ECLI:NL:RBGEL:2024:8817

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
11150788
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over onbetaalde facturen tussen Good Chefs en gedaagde

In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is er een geschil ontstaan tussen de vennootschap onder firma Good Chefs, een detacheringsbureau dat keukenpersoneel levert, en een gedaagde die een horecagelegenheid exploiteert in Tiel. Good Chefs heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde voor onbetaalde facturen ter hoogte van € 11.679,07, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft de vordering betwist, stellende dat Good Chefs te veel uren in rekening heeft gebracht en dat er een verrekening dient plaats te vinden.

De procedure begon met een tussenvonnis op 17 juli 2024 en een mondelinge behandeling op 6 november 2024. Na de mondelinge behandeling hebben partijen geprobeerd om het geschil minnelijk op te lossen, maar dit is niet gelukt. De kantonrechter heeft vervolgens de vordering van Good Chefs beoordeeld. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende onderbouwd had dat de facturen onjuist waren en dat de gedaagde de openstaande vordering aan Good Chefs moest voldoen. De kantonrechter heeft het beroep op verrekening afgewezen op basis van artikel 6:136 BW, omdat de gegrondheid van het verweer niet eenvoudig vast te stellen was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 8.569,25, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en de gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten van € 1.453,39. Dit vonnis is uitgesproken op 11 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11150788 \ CV EXPL 24-4864
Vonnis van 11 december 2024
in de zaak van
DE VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA GOOD CHEFS,
gevestigd te Dordrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Good Chefs,
gemachtigde: mr. J.W. Hilhorst,
tegen
[gedaagde],
wonende te Tiel,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. A. Heijink.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 juli 2024
- de mondelinge behandeling van 6 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling is op verzoek van partijen de procedure aangehouden, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen hun geschil in onderling overleg te beslechten. Per e-mail van 19 november 2024 heeft de gemachtigde van Good Chefs de kantonrechter geïnformeerd dat partijen geen minnelijke regeling hebben getroffen.
1.3.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
Good Chefs is een detacheringsbureau dat keukenpersoneel levert. [gedaagde] exploiteert een horecagelegenheid in Tiel en heeft in het kader van de bedrijfsvoering gebruik gemaakt van de diensten van Good Chefs. [gedaagde] heeft een aantal door Good Chefs gestuurde facturen echter onbetaald gelaten. Het gaat om een bedrag van in totaal € 11.679,07 (in hoofdsom). Good Chefs vordert dat [gedaagde] dit bedrag alsnog betaald, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Volgens [gedaagde] heeft Good Chefs echter te veel uren in rekening gebracht en dient het nog openstaande bedrag hiermee te worden verrekend. De kantonrechter zal de vordering van Good Chefs toewijzen en legt hieronder uit waarom.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter overweegt als volgt. De vraag die ter beantwoording voorligt is
of [gedaagde] de openstaande vordering aan Good Chefs moet betalen. Niet in geschil is dat Good Chefs vanaf januari 2023 personen ter beschikking heeft gesteld aan [gedaagde] ten behoeve van het door [gedaagde] geëxploiteerde restaurant. Partijen hebben hun daarover enkele basisafspraken gemaakt, die niet schriftelijk zijn vastgelegd. Good Chefs heeft wekelijks aan [gedaagde] in rekening gebracht de doorbelasting van het ter beschikking gestelde personeel. De facturen waren telkens voorzien van uitgebreide urenspecificaties. [gedaagde] verweert zich tegen de vorderingen van Good Chefs waarbij zij aanvoert dat het door Good Chefs geleverde personeel te veel rookpauzes heeft genomen en deze rookpauzes ook in rekening heeft gebracht. Daarnaast meent [gedaagde] dat Good Chefs voor haar koks verkeerde tarieven heeft gebruikt. Dit alles maakt dat te veel uren tegen (in een aantal gevallen) een te hoog tarief in rekening zijn gebracht en dat zij daarom aan Good Chefs niets meer is verschuldigd, aldus [gedaagde] . [gedaagde] baseert haar stellingen op een geschatte rekensom.
