ECLI:NL:RBGEL:2024:8662

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
267773-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak in strafzaak met betrekking tot amfetamine en verborgen lijk

Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk vervaardigen en verhandelen van amfetamine en metamfetamine, alsook van het verbergen van een lijk. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De officier van justitie en de verdediging waren het erover eens dat de verdachte vrijgesproken moest worden. De rechtbank heeft de benadeelde partijen, die schadevergoeding vorderden in verband met het tweede feit, niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte is vrijgesproken. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/267773-23
Datum uitspraak : 28 november 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1955 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] in ( [postcode] ) [woonplaats] ,
raadsman: mr. P.E. van Zon, advocaat in Eindhoven.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand december 2022 tot en met de maand februari 2023 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (in een bedrijfspand aan de [adres 2] ) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine, zijnde amfetamine en/of metamfetamine, (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van de maand december 2022 tot en met de maand februari 2023 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine, zijnde (telkens) amfetamine en/of metamfetamine, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in ieder geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende enig middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
(telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat zij bestemd waren tot het plegen van dat/die feit(en), hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s)
  • een bedrijfspand aan de [adres 2] te [plaats] heeft/hebben gehuurd/gebruikt en/of daarin een (compleet) in werking zijnde laboratorium-opstelling en/of een productieplaats, bedoeld voor de opslag van grondstoffen/chemicaliën en/of voor de productie en/of vervaardiging van amfetamine en/of metamfetamine, in elk geval een stof vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voorhanden heeft/hebben gehad en/of
  • grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen en/of productievoorwerpen en/of hulpmiddelen en/of laboratoriumbenodigdheden voorhanden heeft/hebben gehad, waaronder BMK en/of BMK-glycidezuur en/of Mierenzuur en/of Apaan en/of Caustic Soda en/of gasflessen en/of dopvaten;
2.
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2023 tot en met 13 februari 2023 te [plaats] en/of te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een lijk, te weten: het stoffelijk overschot van [slachtoffer] , heeft verborgen, weggevoerd en/of weggemaakt, met het oogmerk om het feit of de oorzaak van het overlijden te verhelen, door met dat oogmerk het lichaam van die [slachtoffer] in een auto (Volkswagen Sharan met kenteken [kenteken] ) te leggen en/of dat lichaam te vervoeren naar een -afgelegen- locatie (parkeerplaats Stroeze Zand) te Voorthuizen en/of aldaar in die auto achter te laten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2023 tot en met 13 februari 2023 te [plaats] en/of te Voorthuizen, gemeente Barneveld, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een lijk, te weten: het stoffelijk overschot van [slachtoffer] , heeft weggenomen en/of (vervolgens) dat weggenomen lijk heeft verplaatst en/of vervoerd door het lichaam van die [slachtoffer] in een auto (Volkswagen Sharan met kenteken [kenteken] ) te leggen en/of dat lichaam te vervoeren naar een -afgelegen- locatie (parkeerplaats Stroeze Zand) te Voorthuizen en/of aldaar in die auto achter te laten.

2.De standpunten

De officier van justitie en de verdediging hebben zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken. Het dossier bevat onvoldoende bewijs om tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten te komen.

4.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 20.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is verzocht om de verdachte hoofdelijk te veroordelen in de vordering en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 20.000,- aan shockschade en € 17.500,- aan affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is verzocht om de verdachte hoofdelijk te veroordelen in de vordering en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beoordeling van de rechtbank
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zullen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. S.H. Keijzer en mr. M.J. Wasmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 november 2024.
De voorzitter is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.