ECLI:NL:RBGEL:2024:867

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
20 februari 2024
Zaaknummer
05/720186-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor openlijk geweld, veroordeling voor bedreiging zonder straf

Op 12 januari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 32-jarige man uit Apeldoorn, die werd beschuldigd van openlijk geweld en bedreiging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldiging van openlijk geweld, maar veroordeelde hem voor bedreiging. De bedreigingen waren gedaan via WhatsApp en betroffen zowel de ex-partner van de verdachte als haar nieuwe vriend. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn uitlatingen een redelijke vrees voor de dood en zware mishandeling had gecreëerd. De verdachte had onder andere gedreigd de nieuwe vriend van zijn ex-partner te vermoorden. De rechtbank overwoog dat de verdachte geen straf zou krijgen, omdat de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte in aanmerking werden genomen. De rechtbank besloot af te zien van het opleggen van een straf of maatregel, ondanks de ernst van de bedreigingen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/720186-19
Datum uitspraak : 12 januari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de [adres] in [plaats] .
Raadsman: mr. T. Scheffer, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 oktober 2019 tot en met 4 november 2019 te Apeldoorn, althans in Nederland [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door via Whatsapp en/of SMS die [slachtoffer 1] een of meerdere berichten te sturen, inhoudende
- " Zeg tegen dat hoere punter boksertje van je nu ik rij op hem en 1000 procent dat ik hem pak. Zijn dagen zijn nu geteld vertel die hoer dat" en/of
- " Ik.ga.hem.vinden. en dan gaat die zien. Wat ik doe.met hem. Goedekope kanker hoer. Zeg tegen hem.ik rij op hem" en/of
- " [voornaam 1] maak.ik.dood.geef dat door" en/of
- " Ik ga jou en [voornaam 1] vinden en dan is er feest. Geef dat even door aan hem" en/of
- " Geef je kanker bokser is aan de tel. Stuur deze screen na hem. Kanker [voornaam 1] hoerenjonk wij gaan elkaar vinden. Ik seg jou dit op mijn kinderen dood ik vermoord heb mag [voornaam 2] en [voornaam 3] sterven als ik hem niet dood maak waar jjj bij bent. Voor joi ogen vermoord ik hem."
althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [naam] toe te voegen: 'veeg hem weg' en/of 'Als [voornaam 1] op zijn bank zou zitten dan schiet ik de hele
boel overhoop ook al zitten de kinderen erbij dan hebben ze maar een trauma',
althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of door een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam] te tonen en/of voor te houden;
2.
hij op of omstreeks 9 december 2019 te Apeldoorn, openlijk, te weten op of aan de Sikkel, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging (te weten met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] ) geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] , door
- ( dreigend) een knuppel, althans een hard en/of zwaar voorwerp, vast te houden en/of te tonen en/of
- die [slachtoffer 2] of [slachtoffer 3] of [slachtoffer 4] of [slachtoffer 5] op/tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan en/of
- zich niet te onttrekken aan de situatie en/of (daardoor) bij te dragen aan een gewelddadige en/of dreigende sfeer.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken voor het tonen en/of voorhouden van een vuurwapen, omdat daarvoor het bewijs ontbreekt. Ten aanzien van feit 2 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat [voornaam 2] al twee weken lang doodsbedreigingen uit naar haar en [voornaam 1] . [voornaam 1] is de partner van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft het nummer dat [voornaam 4] gebruikt opgeslagen onder de naam Mogooltje. Het nummer dat hij toen gebruikte is [telefoonnummer 1] . De foto’s van de gesprekken zijn als bijlage bijgevoegd. [2] De inhoud van deze berichten luidt, voor zover relevant, als volgt (
letterlijk weergegeven, eventuele taal- of spelfouten zijn niet verbeterd):
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:29: [voornaam 2] vertelt net een verhaal dat [voornaam 1] en jij op de bank lagen zeg tegen dat hoere punter bokstertje van je nu rij ik op hem en 1000 procent dat ik hem pak
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:29: Zijn dagen zijn nu geteld vertel die hoer dat
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:33: Ik.ga hem.vinden
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:33: En dan gaat die zien
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:33: Wat ik doe.met hem
[slachtoffer 1] 29 oktober 2019 10:35: Doei [voornaam 4]
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:35: Goedkope kanker hoer
[voornaam 4] 29 oktober 2019 10:35: Zeg tegen hem.ik rij op hem
[voornaam 4] 29 oktober 2019 12:47: [voornaam 1] .maak.ik.dood.geef dat door
[slachtoffer 1] 29 oktober 2019 12:48: Jaaa doei [voornaam 4] !!!
