3.1.Het beroep is gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Het UWV heeft de Wajong-uitkering over 2021 definitief vastgesteld en berekend dat het totale voorschot dat eiseres in 2021 heeft ontvangen € 2.971,56 bruto hoger is dan de uitkering waarop eiseres in 2021 recht heeft. Eiseres moet de te veel ontvangen uitkering terugbetalen. Daarom wordt het bedrag van € 2.971,56 teruggevorderd. Eiseres komt niet in aanmerking voor het garantiebedrag, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarde dat zij in de maanden december 2020 en januari 2021 inkomsten had naast haar Wajong-uitkering. Eiseres had over het hele jaar 2020 geen inkomsten als zelfstandige of andere inkomsten, aldus het UWV.
Uit de gegevens van de Belastingdienst blijkt immers dat eiseres in 2020 een negatief bedrijfsresultaat heeft gehad, zodat niet wordt voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een garantiebedrag. Dat eiseres wel heeft gewerkt en investeringen heeft gedaan in het bedrijf waardoor het bedrijfsresultaat negatief is, maakt dit volgens het UWV niet anders.
Het UWV wijst erop dat de terugvordering tot een lager bedrag beperkt was gebleven indien eiseres zelf had doorgegeven dat zij in 2021 inkomen ging ontvangen.
Volgens het UWV slaagt het beroep van eiseres op het vertrouwensbeginsel niet omdat door het UWV op geen enkel moment een toezegging is gedaan en eiseres is geïnformeerd dat het inkomen over 2020 van belang was om in aanmerking te komen voor een garantiebedrag. Eiseres heeft in september 2021 aangifte gedaan bij de Belastingdienst en toen de investeringen opgevoerd. Op dat moment had zij de keuze kunnen maken om deze investeringen niet op te voeren.
Evenmin is er sprake van een kennelijk onredelijk resultaat als bedoeld in artikel 4:1, elfde lid, van het Algemeen Inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB), omdat de situatie van eiseres niet dusdanig bijzonder is dat van de wet- en regelgeving afgeweken zou moeten worden, aldus het UWV.
De berekening van het teruggevorderde bedrag is volgens het UWV juist, het voorschot is bruto betaald zodat ook de afgedragen loonheffing terecht wordt teruggevorderd. Het UWV ziet geen dringende reden om van terugvordering af te zien, maar eiseres hoeft voorlopig niets aan het UWV terug te betalen omdat haar inkomen lager is dan de beslagvrije voet, aldus het UWV.
5. Volgens eiseres zou het UWV moeten inzien dat zij ook in 2020 inkomen heeft genoten op grond van het volgende.
Eiseres heeft in december 2020 omzet gegenereerd en ook in de overige maanden van 2020.
In 2020 heeft eiseres kleine investeringen gedaan en advies gevraagd hoe zij het bedrijf beter in de markt kon zetten. Het gaat om een bedrag van in totaal € 2.582,-.
Als eiseres zou hebben geweten dat het opvoeren van het bedrag van € 2.582,- in haar belastingaangifte tot gevolg zou hebben dat zij geen recht zou hebben op het garantiebedrag, dan had zij deze investeringen niet gedaan, en was het bedrijfsresultaat positief geweest.
Volgens eiseres is de vraag aan de orde wat in dit verband onder inkomen moet worden verstaan. Zoals uit de stukken blijkt, heeft eiseres omzet gegenereerd en werkzaamheden verricht. Het UWV is gevraagd om het inkomensbegrip over het jaar 2020 op grond van artikel 4:1, elfde lid, van het AIB, anders uit te leggen dan het inkomensbegrip op grond van artikel 3:2, eerste en tweede lid, van het AIB. Het doel van de overgangsregeling is niet de verrekening van inkomen, zoals bij het AIB het geval is. Om die reden zou artikel 3:2, tweede lid van het AIB buiten toepassing moeten worden gelaten, waardoor (via negatief inkomen) wel een garantiebedrag voor eiseres wordt vastgesteld.
Eiseres heeft in 2020 wel gewerkt, maar loopt de aanspraak op het garantiebedrag mis. Dat heeft niet alleen financiële gevolgen voor 2021, maar ook voor de jaren die volgen. Als zij goed en tijdig was geïnformeerd, dan had zij haar boekhouder gevraagd de aftrekposten anders op te nemen, waardoor er voor 2020 wel een positief resultaat was geweest.
Vanwege een boekhoudkundige beslissing dreigt eiseres nu de aanspraak op het garantiebedrag mis te lopen. Mocht artikel 4:1, elfde lid, van het AIB geen oplossing kunnen bieden, dan stelt eiseres zich op het standpunt dat het besluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.
Volgens eiseres is het doel van het Besluit garantiebedrag Wajong om werkende Wajongers als eiseres te ondersteunen, door te voorkomen dat zij in inkomen achteruitgaan vanwege de aanpassing in de verrekening van inkomsten. Door een boekhoudkundige werkelijkheid, waardoor bij toeval door corona en extra afschrijvingen over 2020 geen winst is behaald, terwijl het bedrijf in de voorgaande jaren vaak wel winst behaalde, dreigt eiseres nu het garantiebedrag mis te lopen.
6. Aan de definitieve vaststelling van de Wajong-uitkering over het jaar 2021 en de daaruit voortvloeiende terugvordering ligt ten grondslag dat eiseres volgens het UWV niet in aanmerking komt voor het garantiebedrag. Daarom zal de rechtbank eerst beoordelen of het UWV zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet in aanmerking komt voor het garantiebedrag.