ECLI:NL:RBGEL:2024:9594
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beslag onder verdachte op auto in verband met drugshandel
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 31 december 2024 uitspraak gedaan in een beklagprocedure op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het betreft een verzoek van klaagster, de moeder van verdachte, om de teruggave van een in beslag genomen personenauto, een VW Polo, die op haar naam staat. De auto is in beslag genomen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek tegen haar zoon, verdachte, die ervan wordt verdacht betrokken te zijn bij drugshandel. Klaagster stelt dat zij de feitelijke eigenaar van de auto is en dat zij geen weet had van de criminele activiteiten van haar zoon. De rechtbank heeft het klaagschrift behandeld in een openbare raadkamer, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar advocaat, mr. K. van Cleef, en een tolk Turks. De officier van justitie heeft zich verzet tegen de teruggave van de auto, omdat het belang van strafvordering zich daartegen verzet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto feitelijk door de verdachte werd gebruikt voor criminele doeleinden en dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later zal beslissen dat de auto verbeurd moet worden verklaard. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beklag ongegrond verklaard, wat betekent dat de auto niet aan klaagster wordt teruggegeven. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter mr. L.J. Saarloos, met griffier E.I. van Aalst aanwezig.