Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiser sub 2],
[bedrijf 1],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
alsmede [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
Rechtbank Gelderland
In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is een geschil ontstaan tussen eisers en gedaagde over de levering en plaatsing van een veranda. De overeenkomst tussen partijen werd in augustus 2021 gesloten, waarbij gedaagde zich verplichtte om een terrasoverkapping aan eisers te leveren en te plaatsen voor een bedrag van € 6.944,00. Na de plaatsing op 5 oktober 2021 meldden eisers herhaaldelijk dat het dak van de veranda niet waterdicht was, wat leidde tot een aantal klachten en een verzoek tot reparatie. Ondanks pogingen van gedaagde om de problemen op te lossen, bleven de lekkages bestaan. In april 2023 heeft eisers de overeenkomst ontbonden en vorderden zij schadevergoeding van gedaagde.
De kantonrechter heeft beoordeeld of de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig was. De rechter oordeelde dat gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst door de veranda ondeugdelijk te plaatsen, maar dat de gebreken niet de volledige ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigden. De kantonrechter concludeerde dat de tekortkomingen niet van voldoende gewicht waren om de gehele overeenkomst te ontbinden, en dat er mogelijkheden waren voor herstel. Daarom werden de vorderingen van eisers afgewezen, en werd besloten dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is uitgesproken op 11 december 2024 door mr. L.J.P. Lambooij.