ECLI:NL:RBGEL:2024:914

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
22 februari 2024
Zaaknummer
C/05/430635 KG RK 24-56 C/05/ 430645 KG RK 24-57
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gecombineerde beslissing in dubbel wrakingsverzoek en aansprakelijkheidstelling betreffende meerdere lopende procedures in diverse sectoren van de rechtbank

Op 5 februari 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op een dubbel wrakingsverzoek van verzoekers, die zich tegen meerdere rechters van de rechtbank hebben gekeerd. De verzoekers hebben op 14 januari 2024 een verzoek tot wraking ingediend, waarin zij verschillende gronden aanvoeren tegen de rechters die betrokken zijn bij hun lopende procedures. De wrakingskamer heeft besloten dat de verzoeken niet-ontvankelijk dan wel ongegrond zijn, en heeft daarbij de anti-misbruikbepaling toegepast voor eventuele toekomstige wrakingsverzoeken in de genoemde procedures. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoekers geen concrete feiten hebben aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De verzoekers hebben in hun verzoeken een gebrek aan vertrouwen in de onafhankelijkheid van de rechters geuit, maar dit is op zichzelf geen grond voor wraking. De wrakingskamer heeft ook geoordeeld dat de verzoekers niet in hun wrakingsverzoek tegen de gehele rechtbank kunnen worden ontvangen, omdat dit niet gericht is tegen de met de behandeling van een zaak belaste rechter. De wrakingskamer heeft de verzoekers niet in de gelegenheid gesteld om gebreken in hun verzoeken te herstellen, aangezien zij eerder op deze verplichtingen zijn gewezen. De beslissing van de wrakingskamer is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummers: C/05/430635 KG RK 24-56 en C/05/ 430645 KG RK 24-57
Beslissing van
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van

1.[verzoekers][verzoekers][verzoekers][verzoekers]

allen wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekers,
strekkende tot de wraking van
mr. D.S.M. Bak, mr. T.C. Henniphof en mr. R.M.H. Pennings,rechters van de wrakingskamer in de zaak met nummer C/05/428379 KG RK 23-907,
mr. D.S.M. Bak, mr. T.C. Henniphof en mr. A.A. Roodenburg, rechters van de wrakingskamer in de zaak met nummer C/05/429017 KG RK 23-937,
alle rechters van de rechtbank Gelderland,
mr. J.F.L. van den Toorenin de zaak met nummer C/05/419655 HZ ZA 23-163
mr. M.J.M. Verhoevenin de zaak met nummer ARN 22/5765 GEMWT,
mr. P.F.A. Bierboomsin de zaak met nummer C/05/429155 KZ ZA 23-194
hierna te noemen: de rechter(s).

1.De procedure

1.1.
Verzoekers hebben per e-mail van 14 januari 2024 een verzoek “Tweede wraking tevens aanvulling op de eerste wraking”, gedateerd op 13 januari 2024, ter attentie van de wrakingskamer bij de rechtbank ingediend. In dat verzoek worden de hiervoor vermelde rechters op verschillende gronden gewraakt.
1.2.
De wrakingskamer heeft vervolgens bepaald dat deze wrakingsverzoeken op grond van artikel 4 lid 2 van het wrakingsprotocol zonder zitting kunnen worden afgedaan.

