In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de beslissing op bezwaar van 21 december 2021, waarin het bezwaar tegen het besluit van 7 mei 2021 tot afwijzing van het verzoek tot handhavend optreden is afgewezen. Eiser, woonachtig in [plaats], heeft op 14 april 2021 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe verzocht om handhavend op te treden tegen activiteiten op het perceel van de derde-partij, gelegen tegenover zijn woning. Eiser stelt dat er sprake is van overtredingen met betrekking tot de 50-meter spuitzone en het niet naleven van het groenplan.
De rechtbank heeft het beroep op 30 oktober 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, de gemachtigde van het college en de derde-partij aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft besloten om het handhavingsverzoek af te wijzen, omdat de ingeplante fruitbomen niet binnen de 50 meter van de woning van eiser staan. De rechtbank stelt vast dat de spuitzone niet moet worden berekend vanaf de erfgrens van de tuin van eiser, maar vanaf de woning zelf, zoals bepaald in het bestemmingsplan.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing op bezwaar in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Emaus Visschers, rechter, in aanwezigheid van mr. R.P.C.M. van Wel, griffier. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.