Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[klaagster] ,
Feiten
Procedure
Beklag
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Beoordeling
gecombineerdebevindingen uit bovenvermelde bronnen. Hierin is dus ook meegewogen dat bij diverse gedragstesten geen elementen van dreiggedrag, bijtgedrag of prooivanggedrag is waargenomen, zoals door de raadsvrouw naar voren is gebracht. Dat dergelijk gedrag bij een aantal testen niet is waargenomen, betekent daarmee dus niet dat [naam] dus niet gevaarlijk is. Gelet op de toelichting in de bijlagen bij de risicoanalyse kan afwezigheid van dreigelementen – en dus waarschuwingssignalen – mogelijk ook een verhoogde kans van gevaarlijk gedrag opleveren. Bovendien beschrijven de gedragstesten wel degelijk ook dreigelementen als hiervoor genoemd, met name als het gaat om interactie met andere honden, waarbij [naam] ook niet tot slechts deels afleidbaar is. Verder beschrijven de gedragstesten geen elementen van sociabiliteit of geen contact met de verzorger of juist elementen van ontwijkend gedrag of spanning bij [naam] . Wanneer
alletestresultaten van de gedragstesten worden gecombineerd met de bevindingen uit
alleoverige bronnen, waaronder de informatie van de eerdere bijtincidenten en het gebrek van klaagster om [naam] tijdens en na die incidenten onder controle te hebben en houden, komt de Universiteit Utrecht tot de eerder genoemde conclusies.
- het risico van [naam] naar personen toe hoog is;
- het risico van [naam] naar personen toe tijdens bijtincidenten met honden zeer hoog is;
- het risico van [naam] naar andere honden toe zeer hoog is;
- [naam] niet terug kan naar klaagster;
- [naam] niet herplaatsbaar is; en dat
- euthanasie voor [naam] de enige dierenwelzijnsvriendelijke optie is.
Met een minimale schofthoogte van 60 centimeter is het ras groot te noemen, met krachtige, sportieve bouw. De Cane Corso is een actief, zelfverzekerd en waakzaam ras dat zijn eigen territorium en eigen mensen zal verdedigen”). Het baart de rechtbank mede om die reden zorg of klaagster [naam] aan zal kunnen als het er op aan komt. In dat verband acht de rechtbank de verklaring van Van Putten ter zitting van belang, dat hij weliswaar geen agressief maar wel onbehouwen gedrag bij [naam] heeft waargenomen, dat zich laat omschrijven als ‘drammen’, zoals het heel hard naar een andere hond te rennen en dan heel wild doen. Waar Van Putten ter zitting verklaart goed in staat te zijn het gedrag van een hond te kunnen ‘lezen’ en steeds alert te zijn zo nodig te kunnen ingrijpen, is het marginaal toetsend zeer de vraag of klaagster steeds zo alert is of zal kunnen zijn en de hond ook daadwerkelijk zal aankunnen. De rechtbank betrekt voorts dat het advies van Van Putten om [naam] altijd en het liefst dubbel aangelijnd te hebben, omdat hij tot een ‘zelfstandig ras’ behoort, en vanwege de grootte van de hond of het al dan niet luisteren door de hond, vooralsnog niet bijdraagt aan het vertrouwen dat in klaagster moet worden gesteld.