Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam Zuidoost,
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het (aangevulde) verzoek
4.De standpunten
Tijdens de mondelinge behandeling is het verweer en zijn de verzoeken namens de moeder gehandhaafd en nader toegelicht. De moeder is van mening dat er sprake is van strijd tussen de ouders. Daarnaast gaan de kinderen regelmatig niet naar school en heeft de vader ook tijdens het afgelopen wisselmoment de kinderen thuisgehouden vanwege vermeende ziekte. De moeder maakt zich zorgen over het schoolverzuim van de kinderen en of de kinderen wel echt ziek zijn. Daarnaast heeft de moeder zorgen over de signalen van onveiligheid bij de vader en over de vieze en oude kleding van de kinderen. De moeder is in staat om de kinderen veilig op te voeden en om de kinderen verzorgd naar school te laten gaan. De door de moeder primair verzochte omgangsregeling realiseert dit. Namens de moeder is subsidiair verzocht tot een 50/50-regeling, zodat de ouders een gelijke verdeling hebben en met zo min mogelijk contact kunnen werken aan hun eigen aandachtspunten en de onderlinge communicatie. Op deze manier kan de GI ook beide opvoedsituaties onderzoeken.
5.De beoordeling
- de moeder haalt de kinderen op 20 december 2024 uit school, waarna de moeder de kinderen op 24 december 2024 om 12:00 uur naar de vader brengt;
- de vader brengt de kinderen op 26 december 2024 om 12:00 uur naar de moeder;
- de moeder brengt de kinderen op 27 december om 13:00 uur naar de vader;
- de vader brengt de kinderen op 31 december 2024 om 13:00 uur naar de moeder;
- de moeder brengt de kinderen op 2 januari 2025 om 13:00 uur naar de vader.
- twee keer per maand omgang met de moeder (in de oneven weken) van vrijdag (uit school) tot dinsdag (uit school);
- de GI neemt het initiatief om met de ouders tot een vast schema
6.De beslissing
- twee keer per maand (in de oneven weken) omgang van vrijdag (uit school) tot dinsdag (uit school);
- de GI neemt de regie om in overeenstemming met de ouders tot een vast schema
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.