In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 28 november 2024 uitspraak gedaan over het gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. M. Metin, verzocht om gezamenlijk gezag en een specifieke omgangsregeling. De moeder, vertegenwoordigd door mr. M.P.L.M. Buijsrogge, verzocht de vader niet-ontvankelijk te verklaren en stelde dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar moest worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de omgang tussen de vader en de minderjarige onder begeleiding van Plushome goed verloopt, maar dat de vader nog onduidelijkheid vertoont over zijn persoonlijke situatie. De rechtbank heeft besloten dat de omgangsregeling moet worden uitgebreid naar minimaal twee halve dagen of één dag per week onbegeleid bij de vader, onder regie van het sociaal wijkteam. Het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag is afgewezen, omdat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders. De rechtbank benadrukt dat de ouders moeten werken aan hun communicatie en samenwerking, vooral in het kader van het ouderschapsbemiddelingstraject dat zij gaan volgen. De moeder heeft toegezegd de vader toegang te geven tot informatie over de minderjarige via de school. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar vast te stellen afgewezen, omdat het verzoek tot gezamenlijk gezag is afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en hoger beroep is mogelijk binnen drie maanden na de uitspraak.