Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks4 augustus 2022 te Arnhem,
althans in Nederland
,
(met kracht
)heeft getrapt
en/of geschopt in en/oftegen het gezicht
en/of het hoofdvan voornoemde [slachtoffer]
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, te weten 60 (zestig) uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van de volgende voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Iriszorg reclassering aan de Nieuwe Oeverstraat 65 in Arnhem. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte zich laat behandelen door Iriszorg, Jan Arends of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- veroordeelt verdachte in verband met bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 416,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 416,00 aan materiële schade en een bedrag van € 1.000,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 24 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de verplichting tot betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.