Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de akte van de Staat
- de antwoordakte van [gedaagden]
2.De beoordeling
3.De beslissing
18 december 2024voor akte door ING over het vermelde onder 2.3,
Rechtbank Gelderland
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt de procedure rondom de vervroegde onteigening in het kader van het tracébesluit A12/A15 behandeld. De zaak betreft een geschil tussen de Staat der Nederlanden, als eisende partij, en een aantal gedaagden, met ING Bank N.V. als tussenkomende partij. De procedure is gestart door de Staat, die op 30 oktober 2024 heeft aangegeven de onteigeningsprocedure te willen hervatten na de onherroepelijke uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 oktober 2024. Dit betreft de tracébesluiten A12/A15 Ressen-Oudbroeken uit 2019 en 2021.
De rechtbank heeft in deze uitspraak de gedaagden de gelegenheid gegeven om te reageren op de akte van de Staat, maar ING heeft nog niet kunnen reageren. De rechtbank heeft daarom besloten de zaak naar de rol te verwijzen, zodat ING alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat de akte van ING is ontvangen. De beslissing van de rechtbank is op 4 december 2024 openbaar uitgesproken door de rechters D. Vergunst, K.H.A. Heenk en M. Stempher.