Uitspraak
1.[belanghebbende sub 1]
[belanghebbende sub 2]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 5 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende erfrecht. Verzoeker, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van de rechthebbende, heeft een verzoek ingediend om ontheffing van de verplichting tot vereffening van de nalatenschap van de overleden erflaatster. De erflaatster is op [datum] 2015 overleden en haar nalatenschap is beneficiair aanvaard door verzoeker. Eerder, op 27 september 2024, is een vergelijkbaar verzoek afgewezen door de kantonrechter, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Verzoeker heeft aangevoerd dat de erfgenamen gezamenlijk de afwikkeling van de nalatenschap aan een notariskantoor hebben toevertrouwd en dat het saldo van de nalatenschap positief is. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat het opnieuw indienen van het verzoek zonder nieuwe feiten neerkomt op een verkapt hoger beroep tegen de eerdere beslissing. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 5 december 2024.