ECLI:NL:RBGEL:2024:9242

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
08/082489-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meermalen gepleegde oplichting en vervalsing van biometrische persoonsgegevens met het oogmerk tot identiteitsmisbruik

Op 10 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meermalen gepleegde oplichting en vervalsing van biometrische persoonsgegevens. De verdachte werd beschuldigd van het vervalsen van handtekeningen van meerdere slachtoffers op energiecontracten en volmachten, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte tussen 18 april 2019 en 22 januari 2021 in Nederland handtekeningen heeft vervalst en identiteitsgegevens van anderen heeft misbruikt, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor de slachtoffers. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de verdediging van de verdachte dat hij handtekeningen had gezet op basis van eerdere volmachten. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop van de zaak, wat leidde tot een mildere straf dan oorspronkelijk door de officier van justitie was geëist.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 08/082489-22
Datum uitspraak : 10 december 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1975 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 april 2019 tot en met 22 januari 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, biometrische kenmerken en/of biometrische persoonsgegevens valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, teneinde zijn identeit te verhelen en/of de identiteit van een ander te verhelen en/of te misbruiken, door
- een of meermalen een valse handtekening van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] te plaatsen en/of schrijven op een of meer (energie)contract(en), althans enig(e) schriftelijk(e) bescheid(en), tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] ;
- een of meermalen een valse handtekening van [slachtoffer 8] te plaatsen en/of schrijven op een volmachtformulier,
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 september 2020 tot en met 22 januari 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van:
- een of meer (energie)contract(en), althans enig(e) schriftelijk(e) bescheid(en) tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] , en/of
- een volmachtformulier,
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift (telkens) echt en onvervalst, waarbij gebruikmaken hierin bestond dat voornoemd(e) geschrift(en) is/zijn verzonden en/of aangeboden/overlegd/gegeven aan [slachtoffer 7] ,
en waarbij die valsheid en/of vervalsing (telkens) hierin bestond dat vooernoemd(e) geschrift(en) voorzien was/waren van valse/vervalste handtekening(en) en/of e-mailadres(sen) van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die geschrift(en) (telkens) bestemd was/waren voor zodanig gebruik;
3
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 september 2020 tot en met 22 januari 2021 te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de na(a)m(en) van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] heeft gebruikt, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon onstaan, immers heeft verdachte zonder toestemming en op naam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ) (telkens) (energie)contract(en) afgesloten met [slachtoffer 7] ;
4
hij in of omstreeks de periode van 22 september 2020 tot en met 22 december 2020 te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch en/of Groningen, althans in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een of meer geldbedragen, te weten:
- € 14.656,125 ( factuur d.d. 22 september 2020 incl. BTW) en/of
- € 28.737,50 ( factuur d.d. 26 oktober 2020 incl. BTW) en/of
- € 27.300,625 ( factuur d.d. 25 november 2020 incl. BTW) en/of
- € 25.863,75 ( factuur d.d. 22 december 2020 incl. BTW),
in totaal (ongeveer) € 96.558,00, althans enige geldbedragen,
door meermalen, althans eenmaal,
- ( als tussenpersoon/bemiddelaar tussen [slachtoffer 7] en derden) op naam van een of meer medewerker(s) van de [slachtoffer 6] , valse (energie)contract(en) af te sluiten tussen [slachtoffer 7] en een of meer woonlocatie(s) van die stichting (te weten: [adres 2] en/of [adres 3] en/of [adres 4] en/of [adres 5] en/of [adres 6] en/of [adres 7] en/of [adres 8] en/of [adres 9] en/of [adres 10] en/of [adres 11] en/of [adres 12] en/of [adres 13] en/of [adres 14] en/of [adres 15] en/of [adres 16] ) en/of
- ( vervolgens) facturen naar [slachtoffer 7] uit te sturen ten behoeve van het innen van de provisie voor het (bemiddelen bij het) afsluiten van die contracten, waardoor [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van verdachte
Verdachte heeft aangevoerd dat hij geen handtekeningen heeft vervalst, maar dat hij op grond van eerdere volmachten handtekeningen heeft gezet namens de betrokken personen.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 1] heeft op 26 januari 2021 aangifte gedaan mede namens de [slachtoffer 6] en [naam 1] . In april 2019 werd [slachtoffer 1] als locatiecoördinator door verdachte namens [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] benaderd over de mogelijkheden om over te stappen naar een andere energieleverancier. Uiteindelijk heeft zij voor de woonlocatie aan de [adres 4] in [plaats 1] , waar zij locatiecoördinator van was, de overstap gemaakt naar [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] met behulp van verdachte. Kort daarna is aangeefster van locatie gewisseld en werd [naam 1] de nieuwe locatiecoördinator van de woonlocatie in [plaats 1] . [2]
Verdachte heeft zijn werkzaamheden voor [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] in 2019 beëindigd en is zijn eigen consultancy bureau begonnen [3] Verdachte heeft blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel zijn eenmanszaak opgericht per 1 april 2019, genaamd [bedrijf] . [4] Door de [slachtoffer 6] is toen besloten geen zaken meer te doen met verdachte.