2.De wrakingsverzoeken

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van alle rechters in deze rechtbank en tot een aantal rechters in specifieke zaken, het betreft de volgende procedures:
een civiele kort gedingprocedure met nummer: C/05/429155 KZ ZA 23-194,
een civiele kantonzaak met nummer: 10275901 CV EXPL 23-127, welke zaak is verwezen naar de handelskamer en is behandeld onder nummer C/05/419655 HZ ZA 23-163, waarin verzoekers een wrakingsverzoek hebben ingediend,
de wrakingszaak met nummer: C/05/429017 KG RK 23-937, waarin de wrakingskamer bij beslissing van 27 december 2023 heeft beslist op het wrakingsverzoek in de onder b. vermelde zaak,
e zaak bij de bestuursrechter met nummer ARN 22/5765 GEMWT, waarin verzoekers een wrakingsverzoek hebben ingediend,
de wrakingszaak met nummer C/05/428379 KG RK 23-907, waarin de wrakingskamer bij beslissing van 27 december 2023 heeft beslist op het wrakingsverzoek in de onder d. vermelde zaak.
2.2.
Verzoekers hebben blijkens hun schriftelijk verzoek hieraan – samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. Verzoekers is duidelijk geworden dat de rechtbank Gelderland, de rechters, de griffiers en de wrakingskamer niet naar eer, geweten en de wet handelen. Verzoekers krijgen geen eerlijk proces. De kortgedingprocedure en de civiele procedures bij de kantonrechter en de handelsrechter hadden niet mogen worden aangemaakt en hadden in de bestuursrechtelijke procedure moeten worden meegenomen. De wrakingskamer heeft in de twee wrakingsprocedures onjuiste standpunten ingenomen en de wrakingsbeslissingen van 27 december 2023 zijn ongegrond. Daarom worden in de daarop betrekking hebbende zaken tweede wrakingsverzoeken en aansprakelijkheidstellingen ingediend, die tevens een aanvulling zijn op de eerste wrakingsverzoeken en aansprakelijkheidsstellingen.

3.De beoordeling

3.1.
Gelet op de hoeveelheid wrakingsgronden en diverse procedures waarop de wrakingsverzoeken van verzoekers betrekking hebben, worden deze hierna afzonderlijk behandeld en beoordeeld. Het algemene beoordelingskader voor ieder wrakingsverzoek is als volgt.
3.2.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
De beslissingen van de wrakingskamer van 27 december 2023 met zaaknummers C/05/428379 KG RK 23-907 en C/05/429017 KG RK 23-937
3.3.
Verzoekers zijn het inhoudelijk niet eens met deze beslissingen van de wrakingskamer. Voor zover verzoekers hebben bedoeld de rechters van de betreffende wrakingskamer op die grond(en) te wraken, zullen zij niet-ontvankelijk worden verklaard in hun verzoek, omdat het te laat is ingediend. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in een (wrakings)zaak. Verzoekers hebben verder gesteld dat de wrakingsbeslissingen niet rechtsgeldig zijn, omdat de griffier niet zijn/haar handtekening onder de beslissing heeft gezet, dan wel dat de naam van de griffier niet wordt genoemd. Ook dit levert geen grond op voor wraking. De ondertekening van de wrakingsbeslissingen voldoet aan de wettelijke vereisten. In de beslissingen is de naam van de griffier vermeld en is tevens vermeld dat de griffier verhinderd is om te ondertekenen. Er bestaat geen grond voor de eis dat daarbij de reden van verhindering moet worden vermeld. In zoverre is het verzoek kennelijk ongegrond.
Wraking van de gehele rechtbank / alle rechters
3.4.
Verzoekers vermelden in hun wrakingsverzoek het volgende:
“Het is [verzoekers] al lang duidelijk dat de rechtbank Gelderland, de rechters, griffier en wrakingskamer niet naar eer, geweten en de wet handelen” en “Zolang de rechtszaken niet volgens de wet verlopen, er geen onderzoeken worden gedaan, aangiften van [verzoekers] geweigerd worden door de politie en overheden, geen duidelijke inzage in politiedossier, advocaten vanuit het niets met valse verklaringen onttrekken kan en mogen deze procedures geen doorgang vinden.
Zoals eerder aangegeven, verlenen eisers [verzoekers] geen medewerking aan corrupte/illegale/onwettige procedures. [verzoekers] heeft daarom geen vorderingen, proceskostenvergoeding en schadekostenvergoeding ingediend (deze zijn tot zo ver mogelijk uitgewerkt).Zij beroepen zich eerst op de wrakingen en aansprakelijkheidsstellingen, het indienen van aangiften en integrale inzage in politiedossier, dat de gehele procedure wordt gevoerd bij de bestuursrechter met een onafhankelijke rechter (welke niet partijding en niet handelt op basis van vooringenomenheid), civiele procedures ongegrond worden verklaard en alles bij de bestuursrechter worden afgehandeld, met een eerlijk rechtsproces en toegang tot het recht, met een advocaat op kosten van rechtbank Gelderland welke [verzoekers] rechtsbescherming biedt (…)”.
3.5.
Een wrakingsverzoek kan alleen gebaseerd worden op concrete feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Verzoekers hebben kennelijk geen vertrouwen in de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van rechters in het algemeen. Dit levert geen grond voor wraking op. Het wrakingsverzoek voor zover gericht tegen de rechtbank/alle rechters heeft geen betrekking op de met de behandeling van een zaak belaste rechter en is daarmee eveneens niet-ontvankelijk. Dit leidt ertoe dat verzoekers niet in hun wrakingsverzoek gericht tegen alle rechters van deze rechtbank kunnen worden ontvangen.
Wraking van mr. Van den Tooren in de zaak met nummer C/05/419655 HZ ZA 23-163
3.6.
De wrakingskamer overweegt dat verzoekers reeds in de beslissing van de wrakingskamer van 27 december 2023, waarbij hun wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is verklaard, zijn gewezen op de verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat in een wrakingszaak, in het geval het een wraking betreft in een zaak waarvoor verplichte procesvertegenwoordiging geldt. In die beslissing is verder het volgende vermeld:
“3.3 Het verzoek tot wraking is door verzoekers persoonlijk ingediend. Op 27 november
2023 is aan verzoekers per e-mail medegedeeld dat het schriftelijke wrakingsverzoek door
een advocaat ondertekend moet zijn. Verzoekers zijn in de gelegenheid gesteld om dit gebrek
binnen twee weken te herstellen en het wrakingsverzoek in de handelszaak met
procedurenurnmer 419655 HZ ZA 23-163 alsnog ondertekend door een advocaat aan de
griffie te doen toekomen. Verzoekers hebben dit gebrek echter niet hersteld.”
Het onderhavige verzoek tot wraking in de zaak met nummer C/05/419655 HZ ZA 23-163 is wederom door verzoekers persoonlijk ingediend. De wrakingskamer zal verzoekers niet in de gelegenheid stellen dit gebrek te herstellen, nu zij daarop reeds in de vorige wrakingszaak zijn gewezen. Dat verzoekers kennelijk menen dat het gaat om een zaak met een beloop van minder dan € 25.000,00 maakt dat niet anders. De zaak is verwezen naar de handelskamer van de rechtbank en bij handelszaken geldt verplichte procesvertegenwoordiging. Bovendien is de verwijzing naar de handelskamer een procesbeslissing en zonder nadere toelichting, die ontbreekt, blijkt daaruit geen vooringenomenheid van de rechter.
Verzoekers worden dan ook in zoverre niet-ontvankelijk verklaard in hun wrakingsverzoek.
