Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Deze argumenten van eiser vertaalt de rechtbank naar twee beroepsgronden: het college heeft zich ten onrechte beroepen op artikel 5.2, eerste lid, van de Woo en, gelet op het imperatieve karakter van dit artikellid, had het college artikel 5.2, derde lid, van de Woo moeten toepassen.
Conclusie en gevolgen
€ 0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet (voldoende) mogelijk is. Het bedrag aan reiskosten wordt vastgesteld op € 81,60. Hierbij wordt uitgegaan van de kosten van een retour Nunspeet-Arnhem met het openbaar vervoer voor twee zittingen. Eiser heeft voor de tweede zitting weliswaar gevraagd om een kilometervergoeding, maar hij heeft niet onderbouwd waarom het niet (voldoende) mogelijk was om gebruik te maken van het openbaar vervoer. In verband met het vorenstaande komen de parkeerkosten niet voor vergoeding in aanmerking.
Eiser heeft ook gevraagd om een vergoeding van verletkosten van € 300.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover daarbij openbaarmaking van de memo is geweigerd;
- draagt het college op de memo openbaar te maken nadat zes weken zijn verstreken na verzending van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 184 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiser van € 381,60.
mr. W.P.C.G. Derksen en mr. J.A. van Schagen, rechters, in aanwezigheid van
mr.L. Janssen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op: