verbalisant 4] , brigadier van politie
5.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024017325, gesloten en getekend op 12 januari 2024, door [verbalisant 5] , agent van politie
6.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024029874, gesloten en getekend op 13 februari 2024, door [verbalisant 6] , hoofdagent van politie
7.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024046681, gesloten en getekend op 1 februari 2024, door [verbalisant 7] , brigadier van politie
8.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024050048, gesloten en getekend op 8 februari 2024, door [verbalisant 8] , hoofdagent van politie
9.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024052904, gesloten en getekend op 4 februari 2024, door [verbalisant 3] , voornoemd
10.Hierna wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie, genummerd PL0600-2024009202, gesloten en getekend op 4 maart 2024, door [verbalisant 9] , hoofdagent van politie
11.Proces-verbaal aangifte, p. 9-10.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 13.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16-17.
14.Proces-verbaal van herkenning door opsporingsambtenaar, p. 32, 35 en 38.
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 46.