ECLI:NL:RBGEL:2024:9442

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
05/151416-24, 05/184426-23 en 05/146776-23 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vermogensdelicten en de noodzaak van opname in verband met verstandelijke beperking en psychische stoornissen

Op 12 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks vermogensdelicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die lijdt aan een verstandelijke beperking en psychische stoornissen, een gevangenisstraf van 197 dagen moet ondergaan, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank benadrukte dat een civielrechtelijke opname de voorkeur heeft boven een langere gevangenisstraf, gezien de omstandigheden van de verdachte. De tenlastelegging omvatte meerdere diefstallen, waaronder diefstal uit woningen en bedrijven, en de rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft eerder in aanraking met de politie en justitie gestaan voor vergelijkbare delicten, wat zijn strafbaarheid verergerde. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de adviezen van psychologen en reclassering, die wezen op de noodzaak van behandeling voor de verdachte. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de diefstal van een fiets, gedeeltelijk toegewezen en de schade op € 300,- vastgesteld. De rechtbank heeft de teruggave van een in beslag genomen fiets aan de rechthebbende gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging hebben genomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/151416-24, 05/184426-23 en 05/146776-23 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 12 december 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1985 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
raadsman mr. G.J. Gerrits, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/151416-24:
1.
Hij op of omstreeks 3 mei 2024 te [plaats 1] vijf, althans een of meer dozen vloei en/of 104, althans een of meer joints en/of twintig, althans een of meer aanstekers en/of twee zakken hennep, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat / die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 mei 2024 te [plaats 1] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (in/uit een coffeeshop) vijf, althans een of meer dozen vloei en/of 104, althans een of meer joints en/of twintig, althans een of meer aanstekers en/of twee zakken hennep, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, heeft verdachte van (een pand van) de coffeeshop een ruitje ingeslagen en/of ingetikt en/of ingegooid, in ieder geval vernield en/of (vervolgens) is verdachte (via de ontstane opening) het pand binnengegaan en/of (aldaar) een /of meer van voornoemde goederen uit (een) kast(en) en/of (een) schap(pen) gepakt en/of in een tas gestopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 3 mei 2024 te [plaats 1] een (bedrijfs)bus (Opel Vivaro) en/of een autosleutel en/of een kentekenbewijs en/of een tankpas, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat /die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten
een (originele) sleutel van die (bedrijfs)bus);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 3 mei 2024 te [plaats 1] , een (bedrijfs)bus (Opel Vivaro) en/of een autosleutel en/of een kentekenbewijs en/of een tankpas, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Parketnummer 05/184426-23:
1.
hij op of omstreeks 10 mei 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- drie, althans een of meer doneerpotten, en/of
- een bedrag van (ongeveer) 1.000 euro, en/of
- een oude kassa,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 3] , in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
2.
hij op of omstreeks 13 april 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, acht, althans een of meer verpakkingen inhoudende Nutrilon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 april 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, acht, althans een of meer verpakkingen inhoudende Nutrilon, althans een of meer goederen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 9 april 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, een fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/146776-23:
1.
hij op of omstreeks 16 juni 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, in/uit een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan het [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
- een rieten mand, en/of
- speelgoed, en/of
- een (laptop)tas, en/of
- een laptop (Apple MacBook Pro), en/of
- een portemonnee, en/of
- drie, althans een of meer bankpas(sen), en/of
- een creditcard, en/of
- een ANWB pas, en/of
- een rijbewijs, en/of
- een kentekenkaart, en/of
- een hangslot(je), en/of
- ( contant) geld met een totale waarde van zeventig euro, bestaande uit een biljet van 50 euro en
een biljet van 20 euro, althans een geldbedrag, en/of
- een iPhone-oplader, en/of
- een MacBook-oplader, en/of
- een, althans een of meer (diverse) (oplaad)kabel(s) en/of adapter(s) en/of afstandsbediening,
en/of
- een random reader van de Rabobank, en/of
- een notitieblok, en/of
- een cadeaukaart van Bol.com, ter waarde van (ongeveer) 30 euro, althans een geldbedrag, en/of
- een Playstation 4 met twee, althans een of meer (daarbij behorende) controllers;
- een Chromecast;
- een huissleutel van de woning aan de [adres 2] ,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juni 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland,
- een (laptop)tas, en/of
- een laptop (Apple MacBook Pro), en/of
- een Playstation 4, en/of
- een, althans een of meer Playstation controllers, en/of
- een afstandsbediening, en/of
- zes, althans een of meer oplaadkabels, en/of
- drie, althans een of meer adapters, en/of
- een bankpas op naam van [slachtoffer 2] , en/of
- een creditcard op naam van [slachtoffer 2] , en/of
- een cadeaukaart van Bol.com, en/of
- een waardebon van Gelredome, en/of
- een huissleutel van de woning aan de [adres 2] ,
althans een of meer goederen heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 16 juni 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland,
een geldbedrag (te weten in totaal 206,48 euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een of meerdere pinpas(sen) en/of een creditcard tot het gebruik waarvan hij niet gerechtigd was en de (bijbehorende) pincode(s) (op naam) van die [slachtoffer 2] , door meerdere malen, althans eenmaal een of meerdere geldbedragen bij een of meerdere pinautomaten te pinnen en/of bij een of meerdere winkels een of meerdere goederen aan te schaffen;
3.
