ECLI:NL:RBGEL:2024:8451

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
05/324692-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens huiselijk geweld tegen echtgenoot en (stief)kinderen

Op 29 november 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige man, die werd beschuldigd van jarenlang huiselijk geweld tegen zijn echtgenoot en (stief)kinderen. De man is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank oordeelde dat de man zich schuldig had gemaakt aan meerdere mishandelingen en bedreigingen, waarbij hij zijn kinderen en echtgenote herhaaldelijk fysiek en psychisch geweld had aangedaan. De feiten vonden plaats tussen 2010 en 2023, met als meest recente incident op 4 december 2023, waarbij de man zijn dochter hard tegen haar hoofd sloeg en haar met een stoel bedreigde. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar en consistent, en concludeerde dat de man een onveilige en angstige situatie in het gezin had gecreëerd. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholgebruik en de impact van zijn daden op de slachtoffers. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf, rekening houdend met de rehabilitatiekansen van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/324692-23
Datum uitspraak : 29 november 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1981 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
raadsvrouw: mr. M.H.A. Dibbits (waarnemend voor mr. A. van den Berg), advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats] (telkens) zijn (stief)kind(eren), [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft mishandeld door
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] tegen haar/zijn hoofd en/of lichaam te stompen en/of te slaan en/of te schoppen en/of bij de keel te grijpen en/of vast te houden en/of die keel kortstondig dicht te knijpen en/of
-die [slachtoffer 1] over zijn, verdachtes benen te leggen en vervolgens hard op/tegen haar stuitje te slaan en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] tegen haar wil in een grote hap sambal te laten eten (veroorzakend een hevig onlust opwekkende gewaarwording in of aan het lichaam) en/of
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] hardhandig beet te pakken en over de grond mee te sleuren/trekken en/of
- die [slachtoffer 1] (op 4 december 2023) hard tegen haar (linker)oog te slaan en/of te stompen en/of hardhandig op/tegen/over een bank te gooien/duwen;
2.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 juni 2023 te [plaats] (telkens) aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten (een) litteken(s) op haar hand en/of in haar gezicht (wang) heeft toegebracht door (op 10 september 2022) een voordeur tegen die [slachtoffer 1] te duwen/of te trappen tengevolge waarvan het deurglas op/tegen haar hand en/of lichaam kwam en/of (op 7 juni 2023) haar met zijn, verdachtes nagels met kracht bij haar wangen/gezicht heeft vastgepakt en/of met die nagels over haar wangen/gezicht heeft gekrast/geduwd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 7 juni 2023 te [plaats] (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
-met kracht tegen haar (boven)lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
-met kracht een voordeur heeft dichtgegooid en/of geduwd en/of getrapt tengevolge waarvan zij tussen de deur kwam en/of de deur op/tegen haar kwam en tengevolge waarvan het glas van de deurruit op haar kwam en/of
-(meerdere malen) bij haar keel heeft gepakt en/of die keel heeft dichtgeknepen en/of vervolgens die [slachtoffer 1] aan/bij haar keel vasthoudend heeft opgetild en/of tegen een muur heeft aangedrukt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats] (telkens) opzettelijk mishandelend zijn echtgenoot/partner, althans een persoon, te weten [slachtoffer 4] ,
-tegen haar hoofd en/of lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of getrapt en/of geschopt en/of
-hardhandig bij haar hoofdharen heeft beetgepakt en/of vervolgens hard aan die haren heeft getrokken en/of
-bij haar keel heeft beetgepakt en/of die keel heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of
-hardhandig bij haar nek heeft beetgepakt en/of een kopstoot/kopstoten heeft gegeven, waardoor deze [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 1 januari 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 4] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 4] aan haar hoofdharen de trap af heeft getrokken/gesleurd en/of vervolgens haar meerdere malen hard tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2013 te [plaats] opzettelijk mishandelend zijn echtgenoot/partner, althans een persoon, te weten [slachtoffer 4] , aan haar hoofdharen de trap af heeft getrokken/gesleurd en/of vervolgens meerdere keren hard tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt, waardoor deze [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
5.
