ECLI:NL:RBGEL:2024:9271

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
C/05/443174 / HA ZA 24-542
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in civiele zaak over vorderingen uit overeenkomst van opdracht, betalingsovereenkomst en borgtocht

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Gelderland op 11 december 2024 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Guidance Rotterdam B.V. en de Verenigde Groningse en Friese Company Beheer B.V. (VGFCB), waarbij de gedaagde partijen niet verschenen zijn. Guidance Rotterdam vorderde betaling van een totaalbedrag van € 50.082,02, dat bestond uit vorderingen op basis van een overeenkomst van opdracht en een betalingsovereenkomst. Daarnaast werd er een voorwaardelijke vordering ingesteld op basis van een overeenkomst van borgtocht tegen een derde partij, aangeduid als [gedaagde sub 2].

De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van Guidance Rotterdam niet onrechtmatig of ongegrond zijn, en heeft deze toegewezen. De rechtbank heeft VGFCB veroordeeld tot betaling van € 9.528,52 op basis van de overeenkomst van opdracht en € 40.553,50 op basis van de betalingsovereenkomst. Tevens is [gedaagde sub 2] voorwaardelijk veroordeeld tot betaling van maximaal € 40.553,50, afhankelijk van de nakoming door VGFCB.

Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals beslagkosten en proceskosten. De rechtbank heeft de beslagkosten vastgesteld op € 2.888,45 en de proceskosten op € 3.824,68. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/443174 / HA ZA 24-542
Vonnis van 11 december 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GUIDANCE ROTTERDAM B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Guidance Rotterdam,
advocaat: mr. A. Sintniklaas te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERENIGDE GRONINGSE EN FRIESE COMPANY BEHEER B.V.,
gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe,
hierna te noemen: VGFCB,
2.
[gedaagde sub 2]
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [gedaagde sub 2] ,
gedaagde partijen,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het tegen VGFCB en [gedaagde sub 2] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Guidance Rotterdam heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
2.2.
De vorderingen komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor zover hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
VGFCB is gehouden om aan Guidance Rotterdam € 50.082,02 te betalen, waarvan
€ 9.528,52 op grond van de door VGFCB en Guidance Rotterdam gesloten overeenkomst van opdracht en € 40.553,50 op grond van de door VGFCB en Guidance Rotterdam gesloten betalingsovereenkomst. Gelet op de door [gedaagde sub 2] en Guidance Rotterdam gesloten overeenkomst van borgtocht is [gedaagde sub 2] - indien en voor zover VGFCB haar betalingsverplichting op grond van de betalingsovereenkomst niet nakomt - gehouden om aan Guidance Rotterdam maximaal € 40.553,50 te betalen. Het onder i. en ii. van het petitum gevorderde is toewijsbaar, met dien verstande dat de veroordeling van [gedaagde sub 2] tot betaling van laatstgenoemd bedrag een voorwaardelijk karakter heeft, zoals vermeld in het dictum.
2.4.
Onder iii. van het petitum heeft Guidance Rotterdam een bedrag ter grootte van
€ 2.031,97 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. In verband daarmee heeft zij in randnummer 6.4. van de dagvaarding verwezen naar de Staffel Buitengerechtelijke Incassokosten. Als deze staffel wordt toegepast op de (van VGFCB) gevorderde hoofdsom van € 50.082,02, dan leidt dat tot een bedrag van € 1.275,82. Laatstgenoemd bedrag is toewijsbaar. Als de staffel wordt toegepast op de (van [gedaagde sub 2] ) gevorderde hoofdsom van € 40.553,50, dan leidt dat tot een bedrag van € 1.180,54, zoals gevorderd onder iv. van het petitum. Ook dit bedrag is toewijsbaar.
2.5.
Guidance Rotterdam vordert VGFCB en [gedaagde sub 2] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op:
- explootkosten
986,45
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.214,00
(1 punt × € 1.214,00)
Totaal
2.888,45.
2.6.
VGFCB en [gedaagde sub 2] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Guidance Rotterdam worden begroot op:
- kosten van de dagvaardingen
231,68
- griffierecht
2.201,00
(€ 2.889,00 - € 688,00)
- salaris advocaat
1.214,00
(1 punt × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
3.824,68.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt VGFCB om aan Guidance Rotterdam te betalen een bedrag van
€ 9.528,52 op grond van de door VGFCB en Guidance Rotterdam gesloten overeenkomst van opdracht en € 40.553,50 op grond van de door VGFCB en Guidance Rotterdam gesloten betalingsovereenkomst, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de termijnbetalingen onder de betalingsovereenkomst en de vervaldata van de facturen tot aan de dag dat de gehele vordering is voldaan,
3.2.
veroordeelt [gedaagde sub 2] - indien en voor zover VGFCB niet aan de hiervoor onder 3.1. genoemde veroordeling ter zake van de betalingsovereenkomst voldoet - om aan Guidance Rotterdam te betalen een bedrag van maximaal € 40.553,50, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2024 tot aan de dag dat de gehele vordering is voldaan,
3.3.
veroordeelt VGFCB om aan Guidance Rotterdam te betalen een bedrag van € 1.275,82 aan buitengerechtelijke incassokosten,
3.4.
veroordeelt [gedaagde sub 2] om aan Guidance Rotterdam te betalen een bedrag van € 1.180,54 aan buitengerechtelijke incassokosten,
3.5.
veroordeelt VGFCB en [gedaagde sub 2] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 2.888,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.6.
veroordeelt VGFCB en [gedaagde sub 2] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten van € 3.824,68, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als VGFCB en/of [gedaagde sub 2] niet tijdig aan de veroordeling voldoet/voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, en te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de veertiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.F. van den Berg en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.