hij op of omstreeks 16 juni 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk
- achttien, althans een of meer zakken potgrond, en/of
- veertien, althans een of meer emmers en/of potten,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 5] , in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/151416-24 [1] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, primair, en feit 2, primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman geen verweer gevoerd. De raadsman heeft ten aanzien van feit 2 vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte op 2 mei 2024 in plaats van op 3 mei 2024 (zoals tenlastegelegd) de (bedrijfs)bus heeft weggenomen.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [bedrijf 1] , p. 9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt – ondanks het verweer van de raadsman strekkende tot vrijspraak – volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [bedrijf 2] , p. 83-84;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 101-102;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte op 2 mei 2024 om 23:31 uur met de bedrijfsbus is weggereden en zich de bus aldus wederrechtelijk heeft toegeëigend. Gelet op het tijdstip beschouwt de rechtbank dit als “omstreeks 3 mei 2024”. Het verweer van de raadsman wordt hiermee verworpen.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, primair, en feit 2, primair, tenlastegelegde, te weten:
  • op 3 mei 2024 in [plaats 1] , diefstal van vijf dozen vloei, 104 joints, ongeveer 20 aanstekers en twee zakken hennep door middel van braak;
  • omstreeks 3 mei 2024 in [plaats 1] , diefstal van een (bedrijfs)bus door middel van een valse sleutel (de sleutel van een (bedrijfs)bus).
Parketnummer 05/184426-23 [2] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, feit 2, primair, en feit 3 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] mede namens [bedrijf 3] , p. 24-25;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 32;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] namens [bedrijf 4] / [bedrijf 4] , p. 63-64;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de onderdelen van de tenlastelegging die zien op de
braak, verbreking, inklimming en valse sleutel. Niet is vast komen te staan hoe verdachte toegang heeft verkregen tot het kinderdagverblijf.
Feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 78;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, feit 2, primair, en feit 3 tenlastegelegde, te weten:
  • op 10 mei 2023 in [plaats 1] , medeplegen van diefstal van drie doneerpotten, een bedrag van ongeveer 1.000 euro en een oude kassa door middel van inklimming;
  • op 13 april 2023 in [plaats 1] , diefstal van acht pakken Nutrilon;
  • op 9 april 2023 in [plaats 1] , diefstal van een fiets.
Parketnummer 05/146776-23 [3] :
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, primair, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feiten 1 en 2 geen verweer gevoerd. Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat er camerabeelden zijn bekeken van de diefstal van de container en dat er een verdachte wordt beschreven in het proces-verbaal. Er is geen proces-verbaal van herkenning opgesteld. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte verantwoordelijk is voor de vernielde goederen.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 10-11;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 10-11;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 november 2024.