3.2.
De kantonrechter overweegt dat [gedaagde] niet betwist dat Good Chefs personeel
ter beschikking heeft gesteld en dat zij op basis van de gemaakte afspraak daarvoor een vergoeding is verschuldigd. Zij betwist dat zij een deel van de facturen moet betalen, aangezien alle aanwezige uren van een personeelslid zijn doorbelast en is overeengekomen dat alleen gewerkte uren worden doorbelast. De kantonrechter passeert deze betwisting. Daarbij speelt een belangrijke rol dat [gedaagde] pas na negen maanden klaagt dat er te veel
in rekening is gebracht, terwijl er door Good Chefs wekelijks is gefactureerd. Bovendien waren de facturen voorzien van uitgebreide urenspecificaties en had het op de weg van [gedaagde] gelegen om precies aan te geven welke facturen volgens haar niet klopten. Dat [gedaagde] al veel eerder geklaagd heeft over de rookpauzes en verkeerde tarieven is eveneens niet gebleken. [gedaagde] stelt dat zij dit op een ‘zachte manier’ aan Good Chefs heeft gemeld. Dit blijkt echter onvoldoende uit de stukken en wordt door Good Chefs ook betwist. Dit alles maakt dat [gedaagde] de openstaande vordering aan Good Chefs alsnog moet voldoen.
3.3.
Verder begrijpt de kantonrechter het standpunt van [gedaagde] aldus dat zij zich op verrekening beroept. De kantonrechter zal het beroep op verrekening passeren op grond van artikel 6:136 BW. In artikel 6:136 BW is bepaald dat de rechter een vordering ondanks een beroep van de verweerder op verrekening kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. Het op eenvoudige wijze vaststellen van de gegrondheid van het verweer is in dit geval niet mogelijk, mede gezien de zeer summiere onderbouwing van de veronderstelde tegenvordering van [gedaagde] . [gedaagde] heeft namelijk enkel gesteld dat dat het door Good Chefs geleverde keukenpersoneel in de afgelopen negen maanden te veel rookpauzes heeft genomen. Zij heeft niet concreet aangegeven welke facturen niet kloppen en hoeveel uren zij te veel zou hebben betaald. De geschatte rekensom waarop zij haar stelling baseert is hiervoor gelet op de betwisting van Good Chefs onvoldoende. Ook kan niet op eenvoudige wijze worden vastgesteld dat de doorbelasting van het keukenpersoneel op onjuiste wijze zou hebben plaatsgevonden.
3.4.
Gelet op het voorgaande is [gedaagde] de hoofdsom dan ook aan Good Chefs verschuldigd. Good Chefs vordert ook vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom is [gedaagde] aan Good Chefs een bedrag van € 891,79 verschuldigd.
3.5.
Als onbetwist zal de kantonrechter ook de gevorderde wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW) toewijzen.
3.6.
Aangezien [gedaagde] na aanmaning, maar voor het uitbrengen van de dagvaarding een bedrag van € 4.918,97 heeft betaald aan Good Chefs, zal de kantonrechter de imputatieregeling van artikel 6:44 BW toepassen. Betaling strekt in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de verschenen rente en ten slotte in mindering van de hoofdsom. Dat betekent dat [gedaagde] , met haar betaling, de buitengerechtelijke incassokosten van € 891,79 en de reeds verschenen rente tot 1 juni 2024 (€ 917,36) reeds heeft voldaan. Dit betekent dan ook dat [gedaagde] van de hoofdsom inmiddels € 3.109,82 heeft voldaan. De kantonrechter zal [gedaagde] daarom veroordelen tot betaling van € 8.569,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juni 2024.
3.7.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Good Chefs worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.453,39

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Good Chefs te betalen een bedrag van € 8.569,25, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 1 juni 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.453,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.
51588 \ 61389