Wraking van mr. Verhoeven in de zaak met nummer ARN 22/5765 GEMWT
3.7.
Verzoekers wraken de rechter en leggen daaraan het volgende ten grondslag.
De rechter treedt niet op tegen de gemeente Elburg, waardoor [naam 1] wordt voortgeholpen met diens wanpraktijken. Door deze bewust roekeloze houding van de rechter komt het recht van slachtoffers in gevaar en wordt de rechtstaat aangetast. Daarnaast heeft de rechter direct na bekendmaking van de beslissing van de wrakingskamer een uitnodiging voor een zitting enkel gericht aan [… 2] en niet aan de gehele [verzoekers] , terwijl de zaak de gehele familie aangaat. Er had een uitnodiging aan de hele [verzoekers] moeten worden gestuurd gelet op uitbreiding van de zaak. Verzoekers hebben verder verzocht audiobestanden te mogen aanleveren via Veilig mailen (omdat USB niet veilig/betrouwbaar zou zijn) en de rechter heeft dat afgewezen. De rechter heeft niet gereageerd op de aansprakelijkstelling en ook niet op uitbreiding van de bestuurszaak met aanvullende stukken en bewijzen op grond van artikel 130 Rv. Tot slot voeren verzoekers aan dat de rechter niets onderzoekt, partijdig handelt en niet ingaat op hun verzoeken.
3.8.
De wrakingskamer stelt vast dat deze wraking een volgend verzoek is tegen dezelfde rechter. Verzoekers leggen aan dit verzoek grotendeels dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag als aan hun eerdere wrakingsverzoek, waarop reeds bij beslissing van 27 december 2023 is beslist, behoudens voor zover het wrakingsverzoek is gericht op de omstandigheid dat een uitnodiging voor een zitting bij de rechter is ontvangen. In zoverre zijn zij niet-ontvankelijk in hun wrakingsverzoek. Voor zover het toch zou gaan om andere feiten en omstandigheden dan hebben verzoekers niet gesteld of inzichtelijk gemaakt dat het gaat om feiten en omstandigheden die pas na het eerdere wrakingsverzoek bekend zijn geworden. Ten aanzien van het wrakingsverzoek met betrekking tot de uitnodiging voor de zitting, valt niet in te zien dat daaruit enige vooringenomenheid van de rechter zou voortvloeien. Dat verzoekers, althans een van hen, na de wrakingsbeslissing een uitnodiging voor een zitting heeft ontvangen is een normale gang van zaken. Dat de uitnodiging aan één van hen is gericht, wijst evenmin op vooringenomenheid van de rechter. Verzoekers hebben dat ook niet nader toegelicht. In zoverre is het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.
Wraking van mr. Bierbooms in de zaak met nummer C/05/429155 KZ ZA 23-194
3.9.
In deze zaak is op 10 januari 2024 een (verstek)vonnis gewezen. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in een zaak. Om die reden kunnen verzoekers niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
Overige wrakingsgronden
3.10.
Verzoekers voeren verder nog 33 punten aan (pagina’s 5 tot en met 8 van het verzoek), waaronder dat wordt toegelaten dat er onrechtmatig civiele procedures worden gestart en onrechtmatig verlopen, dat onrechtmatige wanprestaties en contractbreuken worden toegelaten, dat hun verweren, bewijslasten, bezwaarschriften en stukken ten onrechte worden geweigerd, dat hun stukken ten onrechte ongegrond worden verklaard en worden teruggestuurd, dat rechters niet de moeite hebben genomen om de situatie ter plekke op te nemen, dat een verzoekschriftprocedure wordt geweigerd.
3.11.
Het is de wrakingskamer niet duidelijk op welke rechter deze wrakingsgronden betrekking hebben. Voor zover verzoekers hebben bedoeld dat het een van de hiervoor reeds genoemde rechters betreft, geldt dat zij dan niet hebben gesteld of inzichtelijk gemaakt dat het om feiten en omstandigheden gaat die ná de eerdere wrakingsverzoeken bekend zijn geworden en derhalve een nieuwe grond voor wraking opleveren. In zoverre is het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond.
Geen behandeling ter zitting
3.12.
Voor een behandeling ter terechtzitting van de wrakingsverzoeken bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het wrakingsverzoek, maar aan dat debat wordt gezien het voorgaande niet toegekomen.
Anti-misbruik
3.13.
Verzoekers hebben inmiddels in meerdere, hiervoor genoemde, lopende procedures wrakingsverzoeken gedaan. Naar het oordeel van de wrakingskamer gebruiken verzoekers het middel van wraking voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven of met geen ander doel dan de voortgang van de procedure te frustreren. Daarmee is sprake van misbruik. De wrakingskamer zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in de (lopende) procedures van verzoekers, zoals hiervoor in rechtsoverweging 2.1 sub a, b en d genoemd, niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
  • verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoeken tot wraking, dan wel wijst deze af als kennelijk ongegrond;
  • bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek zoals hiervoor overwogen onder 3.13 niet in behandeling zal worden genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.J. Peerdeman, voorzitter, mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en mr. M.J.P. Heijmans, leden in tegenwoordigheid van de griffier [… 1] in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.