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats] (telkens) [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die genoemde persoon/personen dreigend de woorden toe te voegen:
'Ik steek je lek' of 'pas maar op, anders val je op andere messen' en/of :
"ik maak jullie dood indien je met de politie praat, ik maak jullie af, je gaat de kerst niet halen" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] bij de keel te grijpen/vasthouden en/of en/of (op 4 december 2023) dreigend een stoel in zijn, verdachtes opgeheven handen in de richting van die [slachtoffer 4] heeft gehouden en/of vervolgens die stoel door
de woonkamer heeft gegooid.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1,3,4 primair en 5 tenlastegelegde, met dien verstande dat het Openbaar Ministerie ten aanzien van feit 3 – voor zover dit het geven van de kopstoot betreft – niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat deze kopstoot heeft plaatsgevonden voor 4 december 2011 en daarmee buiten de verjaringstermijn valt. Ten aanzien van feit 5 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken, namelijk van de mondelinge bedreigingen, wegens onvoldoende bewijs. Ten slotte heeft de officier van justitie ten aanzien van feit 2 gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs is voor het opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het vierde gedachtestreepje en dat hij partieel moet worden vrijgesproken van het eerste en vijfde gedachtestreepje. Ten aanzien van het tweede en derde gedachtestreepje refereert de raadsvrouw zich aan het oordeel van de rechtbank. De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 2 integrale vrijspraak bepleit. Ten aanzien van het onder feit 3 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw primair verzocht om verdachte van dit feit vrij te spreken en subsidiair om de pleegperiode te verkorten naar de periode vanaf 2011, gelet op de verjaringstermijn. Tot slot heeft de raadsvrouw ten aanzien van de feiten 4 en 5 integrale vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 1] (verder: [slachtoffer 1] ) heeft op 6 december 2023 aangifte gedaan van mishandelingen door haar vader (verder: verdachte) in de elf jaar voorafgaand aan haar aangifte. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat de mishandelingen begonnen toen zij vier jaar oud was. Zij kreeg bijvoorbeeld een klap op haar stuitje als zij niet luisterde of [slachtoffer 1] en haar broertje moesten een hap sambal eten. Dit moest ook als zij ‘nee’ zeiden tegen verdachte. Toen [slachtoffer 1] tien jaar oud was, werd verdachte fysiek agressief tegen haar. Verdachte sloeg niet voluit, maar hij gaf wel een zachte tik met de vlakke hand tegen haar gezicht of arm. Ook trapte hij wel eens, dit was bijvoorbeeld een voorwaartse of zijwaartse trap tegen haar ribben. De ergste keer was op 10 september 2022, toen verdachte [slachtoffer 1] het huis uit wilde duwen. Verdachte begon te duwen en te trekken, hij wilde haar de voordeur uittrappen en de deur dichtgooien. [slachtoffer 1] probeerde af te weren, waardoor zij door de ruit van de voordeur kwam en daardoor een snee in haar hand had.
Een ander incident was drie jaar geleden. [slachtoffer 1] werd met één hand bij haar keel gepakt, waarbij verdachte haar optilde. [slachtoffer 1] had het gevoel alsof haar keel werd dichtgeknepen en zij geen lucht meer kon krijgen. Dit gebeurde zo vaak, dat het voor haar een gewoonte was geworden. Op 7 juni 2023 gaf verdachte [slachtoffer 1] tijdens een ruzie een voorwaartse trap ter hoogte van haar ribben. [slachtoffer 1] vloog hierdoor door de tuin over een klein tafeltje. Toen zij naar verdachte toe liep pakte hij haar bij haar wangen en gaf een kleine tik, waardoor de nagels van verdachte over haar wangen kwamen en zij krassen had. De laatste keer dat zij mishandeld is door verdachte was op 4 december 2023. Verdachte duwde haar toen in totaal drie keer over de bank heen. [slachtoffer 1] trapte naar voren om hem af te weren en raakte verdachte hierbij in zijn kruis. Verdachte werd hierdoor zo boos dat hij [slachtoffer 1] direct sloeg en haar raakte tegen haar linkerslaap/oog. Hierna pakte verdachte een eetkamerstoel en tilde deze in de lucht. [slachtoffer 1] zag dat verdachte haar moeder wilde slaan met de stoel.
