Uitspraak
1.De procedure
2.De verdere beoordeling van het geschil
€ 1.525,50
€ 2.453,64
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en een gedaagde over de restauratie van een oldtimer. De eiser, vertegenwoordigd door mr. N.J.H. Leferink, vorderde schadevergoeding van de gedaagde, die de restauratie had uitgevoerd, omdat de auto niet voldeed aan de overeengekomen kwaliteitseisen. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. S.A. van Snippenburg, betwistte de claims en stelde dat de auto wel degelijk in goede staat was opgeleverd.
De procedure begon met een deskundigenonderzoek, waarbij de deskundige concludeerde dat de restauratie op amateuristische wijze was uitgevoerd en dat de auto niet voldeed aan de afgesproken toestandscijfer 2 van Classic Data, maar slechts aan toestandscijfer 4. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst, aangezien de auto niet rijklaar was en niet in nieuwtoestand was opgeleverd, zoals overeengekomen.
De kantonrechter heeft de herstelkosten vastgesteld op € 9.431,18, na een beoordeling van de door de deskundige en een contra-expert gegeven rapporten. Daarnaast zijn buitengerechtelijke kosten toegewezen tot een bedrag van € 846,57. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij ieder de eigen kosten draagt, met uitzondering van de kosten voor het deskundigenbericht, die door beide partijen gedeeld worden. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van in totaal € 10.277,75 aan de eiser.