Mogooltje 30 oktober 2019 00:49: Geef je kanker bokser is aan de tel
Mogooltje 30 oktober 2019 00:51: Stuur deze screen na hem
Mogooltje 30 oktober 2019 00:51: Kanker [voornaam 1] hoerenjonk wij gaan elkaar vinden
Mogooltje 30 oktober 2019 00:52: Ik seg jou dit op mijn kinderen dood ik vermoord heb mag [voornaam 2] en [voornaam 3] sterven als ik hem niet dood maak waar jjj bij bent
Mogooltje 30 oktober 2019 00:52: Voor joi ogen vermoord ik hem [3]
Het contact [voornaam 4] is gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij met [slachtoffer 1] contact heeft gehad via de telefoon van zijn moeder. Het telefoonnummer van zijn moeder is [telefoonnummer 2] . [5]
De telefoon van [slachtoffer 1] is onderzocht. Hieruit blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] van [voornaam 6] / [voornaam 4] is. [6]
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat het verdachte was die op 29 oktober 2019 en 30 oktober 2019 meerdere Whatsapp-berichten heeft gestuurd naar [slachtoffer 1] (hierna [slachtoffer 1] ) waarin staat beschreven dat hij [slachtoffer 2] (hierna [slachtoffer 2] ) gaat vermoorden. In het gesprek tussen [slachtoffer 1] en het tegencontact ‘ [voornaam 4] ’ respectievelijk ‘Mogooltje’ wordt het tegencontact meerdere keren met de naam ‘ [voornaam 4] ’ aangesproken. Het tegencontact weerspreekt geen enkele maal [voornaam 4] te zijn. Daarnaast heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij via de telefoon van zijn moeder contact heeft gehad met [slachtoffer 1] . Tot slot past ook de inhoud van de gesprekken bij de reactie van een ex-partner – de relatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] was beëindigd – die boos is over of op de nieuwe relatie van zijn ex. [voornaam 1] had ten tijde van het versturen van de berichten een relatie met [slachtoffer 1] . Verdachte kon er dan ook vanuit gaan dat [slachtoffer 1] [voornaam 1] op de hoogte zou stellen van de door verdachte aan zijn, [voornaam 1] , adres geuite bedreigingen, welke bedreigingen redelijke vrees voor de dood en zware mishandeling bij [voornaam 1] konden doen ontstaan. Daarmee heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [voornaam 1] daadwerkelijk op de hoogte zou raken van die bedreigingen. Verdachte heeft met andere woorden op zijn minst genomen voorwaardelijk opzet gehad op het bedreigen van [voornaam 1] met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, voor zover dit ziet op de hiervoor aangehaalde berichten. De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte – door te dreigen [voornaam 1] dood te schieten – ook [slachtoffer 1] heeft bedreigd. Immers ook bij [slachtoffer 1] kon door de uitingen redelijke vrees ontstaan dat [voornaam 1] het leven zou kunnen verliezen, waardoor ook zij in haar persoonlijke vrijheid werd aangetast. De rechtbank zal verdachte van het overige ten laste gelegde vrijspreken. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de woorden ‘
Ik ga jou en [voornaam 1] vinden en dan is er feest. Geeft dat even door aan hem’ op zichzelf niet geschikt om een bedreiging op te leveren. Ten aanzien van de woorden ‘
Veeg hem op’ is het onduidelijk wie hiermee wordt bedoeld. De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken van de overige tenlastegelegde woorden en gedraging, omdat naar het oordeel van de rechtbank hiervoor niet aan het bewijsminimum is voldaan.
Feit 2
Uit het dossier blijkt dat verdachte op 9 december 2019 samen met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] naar De Sikkel in Apeldoorn is gegaan. Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 4] heeft geslagen. Verdachte wordt verweten dat hij openlijk en in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] en de [naam] doordat hij en/of zijn medeverdachten – kort gezegd – een knuppel vasthield(en), iemand sloeg(en) en/of zich niet heeft onttrok(ken) aan de situatie.