[slachtoffer 1] heeft tevens verklaard dat verdachte haar moeder in elkaar sloeg, dit weet zij doordat zij verwondingen en blauwe plekken zag bij haar moeder nadat het gebeurd was. Daarnaast heeft [slachtoffer 1] gezien dat haar vader op 4 november 2023 bovenop haar broertje [slachtoffer 2] zat, zijn keel dichtkneep en dreigde hem van de trap te gooien. Toen [slachtoffer 1] en haar moeder ertussen probeerden te komen, kreeg [slachtoffer 1] een elleboog in haar gezicht. [slachtoffer 1] heeft ook gezien dat haar vader haar (stief)zus [slachtoffer 3] met een voorwaartse trap door een hekje heen trapte, [slachtoffer 1] was toen acht jaar oud. Ook sloeg, trapte en duwde haar vader [slachtoffer 3] regelmatig. Ditzelfde gold voor [slachtoffer 2] , het ging om duwen, trekken, trappen, slaan en bij de keel grijpen. [2]
Uit het letselrapport van de GGD van 8 december 2023 blijkt dat [slachtoffer 1] letsel had rond haar oog, bestaande uit een bloeduitstorting en een zwelling, minstens 18 tot 24 uur oud, ontstaan door de inwerking van stomp, uitwendig geweld. [3]
[slachtoffer 3] (verder: [slachtoffer 3] ) heeft op 7 december 2023 verklaard dat zij voor het eerst werd mishandeld door haar stiefvader (verder: verdachte) toen zij negen of tien jaar oud was. Verdachte werd vaak agressief als hij gedronken had. Meestal kreeg [slachtoffer 3] klappen met de vlakke hand die gericht waren op haar gezicht, arm of zij, waardoor zij blauwe plekken had. Een paar weken na de eerste mishandeling kreeg [slachtoffer 3] wederom klappen met de vlakke hand en werd zij meegesleurd aan haar arm naar de gang. Hierdoor had [slachtoffer 3] nagelafdrukken in haar arm staan. Op een gegeven moment kreeg [slachtoffer 3] dagelijks klappen. Verdachte heeft [slachtoffer 3] ook wel eens bij haar keel gegrepen, [slachtoffer 3] was toen elf jaar oud. Hij duwde haar toen op bed, zat bovenop haar en hield haar keel een paar seconden lang met twee handen dicht, waardoor [slachtoffer 3] geen lucht meer kreeg. Verdachte deed dit met veel kracht. Na een periode geen contact meer te hebben gehad met haar vader, is het contact drie jaar terug weer hersteld. [slachtoffer 3] ’s broertje [slachtoffer 2] en zusje [slachtoffer 1] vertelden haar toen dat zij geslagen werden, dat haar vader weer boos was en gedronken had. [slachtoffer 3] is zelf ook getuige geweest van de mishandeling van [slachtoffer 1] door verdachte. [slachtoffer 3] zag dat verdachte naar [slachtoffer 1] liep, haar bij haar arm vastpakte en haar een klap in het gezicht gaf met de vlakke hand. Zij heeft ook vaker gezien dat [slachtoffer 1] blauwe plekken had, voornamelijk op haar armen. [slachtoffer 1] vertelde [slachtoffer 3] dat dit kwam door ruzie met verdachte. Ook bij [slachtoffer 2] heeft [slachtoffer 3] blauwe plekken gezien op zijn armen. [slachtoffer 3] kan zich van haar moeder nog herinneren dat zij een keer een blauw oog had. [4]
[slachtoffer 2] (verder: [slachtoffer 2] ) heeft op 13 december 2023 aangifte gedaan van mishandeling door zijn vader (verder: verdachte). De eerste keer dat hij werd mishandeld was hij zeven of acht jaar oud. Als [slachtoffer 1] of hij iets fout deden of een grote mond hadden dan moesten zij een hap sambal eten. Soms was dit één keer per week, soms meerdere keren per week. Ongeveer twee of drie jaar geleden is verdachte begonnen met slaan, daarvoor was het af en toe een keer een tikje. Een half jaar geleden gooide [slachtoffer 2] volgens verdachte de koelkastdeur te hard dicht. Verdachte kwam toen boos naar hem toegelopen en duwde hem met kracht tegen de muur aan, waardoor [slachtoffer 2] met zijn achterhoofd tegen de muur aankwam. De ergste keer was drie maanden geleden. [slachtoffer 2] zag dat verdachte zijn moeder op een verkeerde manier vastpakte en haar mond dichtkneep, waarop [slachtoffer 2] verdachte is aangevlogen. [slachtoffer 2] gaf zijn vader een duw, waardoor hij op de grond viel. Nadat verdachte was opgestaan, liep hij naar [slachtoffer 2] toe en gaf hem een tik met zijn hand tegen de zijkant van zijn hoofd. Later op de dag was verdachte nog steeds boos over wat er was gebeurd, uit het niets sloeg hij [slachtoffer 2] met de platte hand op zijn linkerschouder. [slachtoffer 2] is vervolgens naar boven gelopen, waarop verdachte achter hem aankwam. Eenmaal boven naast het trapgat ging verdachte bovenop hem zitten en kneep met beide handen zijn keel dicht. Op een gegeven moment kreeg [slachtoffer 2] geen lucht meer. Toen verdachte losliet moest [slachtoffer 2] hoesten. [slachtoffer 2] had hierdoor twee blauwe plekken. Toen [slachtoffer 2] riep dat hij de politie wilde bellen, gaf verdachte hem een harde duw de kamer in, waardoor hij met zijn rug op de grond viel. [5]
[slachtoffer 4] (verder: [slachtoffer 4] ) heeft op 6 december 2023 aangifte gedaan tegen haar echtgenoot (verder: verdachte). [slachtoffer 4] heeft verklaard dat de eerste keer dat verdachte agressief was, was toen de kinderen twee of drie jaar oud waren. Zij was op de bank in slaap gevallen, maar zij werd wakker doordat zij door verdachte aan haar haren door de kamer werd getrokken. Verdachte was toen heel erg dronken. Toen zij probeerde weg te lopen werd zij aan haar haren teruggetrokken. Sinds deze eerste keer gebeurde het steeds vaker, het was altijd als verdachte dronken was. Verdachte explodeerde dan, trok haar door haar haren door het huis, gaf haar trappen in haar buik, sloeg haar in haar gezicht of greep haar bij haar keel. [6] [slachtoffer 4] is hierbij een paar keer haar bewustzijn verloren toen verdachte haar keel dichtkneep. [7] De ergste keer was toen verdachte [slachtoffer 4] aan haar haren van de trap af trok naar beneden. Eenmaal beneden sloeg hij haar met zijn vuist op haar hoofd totdat het kapot ging. In het huis lag hierdoor veel bloed. [getuige] , haar dochter, werd door verdachte wakker gemaakt en moest het bloed opruimen en de wonden van [slachtoffer 4] verbinden. [slachtoffer 4] had door de mishandeling een scheur langs haar linker wenkbrauw en aan de zijkant van haar linkeroog. Daarnaast waren haar handen kapot. Op [datum] 2019 zijn [slachtoffer 4] en verdachte getrouwd. De nacht na de bruiloft is [slachtoffer 4] mishandeld door verdachte. Zij kan zich daar zelf niks meer van herinneren, maar [getuige] heeft alles gezien. Toen [slachtoffer 4] de volgende dag wakker werd deed alles pijn, was haar rechteroog blauw, had zij blauwe plekken op haar armen en nek en had zij losse plukken haar. [8]
[slachtoffer 4] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] op 10 september 2022 ruzie had met verdachte. Verdachte heeft [slachtoffer 1] naar buiten geduwd. [9] Op 6 december 2023 was verdachte heel erg agressief, hij schreeuwde en hij duwde [slachtoffer 1] drie keer over de bank. [slachtoffer 1] probeerde zich af te weren en trapte verdachte. Hierop sloeg verdachte [slachtoffer 1] in haar gezicht. [10]
Op 4 november 2023 hoorde [slachtoffer 4] veel geschreeuw tussen [slachtoffer 2] en verdachte. Toen ze ging kijken zag ze dat [slachtoffer 2] door verdachte door de slaapkamer werd geduwd en dat hij op de grond werd gegooid. Daarna zag zij dat de keel van [slachtoffer 2] door verdachte werd dichtgeknepen. [slachtoffer 4] is ertussen gesprongen, waarop verdachte [slachtoffer 4] bij haar kaken vastpakte. [slachtoffer 2] sprong daar weer tussen en toen kreeg hij een klap van verdachte. [11]
[getuige] (verder: [getuige] ) heeft op 6 december 2023 verklaard dat zij zag dat haar stiefvader (verder: verdachte) haar moeder een kopstoot gaf. Zij was toen acht of negen jaar oud. Na deze keer heeft [getuige] vaker gezien dat dit gebeurde. Zij heeft gezien dat verdachte de keel van haar moeder dichtkneep, haar moeder door de kamer werd gegooid of dat haar moeder spullen naar haar hoofd kreeg. [getuige] durft niet te zeggen hoe vaak haar moeder werd mishandeld door verdachte, maar het gebeurde regelmatig dat haar moeder werd geslagen of dat haar keel werd dichtgeknepen. Na de bruiloft van haar moeder en verdachte in 2019 zag [getuige] dat verdachte de keel van haar moeder dichtkneep, haar sloeg en duwde. Hij raakte haar moeder overal.