Op 28 februari 2020 zocht verdachte per mail contact met [naam 1] en hij bood aan opnieuw uit te zoeken of overstappen voordelig zou zijn voor de locatie in [plaats 1] . [naam 1] heeft per mail aangegeven hier geen belang bij te hebben en sindsdien hebben [naam 1] en [slachtoffer 1] geen contact meer gehad met verdachte.
In januari 2021 constateerde [naam 1] dat er contracten zijn overgesloten voor de woonlocatie [adres 4] in [plaats 1] . Na navraag bij [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] bleek dat er sinds september 2020 oversluitingen zijn gedaan van [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] naar [slachtoffer 7] . [naam 1] gaf bij [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] aan dat die oversluitingen niet door hem zijn gedaan, maar dat ze ongeoorloofd door een ander zijn gedaan. [energieleverancier 1] / [energieleverancier 2] gaf aan dat [naam 1] contact diende op te nemen met [slachtoffer 7] , omdat er bewijsstukken waren aangeleverd met hierop de namen van tekengemachtigde personen. [naam 1] heeft contact opgenomen met [slachtoffer 7] en het bleek dat er een Gmail-account was gebruikt op naam van [slachtoffer 1] . Daarnaast gaf [slachtoffer 7] aan dat [bedrijf] als tussenpersoon heeft gefungeerd voor deze contractafsluitingen. [5]
In april 2022 heeft een verbalisant contact opgenomen met aangeefster [slachtoffer 1] Zij verklaarde dat zij niet wist dat verdachte een e-mailadres had aangemaakt op haar naam. Zij heeft daar geen toestemming voor gegeven. De verbalisant vertelde haar dat een volmacht namens de [slachtoffer 6] was afgegeven aan verdachte door [slachtoffer 8] . [slachtoffer 1] kende mevrouw [slachtoffer 8] niet. De verbalisant nam contact op met [naam 1] en hij zei dat hij een [slachtoffer 8] kende die werkzaam was in [plaats 1] , maar dat zij niet bevoegd is om een volmacht af te geven. Verdachte heeft volgens [naam 1] een volmacht gebruikt. De verbalisant heeft daarna contact opgenomen met [slachtoffer 8] en zij heeft tegen de verbalisant verklaard dat zij geen volmacht heeft ondertekend en dat zij daartoe niet bevoegd is in haar functie. [slachtoffer 8] heeft verklaard dat haar handtekening is vervalst en dat zij daar al aangifte van had gedaan. [6]
Verbalisanten hebben de handtekening van [slachtoffer 8] op de hierboven genoemde aangifte en paspoort vergeleken met de handtekening op het volmachtformulier. Zij bevonden dat die handtekeningen niet overeen kwamen. Verder bevonden zij dat de handtekeningen op de contracten op naam van [slachtoffer 1] niet overeenkomen met de handtekeningen van [slachtoffer 1] op haar paspoort en onder haar aangifte. [7]
[slachtoffer 8] heeft in de door haar zelf gedane aangifte verklaard dat zij op 18 januari 2021 werd gebeld door [slachtoffer 2] dat verdachte energiecontracten had afgesloten voor de locatie [adres 11] in [plaats 2] . Dit werd, nadat [slachtoffer 8] contact had opgenomen, bevestigd door de contactpersoon bij [slachtoffer 7] . Volgens [slachtoffer 8] is de paraaf onder de contracten vervalst en is een volmacht op naam van haar ook vervalst. [8] [slachtoffer 8] heeft in de civiele procedure tussen [slachtoffer 7] en verdachte als getuige onder ede verklaard dat zij de volmachten niet herkent en dat de handtekening op haar handtekening lijkt, maar dat het niet haar handtekening is. Ze heeft verdachte geen volmacht gegeven om energiecontracten af te sluiten met [slachtoffer 7] . [9]
In de civiele procedure heeft ook [slachtoffer 2] als getuige onder ede verklaard dat op een volmacht op zijn naam een handtekening staat die niet van hem is en die hij niet heeft gezet. [10] Verder blijkt uit een mail van [naam 2] dat [slachtoffer 1] volgens de [slachtoffer 6] niet gemachtigd was een dergelijk contract af te sluiten voor de locatie in [plaats 3] (
de rechtbank begrijpt: locatie [adres 14] te [plaats 3]). Ook was de locatiecoördinator van die locatie in [plaats 3] niet op de hoogte van dit contract. [11]
Namens [slachtoffer 7] is door [aangever] aangifte gedaan. In december 2020 en januari 2021 hebben zij energieaansluitingen overgenomen voor locaties van de [slachtoffer 6] . Kort daarna hoorden zij van locatiecoördinatoren dat zij nooit toestemming hebben gegeven [slachtoffer 7] de energievoorziening te laten verzorgen. [slachtoffer 7] heeft een bedrag van € 92.150,00 exclusief btw aan provisie betaald aan verdachte voor zijn verleende diensten. De betrokken locaties voor wie [slachtoffer 7] valse contracten heeft ontvangen waren die van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] . [slachtoffer 7] heeft contracten ontvangen van verdachte met daarachter de naam van de betrokken locatiecoördinator van de locaties:
  • [adres 4] (
  • [adres 3] te [plaats 4] met als locatiecoördinator [slachtoffer 4] (
  • [adres 5] (
  • [adres 7] te [plaats 5] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 8] te [plaats 1] met als locatiecoördinator [slachtoffer 1] ;
  • [adres 9] te [plaats 2] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 10] te [plaats 2] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 11] te [plaats 2] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 16] te [adres 16] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 15] te [plaats 2] met als locatiecoördinator [slachtoffer 2] (
  • [adres 14] te [plaats 3] met als locatiecoördinator [slachtoffer 1] ;
  • [adres 13] te [plaats 6] met als locatiecoördinator [slachtoffer 5] (
  • [adres 12] te [plaats 7] met als locatiecoördinator (
Uit een mail van [aangever] van [slachtoffer 7] die naar verdachte is verzonden blijkt dat verdachte volgens [slachtoffer 7] :
  • hen nooit op de hoogte heeft gesteld dat hij de overeenkomsten zelf heeft getekend;
  • overeenkomsten heeft ondertekend door het namaken van de handtekening of paraaf van de volmachtgever in plaats van dat hij de overeenkomsten heeft ondertekend met ‘in opdracht van’;
  • overeenkomsten heeft ondertekend voor personen die niet tekenbevoegd waren voor die bepaalde locaties;
  • overeenkomsten heeft ondertekend voor personen die op geen enkele wijze betrokken waren bij die locaties;
  • meerdere overeenkomsten heeft geaccepteerd via een Gmail-account waarbij door de naam wordt gesuggereerd dat deze hoort bij een persoon die betrokken is bij de [slachtoffer 6] ;
  • de naam van [slachtoffer 2] verkeerd heeft geschreven en dat het genoemde telefoonnummer van [slachtoffer 2] niet klopt.
Verdachte heeft verklaard dat hij de oversluitingen heeft geregeld voor de [slachtoffer 6] door de aanvragen bij [slachtoffer 7] te ondertekenen namens de betrokken locatiecoördinatoren en dat hij gevolmachtigd was om die oversluitingen te doen. Deze oversluitingen heeft hij gedaan, omdat hem in 2019 de opdracht was gegeven oversluitingen te regelen. De volmacht op naam van [slachtoffer 8] is volgens verdachte door haarzelf ondertekend. Verder heeft verdachte verklaard dat hij het mailadres op de naam van [slachtoffer 1] uit praktisch oogpunt heeft aangemaakt om dat mailadres te gebruiken voor het regelen van oversluitingen. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij provisies heeft ontvangen van [slachtoffer 7] voor het sluiten van de energiecontracten met [slachtoffer 7] voor locaties van de [slachtoffer 6] .
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. Verdachte heeft immers op de in de tenlastelegging genoemde volmachtformulier en de energiecontracten valse handtekeningen gezet van de zogenaamde volmachtgever en zogenaamde contractspartijen bij de betreffende contracten en uit hun naam de genoemde contracten afgesloten. De rechtbank acht tevens oplichting van [slachtoffer 7] door verdachte voor een bedrag van € 89.660,99bewezen. De rechtbank heeft dit bedrag als volgt berekend:
- € 14.656,12 € 14.656,12 met betrekking tot de door verdachte verzonden factuur van 22 september 2020. Dit betreft de factuur voor de locaties [adres 3] (€ 4.275,-) en [adres 4] (€ 7.837,50) vermeerderd met 21% btw; [14]
- € 21.840,50 € 21.840,50met betrekking tot de door verdachte verzonden factuur van 26 oktober 2020. Dit betreft de factuur voor de locaties [adres 5] (€ 5.225,-),
[adres 6] (€ 5.700,-),[adres 7] (€ 8.075,-), [adres 8] (€ 4.750,-) vermeerderd met 21% btw; [15]
- € 27.300,62 € 27.300,62 met betrekking tot de door verdachte verzonden factuur van 25 november 2020. Dit betreft de factuur voor de locaties [adres 9] (in totaal € 6.887,50), [adres 10] (€ 9.025,00) en [adres 11] (€ 6.650,00) vermeerderd met 21% btw; [16]
- € 25.863,75 € 25.863,75 met betrekking tot de door verdachte verzonden factuur van 22 december 2020. Dit betreft de factuur voor de locaties [adres 12] (€ 3.325,00), [adres 13] (€ 6.650,00), [adres 14] (€ 3.562,50), [adres 15] (€ 4.037,50) en [adres 16] (€ 3.800,00) vermeerderd met 21% btw. [17]
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte valse handtekeningen heeft gezet van [slachtoffer 3] en dat verdachte identificerende persoonsgegevens heeft gebruikt van [slachtoffer 3] . De rechtbank spreekt verdachte daarvan partieel vrij. De rechtbank acht ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 7] heeft opgelicht voor de locaties [adres 2] en [adres 6] , omdat de aangifte met betrekking tot het deel van de [adres 2] niet wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier en omdat door [slachtoffer 7] geen aangifte is gedaan van oplichting met betrekking tot de [adres 6] en er verder onvoldoende bewijs is. De rechtbank spreekt verdachte ook daarvan partieel vrij.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 18 april 2019 tot en met 22 januari 2021
te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althansin Nederland,
biometrische kenmerken en/ofbiometrische persoonsgegevens
valselijk heeft opgemaakt en/ofheeft vervalst, teneinde
zijn identiteit te verhelen en/ofde identiteit van een ander te
verhelen en/ofte misbruiken, door
-
een ofmeermalen een valse handtekening van [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] te plaatsen
en/of schrijven op
een of meer (energie
)contract
(en
),
althans enig(e) schriftelijk(e) bescheid(en),tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] ;
- een of meermalen een valse handtekening van [slachtoffer 8] te
plaatsen en/ofschrijven op een volmachtformulier,
met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken en
/ofdoor anderen te doen gebruiken;
2
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 22 september 2020 tot en met 22 januari 2021
te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althansin Nederland,
(telkens
)opzettelijk gebruik heeft gemaakt van:
-
een of meer (energie
)contract
(en
), althans enig(e) schriftelijk(e) bescheid(en)tussen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] , en
/of
- een volmachtformulier,
(elk
)zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – als ware dat geschrift