Feit 3
[slachtoffer 2] deed op 16 juni 2023 aangifte van diefstal van goederen uit zijn woning. Hij zag een container tegen zijn schuur staan die er de dag daarvoor nog niet stond. [aangever 5] deed op 16 juni 2023 mede namens [bedrijf 5] aangifte van diefstal van een container met daarin potgrond en emmers/bloempotten. De container werd gevonden bij een woning in [plaats 3] waar die nacht was ingebroken. Op 19 juni 2023 verklaarde [aangever 5] dat hij de spullen uit de container terug had gekregen. Er waren zakken met potgrond gescheurd en er zaten krassen en deuken in de bloempotten/emmers. Verbalisant [verbalisant 1] bekeek de camerabeelden en zag dat om 02:31 uur “de verdachte” in beeld kwam en door de poort naar de binnenplaats liep. Om 02:33 uur liep de verdachte met een rolcontainer richting de poort. Een minuut later liep de verdachte uit beeld met de rolcontainer.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat de container van [slachtoffer 2] en/of [bedrijf 5] bij de woning van [slachtoffer 2] is aangetroffen. Verdachte heeft de container gebruikt om toegang tot de tuin van de woning van [slachtoffer 2] te verkrijgen (feit 1). Het dossier bevat aanwijzingen dat het ook verdachte is geweest die de container heeft weggenomen (feit 3). Verdachte zou immers kunnen voldoen aan het signalement van de persoon die verbalisant [verbalisant 1] op de beelden heeft beschreven. De rechtbank kan op basis van het dossier echter niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat verdachte inderdaad deze persoon is. Ook indien vastgesteld zou worden dat het verdachte is geweest die de container heeft weggenomen, volgt daaruit nog niet dat hij ook degene is geweest die de goederen in de container opzettelijk heeft vernield. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het tenlastegelegde.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, primair, en feit 2 tenlastegelegde, te weten:
  • op 16 juni 2023 in [plaats 1] diefstal van meerdere goederen uit de woning van [slachtoffer 2] door middel van braak en inklimming;
  • op meerdere tijdstippen op 16 juni 2024 in [plaats 1] diefstal van meerdere geldbedragen door middel van een valse sleutel (pinpas en creditcard).

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/151416-24 feit 1, primair, en feit 2, primair, het onder parketnummer 05/184426-23 onder feit 1, feit 2, primair, en feit 3 en het onder parketnummer 05/146776-23 feit 1, primair, en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/151416-24:
1, primair.
hij op
of omstreeks3 mei 2024 te [plaats 1] vijf
, althans een of meerdozen vloei en
/of104
, althans een of meerjoints en
/ofongeveertwintig
, althans een of meeraanstekers en
/oftwee zakken hennep,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [bedrijf 1]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/ die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming;
2, primair.
hij
op ofomstreeks 3 mei 2024 te [plaats 1] een
(bedrijfs
)bus
(Opel Vivaro
)en
/ofeen autosleutel en
/ofeen kentekenbewijs en
/ofeen tankpas,
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel
of ten deleaan [bedrijf 2] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed
(eren
)onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
(te weten
een
(originele)sleutel van die
(bedrijfs
)bus
).
Parketnummer 05/184426-23:
1.
hij op
of omstreeks10 mei 2023 te [plaats 1] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
- drie
, althans een of meerdoneerpotten, en
/of
- een bedrag van
(ongeveer
)1.000 euro, en
/of
- een oude kassa,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [bedrijf 3]
, in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van b
raak, verbreking,inklimming
en/of een valse sleutel;
2, primair.
hij op
of omstreeks13 april 2023 te [plaats 1] ,
althans in Nederland,acht
, althans een of meerverpakkingen inhoudende Nutrilon
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [bedrijf 4]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
3.
hij op
of omstreeks9 april 2023 te [plaats 1]
, althans in Nederland,een fiets
, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 05/146776-23:
1, primair.
hij op
of omstreeks16 juni 2023 te [plaats 1] ,
althans in Nederland, in/uit een woning
en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten de woning gelegen aan het [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
- een rieten mand, en
/of
- speelgoed, en
/of
- een
(laptop
)tas, en
/of
- een laptop (Apple MacBook Pro), en
/of
- een portemonnee, en
/of
- drie, althans een of meer bankpas
(sen
), en
/of
- een creditcard, en
/of
- een ANWB pas, en
/of
- een rijbewijs, en
/of
- een kentekenkaart, en
/of
- een hangslot
(je
), en
/of
-
(contant
)geld met een totale waarde van zeventig euro, bestaande uit een biljet van 50 euro en
een biljet van 20 euro
, althans een geldbedrag,en
/of
- een iPhone-oplader, en
/of
- een MacBook-oplader, en
/of
-
een, althans een of meer (diverse) (oplaad)kabel(s) en/of adapter(s) en/of afstandsbediening,

en/of

- een random reader van de Rabobank, en
/of
- een notitieblok, en
/of
- een cadeaukaart van Bol.com, ter waarde van
(ongeveer
)30 euro
, althans een geldbedrag,en
/of
- een Playstation 4 met twee
, althans een of meer (daarbij behorende)controllers;
- een Chromecast;
- een huissleutel van de woning aan de [adres 2] ,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming;
2.
