5.2.Omdat de staatssecretaris binnen de terugkijktermijn van vier jaar tenminste één strafbaar feit heeft gevonden, heeft hij ook gekeken naar strafbare feiten die eiser heeft gepleegd buiten deze termijn.Buiten de terugkijktermijn vond de staatssecretaris gegevens dat eiser in 2008 in aanraking is geweest met justitie wegens bedreiging en belaging. Dit wordt meegewogen bij de belangenafweging. De staatssecretaris vindt dat het belang van de samenleving zwaarder weegt dan het belang van eiser bij de afgifte van de VOG. Hierbij heeft de staatssecretaris meegewogen dat eiser vaker in aanraking is geweest met justitie, dat zijn contact met justitie nog maar kort geleden is en dat hij een niet lichte straf heeft gekregen bij de veroordeling van 11 maart 2022. De door eiser naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden heeft de staatssecretaris ook meegewogen bij de belangenafweging, maar deze omstandigheden maken niet dat hij tot een ander besluit komt.
6. Wanneer de aanvrager van een VOG in de justitiële documentatie voorkomt, wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van een objectief en een subjectief criterium. Met het objectieve criterium wordt beoordeeld of de aangetroffen justitiële gegevens binnen de geldende terugkijktermijn, indien herhaald, gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie, taak, dan wel bezigheid waarvoor de VOG is aangevraagd. Bij het subjectieve criterium wordt beoordeeld of het belang van de aanvrager zwaarder weegt dan het belang van de samenleving bij bescherming tegen het eerder genoemde risico voor de samenleving. Als dat zo is, wordt de VOG afgegeven, ook al wordt voldaan aan het objectieve criterium. Bij de toepassing van het subjectieve criterium worden als relevante omstandigheden betrokken de wijze waarop de strafzaak is afgedaan, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten. Bij de beoordeling van een aanvraag om afgifte van een VOG worden door de staatssecretaris de criteria gehanteerd die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018 (beleidsregels), zoals die golden ten tijde van het bestreden besluit.
7. Ter zitting is vastgesteld dat het objectieve criterium niet (meer) in geschil is tussen partijen.
Het subjectieve criterium
8. Eiser betoogt dat zijn persoonlijk belang zwaarder moet wegen dan het maatschappelijk belang. Hij voert daartoe aan dat hij sinds mei 2021 werkzaam is bij [bedrijf 1] in de functie van fysieke zorg begeleider. Daarin heeft hij veelvuldig contact met verschillende instanties zoals GGZ, verslavingszorg, Forensisch Beschermd Wonen en gewoon Beschermd Wonen, waarbij hij integer te werk gaat. Ook heeft hij via [bedrijf 2] bij de politie gewerkt. Eiser heeft aangegeven zich op vele manieren voor de samenleving in te zetten, namelijk 25 jaar als vrijwilliger bij [evenement], als vrijwilliger Burgerhulpverlener, en hij is 15 jaar werkzaam geweest bij de huisartsenpost. Tijdens zijn werkzaamheden hebben zich geen problemen voorgedaan. Verder is de zaak waarin hij werd verdacht van belaging en bedreiging licht afgedaan omdat het voorwaardelijk is geseponeerd met een proeftijd die is verstreken. Ter zitting heeft eiser toegelicht dat de handelingen (belaging) specifiek gericht waren op één persoon, waarmee het gevaar voor anderen dan die ene persoon er minder of helemaal niet is. Eiser doet er alles aan om zijn leven in goede banen te leiden. Eiser wordt in zijn belangen geschaad als hij de functie van brandweervrijwilliger niet kan uitoefenen. Ook zal zijn huidige werkgever om een VOG vragen. Als hij zijn baan kwijtraakt, komt hij weer in de financiële problemen terecht.
Eiser heeft in beroep nog aanvullende stukken ingediend, waaronder een (korte) verklaring van [persoon A] (gezondheidspsycholoog) van 2 februari 2022, een e-mail bericht van [persoon B] van 20 juli 2022 over zijn werk als zorgbegeleider, een referentie van [persoon C] van [bedrijf 3] over het functioneren van eiser in de periode van 31 juli 2023 tot 23 september 2023, een e-mail van eiser van 6 januari 2024 aan [persoon D], een brief van de Reclassering van 1 juli 2024, een getuigschrift aangaande de opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar van 27 augustus 2024, een beslissing op bezwaar van 28 augustus 2024 waarin zijn bezwaar gegrond wordt verklaard, een afgegeven VOG op 27 augustus 2024 voor de functie van beveiliger/centralist bij [stichting] in [plaats 2] en een stuk uit een krant en van Facebook. Daarbij is de belangenafweging in het voordeel van eiser uitgevallen en ter zitting heeft eiser toegelicht dat daaruit afgeleid moet worden dat de afweging in deze zaak onvolledig is geweest.