(telkens
)echt en onvervalst, waarbij gebruikmaken hierin bestond dat voornoemd
(e
)geschrift
(en
) is/zijn verzonden
en/of aangeboden/overlegd/gegevenaan [slachtoffer 7] ,en waarbij die valsheid en
/ofvervalsing (telkens) hierin bestond dat voo
ernoemd
(e
)geschrift
(en
)voorzien
was/waren van valse
/ofvervalste handtekening
(en
)en
/ofe-mailadres
(sen)van [slachtoffer 1]
en/of[slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]en
/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] , terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat
dit/die geschrift
(en
) (telkens
)bestemd
was/waren voor zodanig gebruik;
3
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 22 september 2020 tot en met 22 januari 2021
te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch, althansin Nederland,
(telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de na
(a)m
(en
)van [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5] heeft gebruikt, met het oogmerk
om zijn identiteit te verhelen en/ofde identiteit van de ander
te verhelen en/ofte misbruiken, waardoor enig nadeel kon on
tstaan, immers heeft verdachte zonder toestemming en op naam van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] en
/of[slachtoffer 5]
)(telkens
) (energie
)contract
(en
)afgesloten met [slachtoffer 7] ;
4
hij in
of omstreeksde periode van 22 september 2020 tot en met 22 december 2020
te [plaats 1] en/of [plaats 3] en/of [plaats 2] en/of 's-Hertogenbosch en/of Groningen, althansin Nederland,
met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid
en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed,
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten
een of meergeldbedragen, te weten:
- € 14.656,12
5(factuur d.d. 22 september 2020 incl. btw) en
/of
- € 21.840,50 ( factuur d.d. 26 oktober 2020 incl. btw) en
/of
- € 27.300,62
5(factuur d.d. 25 november 2020 incl. btw) en/
of
- € 25.863,75 ( factuur d.d. 22 december 2020 incl. btw),
in totaal
(ongeveer)€ 89.660,99
, althans enige geldbedragen,
door meermalen,
althans eenmaal,
-
(als tussenpersoon
/bemiddelaartussen [slachtoffer 7] en derden
)op naam van
een of meermedewerker
(s
)van de [slachtoffer 6] , valse
(energie
)contract
(en
)af te sluiten tussen [slachtoffer 7] en
een of meerwoonlocatie
(s
)van die stichting
(te weten:
[adres 2] en/of[adres 3] en
/of[adres 4] en/
of[adres 5]
en/of [adres 6]en
/of[adres 7] en
/of[adres 8] en
/of[adres 9] en
/of[adres 10] en
/of[adres 11] en
/of[adres 12] en
/of[adres 13] en
/of[adres 14] en
/of[adres 15] en
/of[adres 16]
)en
/of
-
(vervolgens
)facturen naar [slachtoffer 7] uit te sturen ten behoeve van het innen van de provisie voor het
(bemiddelen bij het
)afsluiten van die contracten, waardoor [slachtoffer 7] werd bewogen tot bovengenoemde afgifte.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, feit 2 en feit 3:
eendaadse samenloop van
biometrische persoonsgegevens vervalsen met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of te doen gebruiken in gevallen, waarin die persoonsgegevens worden gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, teneinde de identiteit van een ander te misbruiken, meermalen gepleegd;
en
opzettelijk gebruik maken van een vals en vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
en
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd;
feit 4:
oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het standpunt van verdachte
Verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het zetten van valse handtekeningen op energiecontracten en een volmachtformulier waardoor hij de identiteit van anderen heeft misbruikt, valsheid in geschrifte heeft gepleegd, misbruik heeft gemaakt van identificerende persoonsgegevens van anderen en een energiemaatschappij heeft opgelicht. Verdachte heeft voor de [slachtoffer 6] energiecontracten afgesloten, terwijl hij daar geen toestemming voor had. Ook is een e-mailadres met daarin de naam van een locatiecoördinator van de [slachtoffer 6] aangemaakt en gebruikt in de communicatie met medewerkers van [slachtoffer 7] over die energiecontracten. De provisies voor het afsluiten van de energiecontracten zijn vervolgens door [slachtoffer 7] in de veronderstelling dat het om geldige contracten ging op de bankrekening van verdachte gestort. [slachtoffer 7] is door de onjuiste voorstelling van zaken die verdachte gaf opgelicht.
