ECLI:NL:RBGEL:2024:8902

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
C/05/366125 / HZ ZA 20-73
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervroegde onteigening in het kader van het tracébesluit A12/A15 met betrekking tot de Staat der Nederlanden en ING Bank N.V.

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt de procedure rondom de vervroegde onteigening in het kader van het tracébesluit A12/A15 behandeld. De zaak betreft een geschil tussen de Staat der Nederlanden, als eisende partij, en een aantal gedaagden, met ING Bank N.V. als tussenkomende partij. De procedure is gestart door de Staat, die op 30 oktober 2024 heeft aangegeven de onteigeningsprocedure te willen hervatten na de onherroepelijke uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 oktober 2024. Dit betreft de tracébesluiten A12/A15 Ressen-Oudbroeken uit 2019 en 2021.

De rechtbank heeft in deze uitspraak de gedaagden de gelegenheid gegeven om te reageren op de akte van de Staat, maar ING heeft nog niet kunnen reageren. De rechtbank heeft daarom besloten de zaak naar de rol te verwijzen, zodat ING alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat de akte van ING is ontvangen. De beslissing van de rechtbank is op 4 december 2024 openbaar uitgesproken door de rechters D. Vergunst, K.H.A. Heenk en M. Stempher.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/366125 / HZ ZA 20-73
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
te 's Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: de Staat,
advocaat: mr. R.C.K. van Andel,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: mr. C.F. van Helvoirt,
en
ING BANK N.V.,
te Amsterdam,
tussenkomende partij,
advocaat: mr. T.J.P. Jager.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 december 2022
- het deskundigenrapport (voorlopig oordeel als bedoeld in artikel 54e Onteigeningswet (Ow), geactualiseerd december 2023) van 18 december 2023
- de akte van de Staat
- de antwoordakte van [gedaagden]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij akte van 30 oktober 2024 heeft de Staat (onder meer) meegedeeld dat “Tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken”, “Tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken (2019)” en “Tracébesluit A12/A15 Ressen-Oudbroeken (2021)” na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 oktober 2024 onherroepelijk zijn geworden. Om die reden wenst de Staat deze onteigeningsprocedure te hervatten.
2.2.
[gedaagden] heeft daarop bij antwoordakte gereageerd.
2.3.
ING heeft als tussenkomende partij nog niet kunnen reageren op de akte van de Staat. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen om ING daartoe alsnog in de gelegenheid te stellen.
2.4.
Na ontvangst van de akte van ING zal de zaak op de rol worden geplaatst voor vonnis met betrekking tot de vervroegde onteigening. De rechtbank zal nu iedere verdere beslissing aanhouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
18 december 2024voor akte door ING over het vermelde onder 2.3,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst, mr. K.H.A. Heenk en mr. M. Stempher en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.
JE/Vg/KH/Ma