Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[de stichting], uit [plaats], de stichting
de burgemeester van de gemeente Voorst
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Het beroep van de vereniging
Het beroep van de stichting tegen het bestreden besluit is in zoverre gegrond, en het bestreden besluit komt in zoverre voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door het bezwaar van de vereniging tegen de toestemming van 1 september 2021 niet-ontvankelijk te verklaren.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep van de vereniging tegen het besluit van 4 maart 2022, voor zover daarbij het bezwaar van de vereniging tegen de toestemming van 1 september 2021 ongegrond is verklaard, gegrond;
- vernietigt het besluit van 4 maart 2022 in zoverre;
- verklaart het bezwaar van de vereniging tegen de toestemming van 1 september 2021 niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het besluit van 4 maart 2022;
- verklaart het beroep van de stichting tegen het besluit van 4 maart 2022, voor zover daarbij het bezwaar van de stichting tegen het besluit van 3 september 2021 ongegrond is verklaard, gegrond;
- vernietigt het besluit van 4 maart 2022, voor zover dit besluit de overtreding van punt 7 van de nadere regels betreft;
- herroept het besluit van 3 september 2021 voor zover bij dit besluit een preventieve dwangsom is opgelegd voor (dreigende) overtreding van punt 7 van de nadere regels;
- bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 364 aan eiseressen moet vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 1.750 aan proceskosten aan eiseressen.