hij op
een ofmeer
deretijdstippen op
of omstreeks16 juni 2023 te [plaats 1]
, althans in Nederland,een geldbedrag
(te weten in totaal 206,48 euro), in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan [slachtoffer 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachtetoebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een
of meerderepinpas
(sen)en
/ofeen creditcard tot het gebruik waarvan hij niet gerechtigd was
en de (bijbehorende) pincode(s) (op naam) van die [slachtoffer 2], door meerdere malen
, althans eenmaal een of meerderegeldbedragen
bij een of meerdere pinautomatente pinnen
en/ofbij
een ofmeerdere winkels
een of meerdere goederen aan te schaffen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/151416-24:
feit 1, primair:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2, primair:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Parketnummer 05/184426-23:
feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
feit 2, primair:
diefstal;
feit 3:
diefstal.
Parketnummer 05/146776-23:
feit 1, primair:
diefstal in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feit 2:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Daarnaast heeft de raadsman een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks van vermogensdelicten. Diefstallen uit woningen en bedrijven zijn ernstige feiten, waarbij inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers. Deze feiten veroorzaken veelal gevoelens van onveiligheid bij slachtoffers. Ook heeft verdachte geld dat werd gedoneerd uit een moskee weggenomen en is hij overdag een kinderdagverblijf binnen gelopen om babyvoeding weg te nemen. Verdachte heeft door zijn handelen enkel oog voor zijn eigen financiële gewin gehad. Door aldus te handelen heeft verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van een ander.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte al eerder in aanraking met politie en justitie is geweest voor vermogensdelicten, wat in het nadeel van verdachte werkt.
De rechtbank heeft kennis genomen van het advies indicatieoverleg NIFP van 7 juni 2024 van GZ-psycholoog M.M.M. Verberk. Verdachte is in beeld bij het zorg- en veiligheidshuis en staat bekend als veelpleger. Verdachte is dak- en thuisloos. Er is sprake van verslavingsproblematiek, persoonlijkheidsproblematiek, een verstandelijke beperking en verdachte zou eerder gediagnosticeerd zijn met schizofrenie. Verdachte heeft meerdere keren gedetineerd gezeten op een penitentiair psychiatrisch centrum vanwege zijn kwetsbaarheid. Ook heeft hij twee keer eerder een ISD-maatregel opgelegd gekregen. Beide keren is deze negatief beëindigd. Verdachte wil niet meewerken aan hulpverlening en heeft zich ook meermaals onttrokken aan behandeling. Verdachte wordt verdacht van relatief lichte feiten, waarbij geen sprake is van een geweldscomponent. Daarnaast is er sprake van een zeer uitgebreide justitiële geschiedenis. Er worden geen contra-indicaties gezien voor het opleggen van een ISD-maatregel.
