Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , uit [plaats 1] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 6 juni 2023 afgewezen, en dit besluit is bevestigd in een later bestreden besluit van 29 september 2023. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen in september en november 2024, waarbij de gemachtigde van eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden heeft besloten om de aanvraag af te wijzen. De afwijzing is gebaseerd op de justitiële gegevens van eiser, die onder meer veroordelingen voor geweldsdelicten en belediging omvatten. De staatssecretaris heeft geoordeeld dat het risico voor de samenleving groter is dan het persoonlijke belang van eiser bij het verkrijgen van de VOG. De rechtbank heeft vastgesteld dat het objectieve criterium niet in geschil is, maar dat eiser betoogde dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het maatschappelijk belang zwaarder zou moeten wegen dan zijn persoonlijke belang.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser overwogen, waaronder zijn medische situatie en de context van zijn strafbare feiten. Echter, de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er een risico bestaat voor de veiligheid van leerlingen, gezien de aard van de strafbare feiten en de rol van eiser als docent. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt.