Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
hierna te noemen: VGFCB,
[gedaagde sub 2]
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Gelderland op 11 december 2024 een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Guidance Rotterdam B.V. en de Verenigde Groningse en Friese Company Beheer B.V. (VGFCB), waarbij de gedaagde partijen niet verschenen zijn. Guidance Rotterdam vorderde betaling van een totaalbedrag van € 50.082,02, dat bestond uit vorderingen op basis van een overeenkomst van opdracht en een betalingsovereenkomst. Daarnaast werd er een voorwaardelijke vordering ingesteld op basis van een overeenkomst van borgtocht tegen een derde partij, aangeduid als [gedaagde sub 2].
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van Guidance Rotterdam niet onrechtmatig of ongegrond zijn, en heeft deze toegewezen. De rechtbank heeft VGFCB veroordeeld tot betaling van € 9.528,52 op basis van de overeenkomst van opdracht en € 40.553,50 op basis van de betalingsovereenkomst. Tevens is [gedaagde sub 2] voorwaardelijk veroordeeld tot betaling van maximaal € 40.553,50, afhankelijk van de nakoming door VGFCB.
Daarnaast zijn buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals beslagkosten en proceskosten. De rechtbank heeft de beslagkosten vastgesteld op € 2.888,45 en de proceskosten op € 3.824,68. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.