[getuige] heeft bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ook vaker blauwe plekken gezien in de nek en op hun armen. Via de camerabeelden van de camera in de tuin heeft [getuige] gezien dat verdachte [slachtoffer 1] hard schopte tegen haar ribben, waardoor [slachtoffer 1] door de lucht vloog en op de grond terechtkwam. Ze heeft vaker gezien dat [slachtoffer 1] door verdachte werd geduwd. Ook heeft ze gezien dat [slachtoffer 2] door verdachte tegen de grond werd gewerkt. Op 4 december 2023 zag [getuige] dat verdachte een stoel in zijn handen had en dat hij deze hard op de grond gooide. [12]
Op 4 december 2023 zijn verbalisanten naar aanleiding van een melding van vermoedelijk huiselijk geweld naar het adres van verdachte en aangevers gegaan. De verbalisanten zagen dat [slachtoffer 1] een blauwe vlek rondom haar linkeroog had en zij zagen een verdikking van de huid. [slachtoffer 1] zei dat ze bang was voor haar vader, omdat hij haar net had geduwd en een vuistslag had gegeven. [13]
[naam] , de tante van [slachtoffer 3] , heeft verklaard dat [slachtoffer 3] haar vertelde dat zij wel eens geslagen werd door verdachte. [slachtoffer 3] kwam ook een keer overstuur bij hen omdat verdachte haar bij haar keel had gegrepen, [slachtoffer 3] was toen ongeveer acht of negen jaar oud. [14]
Verdachte heeft bij de politie op 5 december 2023 verklaard dat hij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wel eens aan de kant heeft geduwd. [15]
Op 6 december 2023 heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij [slachtoffer 1] wel eens een tik op haar billen heeft gegeven en dat de kinderen een keer de keuze hadden tussen het eten van sambal of een andere straf. [slachtoffer 1] heeft hij ook een keer met een voorwaartse trap van zich afgetrapt. Op 4 november 2023 stond verdachte met [slachtoffer 2] in de trapopening, waar ze aan het stoeien en worstelen waren. Verdachte had [slachtoffer 2] toen vastgeklemd. Op 4 december 2023 heeft verdachte [slachtoffer 1] geduwd. Ook heeft hij haar toen een klap gegeven. [slachtoffer 3] heeft hij wel eens bij haar wangen vastgepakt. [slachtoffer 4] heeft verdachte in het verleden een keer bij haar keel gepakt. Het staat verdachte ook wel bij dat hij ooit een keer haar keel heeft dichtgeknepen. Na het trouwen is het een keer voorgevallen dat hij [slachtoffer 4] pijn heeft gedaan. [16]
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij bij [slachtoffer 4] een keer heeft gezien dat haar oog lichtjes blauw gekleurd was. [slachtoffer 4] zei hierover tegen hem dat er de avond ervoor iets was voorgevallen en dat verdachte dat had gedaan. Over het incident op 4 december 2023 heeft verdachte verklaard dat hij de stoel omhoog hield en deze heeft losgelaten, waardoor de stoel op de grond viel. [17]
Conclusie
De rechtbank stelt voorop dat de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] betrouwbaar worden geacht. Zij hebben uitvoerig en consistent verklaard en deze verklaringen zijn op de wezenlijke hoofdlijnen gedetailleerd en concreet. Daarnaast ondersteunen de verklaringen elkaar door de beschreven overeenkomende aard van de gedragingen van verdachte en vinden ze tevens steun in de verklaring van de getuige, de waarnemingen van de verbalisanten en het letselrapport van de GGD. Hiermee acht de rechtbank de aangiftes bruikbaar voor het bewijs. Ten aanzien van de bewezenverklaring concludeert de rechtbank als volgt.
[slachtoffer 1]
Uit de voorgaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte zijn dochter [slachtoffer 1] in de ten laste gelegde periode meerdere keren heeft geslagen en geschopt tegen haar lichaam en hoofd, waardoor zij onder andere blauwe plekken had. Daarnaast heeft hij meermaals haar keel dichtgeknepen en op haar stuitje dan wel billen geslagen. Ook heeft [slachtoffer 1] tegen haar wil sambal moeten eten als zij niet luisterde. Op 4 december 2023 heeft verdachte [slachtoffer 1] meerdere keren op de bank geduwd en heeft hij haar – zoals hij zelf ook heeft bekend – geslagen in haar gezicht. [slachtoffer 1] had hierdoor een gezwollen en blauw oog. Diezelfde 4 december 2023 heeft verdachte een stoel omhoog gehouden, die hij vervolgens op de grond heeft gegooid. De rechtbank acht hiermee de onder feit 1 ten laste gelegde mishandeling ten aanzien van [slachtoffer 1] wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij ten aanzien van het onder gedachtestreepje vier opgenomen over de grond sleuren/trekken, omdat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat hiervan sprake is geweest als het gaat om [slachtoffer 1] .