De rechtbank neemt de motivatie van de GZ-psycholoog over. De rechtbank is van oordeel dat de verslavingsproblematiek, persoonlijkheidsproblematiek en de verstandelijke beperking van verdachte ook een rol speelden ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde en gaat bij de bepaling van de straf uit van een verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De rechtbank houdt verder rekening met de rapportage van de reclassering van 5 november 2024. De reclassering ziet een hardnekkig patroon met betrekking tot vermogensdelicten. Uit een eerdere rapportage van 16 mei 2024 van de reclassering blijkt dat verdachte in 2017 en 2020 veroordeeld werd tot de ISD-maatregel en dat hij inmiddels weer bijna in aanmerking komt voor oplegging van de ISD-maatregel. Verder blijkt er sprake te zijn van een hoog zorgrisicoprofiel. Er is onderzocht of plaatsing via een rechtelijke machtiging (RM) in een beschermde GGZ-instelling met hoog beveiligingsniveau haalbaar is. Een strafrechtelijk kader werd niet passend geacht. Concluderend werd een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd en werd gesteld dat in een later stadium, indien een RM met een passende plaatsing niet gerealiseerd kon worden, alsnog aan ISD gedacht kan worden. Op 12 september 2024 heeft de rechtbank besloten om de voorlopige hechtenis van verdachte te schorsen met ingang van het moment dat betrokkene (op basis van de RM) kan worden opgenomen in de kliniek '[kliniek 2]' te [plaats 4]. Hier werd tevens een reclasseringstoezicht aan verbonden. Op 19 september 2024 werd verdachte opgenomen en op 22 september 2024 werd verdachte aangehouden wegens winkeldiefstal. Na verhoor werd hij heengezonden. Hij keerde echter niet terug naar de kliniek. Verdachte heeft zich onttrokken aan klinische zorg en door de reclassering werd er een rapportage voortijdig negatieve beëindiging toezicht ingediend. Nu verdachte zich, binnen enkele dagen na plaatsing, heeft onttrokken aan de klinische opname (op basis van RM) en daarbij de voorwaarden van het schorsingstoezicht heeft overtreden, stelt de reclassering vast dat bijzondere voorwaarden onuitvoerbaar zijn gebleken. Zij concluderen dan ook dat een klinische opname in een forensisch kader niet haalbaar is. Daar een TBS maatregel niet aan de orde lijkt te zijn, zien zij bij een strafrechtelijke afdoening geen andere mogelijkheden dan een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
Voor verdachte is eerder door deze rechtbank een rechterlijke machtiging afgegeven. De geldigheidsduur daarvan is op dit moment nog niet verstreken. Op basis van deze machtiging kan verdachte in de kliniek “ [kliniek 1] ” te [plaats 2] worden opgenomen, zodra daar een plaats vrijkomt. De rechtbank is van oordeel dat opname en behandeling van verdachte in verband met zijn verstandelijke beperking en psychische stoornissen noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Evenals de officier van justitie en de raadsman van verdachte is de rechtbank verder van oordeel dat een civielrechtelijke opname de voorkeur heeft boven een gevangenisstraf die langer duurt dan de tijd die verdachte op dit moment al in voorarrest heeft gezeten (197 dagen is ruim 6,5 maand). De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest opleggen, zodat er een naadloze overgang naar de forensische zorg tot stand kan komen.
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 197 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met het onder feit 3 onder parketnummer 05/184426-23 tenlastegelegde, te weten: diefstal van een fiets, een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging refereert zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging verzoekt daarbij rekening te houden met de waarde van de fiets.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Niet is betwist dat de benadeelde partij schade heeft geleden door het wegnemen van de fiets. De benadeelde partij heeft de fiets immers niet teruggekregen. Benadeelde partij heeft de waarde van de fiets niet kunnen onderbouwen. De rechtbank zal daarom de waarde begroten en schat de schade van het verlies van de fiets op € 300,-. Dat bedrag zal worden toegewezen.
De rechtbank zal het overige deel van de vordering als ongegrond afwijzen, nu de onderbouwing hiervoor ontbreekt.
Verdachte is vanaf 9 april 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De beoordeling van het beslag

Volgens het dossier in het parketnummer 05/151416-24 ligt er strafrechtelijk beslag (als bedoeld in artikel 94 Sv) op een fiets, kleur wit, merk: Bergamont.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen fiets terug kan naar de rechthebbende.
De raadsman heeft geen verweer gevoerd.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank zal de teruggave van de fiets aan de rechthebbende (niet zijnde verdachte) gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer
05/146776-23onder 3 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
197(honderdzevenennegentig)
dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast in het parketnummer 05/151416-24 de teruggave van de fiets, kleur wit, merk: Bergamont, aan de rechthebbende (niet zijnde verdachte).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit 3 onder parketnummer 05/184426-23 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 300,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot materiële schade voor het overige af;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 300,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos (voorzitter), mr. M.J. Ouweneel en mr. A.M.P.T. Blokhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn en mr. B. de Rooij, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 december 2024.
mr. E. Wisseborn is buiten staat dit vonnis
mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024201989, gesloten op 5 mei 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023275679, gesloten op 18 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023276081, gesloten op 4 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.