Op 11 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De zaak is aangespannen door de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling betrokken is bij de zorg voor de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de opvoedvaardigheden van de vader, die in het verleden fysiek corrigerend heeft opgetreden, wat heeft geleid tot onveiligheid voor de kinderen. De kinderen hebben aangegeven zich niet veilig te voelen bij de vader, wat heeft geresulteerd in een verzoek tot wijziging van de omgangsregeling. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij zowel de moeder als de vader aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de huidige omgangsregeling, waarbij de kinderen om de week bij de vader verblijven, niet in het belang van de kinderen is. Er is sprake van een loyaliteitsconflict en de kinderen hebben aangegeven dat zij liever bij de moeder willen wonen. De kinderrechter heeft daarom besloten dat de kinderen om de week, onder begeleiding, contact hebben met de vader, met de mogelijkheid tot uitbreiding van dit contact in de toekomst. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de moeder de kinderen positief blijft stimuleren om contact met de vader te onderhouden, en dat de opvoedsituatie bij de vader moet verbeteren.