Ten aanzien van de onder feit 5 ten laste gelegde bedreiging is de rechtbank – gelet op de aard van de ten laste gelegde gedragingen, namelijk het dichtknijpen van de keel en het gooien van de stoel onder de gegeven omstandigheden, waarbij verdachte zojuist [slachtoffer 1] had mishandeld - van oordeel dat dit een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling oplevert. De rechtbank komt daarmee ten aanzien van [slachtoffer 1] tot een bewezenverklaring van het onder feit 5 ten laste gelegde. Ten aanzien van de ten laste gelegde woordelijke bedreigingen is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde en overweegt hiertoe als volgt. Voor een bewezenverklaring van zware mishandeling, dan wel een poging daartoe is vereist dat verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer, in dit geval [slachtoffer 1] . Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat verdachte de bedoeling had om [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (vol opzet). Ook van voorwaardelijk opzet op zwaar lichamelijk letsel is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake, nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte de aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer 1] als gevolg van zijn handelen heeft aanvaard.
[slachtoffer 3]
De rechtbank concludeert op basis van voorgaande bewijsmiddelen dat verdachte zijn stiefdochter [slachtoffer 3] meermalen heeft geslagen in haar gezicht en/of lichaam. Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer 3] vastgepakt en meegesleurd aan haar arm, waardoor zij blauwe plekken had en heeft hij meerdere keren haar keel dichtgeknepen. De rechtbank acht hiermee de onder feit 1 ten laste gelegde mishandeling, door voornoemde handelingen en de onder feit 5 ten laste gelegde bedreiging door het dichtknijpen van de keel ten aanzien van [slachtoffer 3] wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van de ten laste gelegde woordelijke bedreigingen is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
[slachtoffer 2]
Op basis van de voorgaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte zijn zoon [slachtoffer 2] heeft geslagen in zijn gezicht en op zijn lichaam. Daarnaast heeft [slachtoffer 2] als straf sambal moeten eten op het moment dat hij niet luisterde en heeft verdachte de keel van [slachtoffer 2] dichtgeknepen. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich met deze handelingen ten aanzien van [slachtoffer 2] schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 ten laste gelegde mishandeling. De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij ten aanzien van het onder gedachtestreepje vier opgenomen over de grond sleuren/trekken, omdat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat hiervan sprake is geweest als het gaat om [slachtoffer 2] .
De onder feit 5 ten laste gelegde bedreiging door het dichtknijpen van de keel wordt tevens – gelet op de aard van de ten laste gelegde gedraging, namelijk het dichtknijpen van de keel, in de gegeven omstandigheden – wettig en overtuigend bewezen geacht. Ten aanzien van de ten laste gelegde woordelijke bedreigingen is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.
[slachtoffer 4]
Uit de voorgaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat verdachte zijn echtgenote [slachtoffer 4] heeft mishandeld door haar aan haar haren te trekken, haar te trappen in haar buik, haar te slaan in haar gezicht, op haar hoofd, armen en nek en door haar keel dicht te knijpen. Daarmee acht de rechtbank het onder feit 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het geven van de kopstoot zoals opgenomen onder feit 3, gedachtestreepje vier oordeelt de rechtbank als volgt. [getuige] heeft verklaard dat zij 8 of 9 jaar oud was toen zij zag dat verdachte [slachtoffer 4] een kopstoot gaf. [getuige] was ten tijde van haar verklaring 22 jaar oud. Dit betekent dat het incident van de kopstoot waarover zij heeft verklaard tenminste 13 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Gelet op de verjaringstermijn van gekwalificeerde mishandeling, concludeert de rechtbank dat het geven van de kopstoot is verjaard, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging.
De rechtbank acht de onder feit 4 primair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling eveneens wettig en overtuigend bewezen, nu uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [slachtoffer 4] aan haar haren de trap heeft afgetrokken en haar meerdere keren hard op haar hoofd heeft geslagen, waarbij er een wond op haar hoofd is ontstaan die is gaan bloeden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte, doordat hij [slachtoffer 4] aan haar haren van de trap af heeft gesleurd en haar hard op haar hoofd – een kwetsbaar onderdeel van het lichaam – heeft geslagen, op zijn minst genomen bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [slachtoffer 4] als gevolg daarvan zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen.
Ten aanzien van de onder feit 5 ten laste gelegde bedreigingen is de rechtbank – gelet op de aard van de ten laste gelegde gedragingen, namelijk het dichtknijpen van de keel en het gooien van de stoel in de gegeven omstandigheden waarbij hij [slachtoffer 1] zojuist had mishandeld – van oordeel dat deze gedragingen een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling opleveren. De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 5 ten aanzien van [slachtoffer 4] tenlastegelegde. Ten aanzien van de ten laste gelegde woordelijke bedreigingen is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is, zodat verdachte daarvan wordt vrijgesproken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 3, feit 4 primair en feit 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats] (telkens) zijn (stief)kind(eren), [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] heeft mishandeld door
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] tegen haar/zijn hoofd en/of lichaam te stompen en/of te slaan en/of te schoppen en/of bij de keel te grijpen en/of vast te houden en/of die keel kortstondig dicht te knijpen en
/of
-die [slachtoffer 1] over zijn, verdachtes benen te leggen en vervolgens hard op/tegen haar stuitje te slaan en
/of
-die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] tegen
hunwil in een grote hap sambal te laten eten (veroorzakend een hevig onlust opwekkende gewaarwording in of aan het lichaam) en
/of
-die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] hardhandig beet te pakken en
over de grondmee te sleuren
/trekkenen
/of
- die [slachtoffer 1]
(op 4 december 2023
)hard tegen haar
(linker
)oog te slaan
en/of te stompenen
/ofhardhandig op/
tegen/over een bank te
gooien/duwen;
3.