De rechtbank overweegt dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] een wezenlijke of significante bijdrage hebben geleverd aan het openlijk geweld. Gelet daarop kan het bestanddeel ‘in vereniging’ niet worden bewezen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit tenlastegelegde feit.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 1 van het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 29 oktober 2019 tot en met 4 november 2019 te Apeldoorn, althans in Nederland [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling, door via Whatsapp
en/of SMSdie [naam] een of meerdere berichten te sturen, inhoudende
- " Zeg tegen dat hoere punter boksertje van je nu ik rij op hem en 1000 procent dat ik hem pak. Zijn dagen zijn nu geteld vertel die hoer dat" en
/of
- " Ik.ga.hem.vinden. en dan gaat die zien. Wat ik doe.met hem. Goedekope kanker hoer. Zeg tegen hem.ik rij op hem" en
/of
- " [voornaam 1] maak.ik.dood.geef dat door" en
/of
- "Ik ga jou en [voornaam 1] vinden en dan is er feest. Geef dat even door aan hem" en/of
- " Geef je kanker bokser is aan de tel. Stuur deze screen na hem. Kanker [voornaam 1] hoerenjonk wij gaan elkaar vinden. Ik seg jou dit op mijn kinderen dood ik vermoord heb mag [voornaam 2] en [voornaam 3] sterven als ik hem niet dood maak waar jjj bij bent. Voor joi ogen vermoord ik hem."
althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of die [naam] toe te voegen: 'veeg hem weg' en/of 'Als [voornaam 1] op zijn bank zou zitten dan schiet ik de hele
boel overhoop ook al zitten de kinderen erbij dan hebben ze maar een trauma',
althans woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of door een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [naam] te tonen en/of voor te houden.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 92 uur met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij een veroordeling een straf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging. Hij heeft zijn ex-partner en haar nieuwe vriend bedreigd door berichten te sturen waarin staat dat hij op de nieuwe vriend van zijn ex-partner zal inrijden en dat hij hem zal vermoorden. Hij heeft hen hiermee angst aangejaagd en een onveilige, dreigende situatie voor hen gecreëerd, die mede door deze berichten verder uit de hand lijkt te zijn gelopen.
Uit het reclasseringsadvies van 8 december 2021 blijkt dat verdachte aangeeft meer zelfstandigheid te willen, buiten zijn familie een inkomen wil vergaren en meer tijd en aandacht aan zijn kinderen te willen geven. In het verleden heeft verdachte dit soort uitspraken vaker gedaan. Als hij zijn goede intenties serieus meent dan zal hij hierin zelf verantwoorde keuzes moeten blijven maken in de toekomst. De reclassering verwacht niet dat de inzet van reclasseringscontact of andere interventies hierbij van meerwaarde zijn. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden. De rechtbank zal bij het bepalen van de straf rekening houden met dit advies.
Uit de justitiële documentatie van 24 oktober 2023 blijkt dat verdachte onder andere op 30 maart 2022 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar voor mensenhandel. Op 10 januari 2020 is verdachte veroordeeld voor onder andere afpersing, oplichting en mensenhandel tot een gevangenisstraf van 47 maanden. Hierdoor is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank verder acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten. Daarnaast heeft de rechtbank geconstateerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens fors is overschreden. Deze overschrijding is niet toe te rekenen aan verdachte. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het eigen aandeel van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in het geheel. Gelet op het voorgaande en artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht acht de rechtbank het niet meer passend om een (on)voorwaardelijke straf op te leggen. De rechtbank zal daarom, in afwijking van de vordering van de officier van justitie, toepassing geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en afzien van het aan de verdachte opleggen van een straf of maatregel.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.P.T. Blokhuis (voorzitter), mr. I. Linssen en mr. T.C. Henniphof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 januari 2024.
Mr. Linssen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, proces-verbaalnummer 202001270928.DOSS, onderzoek Figaro/ON3R019106, gesloten op 14 januari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangever [slachtoffer 1] , p. 1847 en 1849.
3.Bijlagen bij verhoor aangever [slachtoffer 1] , p. 1856, 1857, 1858, 1861, 1890 en 1891.
4.Bijlage bij verhoor aangever [slachtoffer 1] , p. 1889.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 1970, 1971.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3366.