De rechtbank is van oordeel dat het hier ernstige feiten betreft, die in beginsel een gevangenisstraf rechtvaardigen. In het handelsverkeer wordt grote waarde gehecht aan een handtekening die de identiteit moet bevestigen van degene die akkoord is met een verzoek of een afspraak. Men moet dus haast blindelings kunnen uitgaan van de echtheid daarvan. Het aangaan van een energiecontract voor een ander, zonder diens toestemming en met vervalsing van gegevens en een handtekening is daarom zeer laakbaar en de rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
De reclassering heeft een rapport over verdachte uitgebracht gedateerd op 30 september 2024. Verdachte heeft zijn leven in grote lijnen goed op orde. Zo heeft hij dagbesteding, voldoende inkomen uit zijn werk en een stabiel netwerk om zich heen. Verder is verdachte niet meer werkzaam in de financiële sector en leeft er bij hem geen hulpvraag.
De rechtbank houdt voorts, in het voordeel van verdachte, rekening met het tijdsverloop van de zaak. De bewezenverklaarde feiten hebben plaatsgevonden in de periode tussen 18 april 2019 en 21 januari 2021. Het eerste verhoor van verdachte was op 14 maart 2022 en het proces-verbaal is vervolgens gesloten op 12 december 2022. Daarna is kennelijk lange tijd niets gebeurd, want verdachte werd vervolgens voor de zitting van 27 november 2024 gedagvaard. De persoonlijke omstandigheden, het tijdsverloop en de geringe overschrijding van de redelijke termijn maken dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf naar oordeel van de rechtbank nu niet meer te rechtvaardigen valt.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat ook acht geslagen op het strafblad van verdachte, de LOVS-oriëntatiepunten en wat in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd. Alles overwegende acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 240 uur passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straffen is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 55, 57, 225, 231a, 231b en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. C.H. van Breevoort-De Bruin en mr. S.P.H. Brinkman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 december 2024.
De voorzitter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021037839, gesloten op 12 december 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 3.
3.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 27 november 2024.
4.Het schriftelijk bescheid, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel [bedrijf] , p. 123 van het aanvullend dossier.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 4.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 81.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 4 van het aanvullend dossier.
9.Het proces-verbaal van het getuigenverhoor van [slachtoffer 8] d.d. 28 januari 2022, p. 183 van het aanvullend dossier.
10.Het proces-verbaal van het getuigenverhoor van [slachtoffer 2] d.d. 28 januari 2022, p. 183 van het aanvullend dossier.
11.Het schriftelijk bescheid, te weten een e-mail van [naam 2] aan [slachtoffer 7] d.d. 19 januari 2021, p. 80 van het aanvullend dossier.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] namens [slachtoffer 7] , p. 29 van het aanvullend dossier.
13.Het schriftelijk bescheid, te weten een e-mail van [aangever] namens [slachtoffer 7] aan verdachte d.d. 20 januari 2021, p. 48 van het aanvullend dossier.
14.Het schriftelijk bescheid, te weten een factuur [bedrijf] aan [slachtoffer 7] d.d. 22 september 2020, p. 134 van het aanvullend dossier.
15.Het schriftelijk bescheid, te weten een factuur [bedrijf] aan [slachtoffer 7] d.d. 26 oktober 2020, p. 135 van het aanvullend dossier.
16.Het schriftelijk bescheid, te weten een factuur [bedrijf] aan [slachtoffer 7] d.d. 25 november 2020, p. 136 van het aanvullend dossier.
17.Het schriftelijk bescheid, te weten een factuur [bedrijf] aan [slachtoffer 7] d.d. 22 december 2020, p. 137 van het aanvullend dossier.