hij op verschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats]
(telkens
)opzettelijk mishandelend zijn echtgenot
e/partner, althans een persoon, te weten [slachtoffer 4] ,
-tegen haar hoofd en
/oflichaam heeft
gestompt en/ofgeslagen en
/ofgetrapt en/of geschopt en
/of
-hardhandig bij haar hoofdharen heeft beetgepakt en
/ofvervolgens hard aan die haren heeft getrokken en
/of
-bij haar keel heeft beetgepakt en
/ofdie keel heeft dichtgeknepen
/dichtgedrukten
/of
-hardhandig bij haar nek heeft beetgepakt
en/of een kopstoot/kopstoten heeft gegeven, waardoor deze [slachtoffer 4] letsel heeft bekomen en
/ofpijn heeft ondervonden;
4.
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2009 tot en met 1 januari 2013 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 4] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 4] aan haar hoofdharen de trap af heeft getrokken/gesleurd en/of vervolgens haar meerdere malen hard tegen haar hoofd heeft
gestompt en/ofgeslagen
en/of geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op verschillende tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2010 tot en met 4 december 2023 te [plaats] (telkens) [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die
genoemde persoon/personen dreigend de woorden toe te voegen:
'Ik steek je lek' of 'pas maar op, anders val je op andere messen' en/of :
"ik maak jullie dood indien je met de politie praat, ik maak jullie af, je gaat de kerst niet halen" , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] bij de keel te grijpen/vasthouden en/of
en/of (op 4 december 2023
)dreigend een stoel in zijn, verdachtes opgeheven handen in de richting van die [slachtoffer 4] heeft gehouden en
/ofvervolgens die stoel
door
de woonkamerheeft gegooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind en een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, meermalen gepleegd;
feit 3:
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn echtgenote, meermalen gepleegd;
feit 4, primair:
poging tot zware mishandeling;
feit 5:
Bedreiging met zware mishandeling en met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd in het reclasseringsrapport van 5 november 2024, met uitzondering van het geformuleerde contact- en locatieverbod, met dien verstande dat ten aanzien van het contactverbod wordt bepaald dat er alleen contact mag plaatsvinden zolang dit door Veilig Thuis en/of de reclassering nodig wordt geacht en dat het locatieverbod voor [plaats] duurt zolang het contactverbod geldt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Ten tijde van de ten laste gelegde feiten dronk verdachte alcohol, dit is een negatieve katalysator geweest bij de ten laste gelegde feiten. Inmiddels is hij abstinent. Verdachte heeft spijt van hetgeen hij heeft gedaan. Hij heeft lange tijd in voorlopige hechtenis verbleven, waarvan een geruime tijd in beperkingen. Dit is verdachte zwaar gevallen. Daarnaast is er geen sprake van recidive. Verder is verzocht rekening te houden met zijn persoonlijke omstandigheden waaronder concreet zicht op een betaalde baan.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich gedurende een zeer lange periode schuldig gemaakt aan huiselijk geweld tegen zowel zijn partner [slachtoffer 4] , als zijn (stief)kinderen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . In deze periode heeft hij hen meermalen stevig mishandeld. Daarnaast heeft verdachte hen bedreigd. . Verdachtes opvatting over hoe kinderen op te voeden, onder meer met zogenoemde corrigerende tikken, komt niet overeen met hoe over het algemeen een veilig opvoedklimaat wordt omschreven. De gewelddadige manier waarop verdachte omging met zijn echtgenote maakt dat niet van een evenwichtig en gelijkwaardige relatie sprake was. Verdachte heeft met zijn handelen een zeer angstige en onveilige situatie in het gezin gecreëerd. De kinderen hebben vanaf jonge leeftijd veelvuldig agressie en geweld vanuit verdachte meegemaakt. Dit alles speelde zich af in hun eigen huis, een plek waar zij zich veilig zouden moeten kunnen voelen. Geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring, die ook nog eens regelmatig onder invloed van alcohol was, is – naar de ervaring leert – veelal de oorzaak van langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij de directe slachtoffers. Dat het handelen van verdachte veel impact heeft gehad blijkt ook uit de door [slachtoffer 1] ter zitting afgelegde slachtofferverklaring. Ter zitting heeft verdachte maar beperkt verantwoordelijkheid willen nemen voor zijn handelen. Door te handelen zoals bewezen verklaard heeft verdachte zijn partner en de kinderen een traumatische ervaring bezorgd.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte van 14 oktober 2024. Hieruit volgt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Verdachte staat sinds 19 januari 2024 onder toezicht van de reclassering in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis. Uit het reclasseringsadvies van 5 november 2024 van Reclassering Nederland blijkt dat verdachte zich aan de afspraken behorende bij het reclasseringstoezicht houdt. Daarnaast staat hij onder behandeling van forensische polikliniek Kairos. Het algemene risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld. Het gewicht hierbij ligt vooral bij het psychosociaal functioneren, het alcoholgebruik en de gezinsdynamiek. Verdachte kan moeilijk omgaan met emotionele situaties. Hij heeft emoties opgekropt, hetgeen volgens de reclassering onder invloed van alcoholgebruik heeft geleid tot fysieke en verbale agressie. Daarnaast ontbreekt het verdachte aan vaardigheden om op een adequate wijze zijn vader- en partnerrol in te vullen. De ouders van verdachte worden door de reclassering gezien als een beschermende factor. Bij een bewezenverklaring adviseert de reclassering om aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank net als de officier van justitie een deels voorwaardelijke straf als waarschuwing voor de toekomst passend en geboden. De rechtbank legt aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op, te weten van 9 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd in het reclasseringsadvies van 5 november 2024. Ten aanzien van het contact- en locatieverbod wordt opgenomen dat hiervan enkel kan worden afgeweken met toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis.
De rechtbank legt naast de gevangenisstraf aan verdachte een taakstraf op van 120 uren. De rechtbank wijkt met deze straf af van de eis van de officier van justitie. De reden daarvoor is dat de rechtbank vindt dat er nog wel een deel onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet volgen gelet op de ernst van de feiten, maar dat dit deel overzienbaar moet zijn voor zowel verdachte als voor zijn potentiële werkgever, zodat het de voortgang van zijn verdere leven en het hulpverleningstraject niet zodanig belemmert dat hij geen hernieuwde start kan maken. De rechtbank heeft met deze straf dus enerzijds rekening gehouden met de ernst van de feiten en het maatschappelijk belang. Anderzijds heeft de rechtbank ervoor gekozen om de onvoorwaardelijke gevangenisstraf beperkt te houden, om daarmee het huidige hulpverleningstraject zo min mogelijk te doorkruisen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 285, 300, 302 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 2 primair en subsidiair ten laste gelegde feit;
 verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de strafvervolging ten aanzien van het vierde gedachtestreepje onder feit 3 ten aanzien van de kopstoot;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- veroordeelde zich blijft melden bij Reclassering Nederland, op het adres: Stieltjesstraat 1 in Nijmegen. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- veroordeelde meewerkt aan diagnostisch onderzoek en zich laat behandelen door forensisch psychiatrische polikliniek Kairos en/of IrisZorg, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- veroordeelde geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met mevrouw [slachtoffer 4] (geboren op [geboortedatum 2] -10981), mevrouw [getuige] (geboren op [geboortedatum 3] -2001), mevrouw [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 4] -2003), de heer [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 5] -2008) en mevrouw [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 5] -2008). Van dit verbod kan enkel met nadrukkelijke en schriftelijke toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis worden afgeweken;
- veroordeelde bevindt zich niet in [plaats] (met uitzondering van de A15). Van dit verbod kan enkel met nadrukkelijke en schriftelijke toestemming van de reclassering en/of Veilig Thuis worden afgeweken;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op een
taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Snijders (voorzitter), mr. J.M. Breimer en mr. H.M. Stratenus, rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems en mr. T. Boshuizen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 november 2024.
mr. Snijders is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ON5R023090 (onderzoek Deule), gesloten op 23 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p. 30-32.
3.Letselrapport FMEK GGD IJsselland, p. 54-59.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 74-77.
5.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 81-84.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 64-66.
7.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 70.
8.Proces-verbaal van aangifte, p. 64-66.
9.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 71
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 64-66.
11.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 71
12.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 86-88.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 19.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 94-96.
15.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 168-169.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 175-192.
17.Verklaring van verdachte ter terechtzitting, d.d. 15 november 2024.