ECLI:NL:RBGEL:2024:8421

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
443632
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruimingsvonnis in kort geding tegen krakers van onroerende zaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 november 2024 een vonnis gewezen in een kort geding tussen twee eisende partijen, te weten de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres sub 1] en de vennootschap onder firma [eiseres sub 2]. De eisende partijen, vertegenwoordigd door advocaten mr. R.H.C. Burgers en mr. A.E. Klomp, vorderden de ontruiming van een perceel dat zij in eigendom hebben, waar krakers zonder toestemming verblijven. De eisers hebben het perceel op 1 juli 2024 verworven en zijn voornemens om sociale huurwoningen te ontwikkelen op deze locatie. De krakers zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling van de zaak op 27 november 2024, waardoor verstek is verleend.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres sub 1] toewijsbaar zijn, omdat er sprake is van een onrechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht. De vorderingen tegen de VOF zijn echter afgewezen, omdat deze geen eigenaar is van het perceel en geen andere rechten kan aantonen. De voorzieningenrechter heeft de krakers hoofdelijk veroordeeld om het perceel binnen vijf dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, met een dwangsom van € 2.000,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 100.000,00. Daarnaast zijn de krakers veroordeeld in de proceskosten van [eiseres sub 1], die zijn begroot op € 2.085,34, inclusief wettelijke rente.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisers het vonnis direct kunnen laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in een eventuele hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen, wat betekent dat de overige verzoeken van de eisers niet zijn toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/443632 / KG ZA 24-383
Vonnis in kort geding van 29 november 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.
[eiseres sub 1],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
2.
VENNOOTSCHAP ONDER FIRMA [eiseres sub 2],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. R.H.C. Burgers en mr. A.E. Klomp te Nijmegen,
tegen
[gedaagde] ,
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de krakers,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 11;
- de aanvullende producties 12 en 13 van [eisers] ;
- de mondelinge behandeling van 27 november 2024 waarop verstek is verleend tegen de krakers.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Kern van de zaak

2.1.
[eiseres sub 1] ( [eiseres sub 1] ) is sinds 1 juli 2024 eigenaar van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres 1] , kadastraal bekend als [perceel 1] (hierna: het perceel). Op het perceel staat, onder andere, een vervallen boerderij. [eiseres sub 1] is voornemens om meerdere (sociale huur)woningen te ontwikkelen op het perceel en wil daarom de boerderij op het perceel slopen. De ontwikkeling van dit project zal feitelijk worden uitgevoerd door Vennootschap onder firma [eiseres sub 2] (hierna: de VOF). [eiseres sub 1] is vennoot van de VOF. Na levering van het perceel hebben [eisers] geconstateerd dat de krakers het perceel zonder toestemming in gebruik hebben genomen. Daardoor kunnen zij niet beginnen met de sloop van de boerderij en de ontwikkeling van de (sociale huur)woningen.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen, samengevat, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de krakers hoofdelijk te veroordelen om het perceel binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, met al diegene die en al datgene dat zich daarop vanwege de krakers bevindt, volledig en behoorlijk te ontruimen en ontruimd te houden (met uitzondering van de eigendommen van [eisers] die zich op het perceel bevinden) en ter vrije en algehele beschikking van [eisers] te stellen, onder afgifte van de sleutels die toegang tot het pand verschaffen, op straffe van een dwangsom en zulks met machtiging aan [eisers] bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van de krakers;
II. te bepalen dat dit vonnis binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van één jaar ook ten uitvoer gelegd zal kunnen worden tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging op het perceel bevindt, telkens wanneer zich dat voordoet;
III. een zodanige voorziening te treffen als de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren en die in het belang is van [eisers] ;
IV. de krakers hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. de krakers hoofdelijk te veroordelen in de nakosten te vermeerderen met de wettelijke over de nakosten van de vijftiende dag na betekening van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang bij de vorderingen van [eisers] is gegeven, gelet op de aard van de vorderingen.
4.2.
Ten aanzien van de VOF worden de vorderingen afgewezen. De vorderingen zien op de ontruiming van het perceel en zijn gegrond op het beëindigen van een onrechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht. Uitsluitend de eigenaar van het perceel is bevoegd haar zaak op die grond op te eisen. De VOF is geen eigenaar van het perceel en heeft verder ook niet gesteld dat zij op een andere manier wel recht zou hebben om over het perceel te beschikken. Derhalve ontbreekt een grondslag om de vorderingen ten opzichte van de VOF toe te wijzen.
4.3.
De vorderingen ten aanzien van [eiseres sub 1] komen de voorzieningenrechter niet ongegrond of onrechtmatig over, zodat deze zullen worden toegewezen, behoudens hetgeen hierna onder 4.4. en 4.5. is overwogen. De krakers moeten het perceel ontruimen. Daarbij acht de voorzieningenrechter het onverenigbaar met het belang dat [eiseres sub 1] bij de vorderingen heeft om inlichtingen als bedoeld in artikel 557a lid 2 Rv in te winnen.
4.4.
De onder I. gevorderde machtiging om zo nodig dit vonnis zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie wordt afgewezen. Op grond van de artikelen 556, lid 1, en 557 Rv is de deurwaarder zonder rechterlijke tussenkomst bevoegd zo nodig de hulp van de sterke arm van politie in te roepen, waarbij de kosten van de ontruiming ingevolge het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders voor rekening van de krakers komen.
4.5.
Ten aanzien van de vordering onder III. geldt dat met de bevoegdheid om een andere maatregel te treffen dan is gevorderd, behoedzaam moet worden omgegaan. De voorzieningenrechter ziet in de gegeven omstandigheden, zonder nadere toelichting en/of concretisering die ontbreekt, onvoldoende aanleiding een andere maatregel te treffen binnen het kader van de rechten en belangen waarin [eisers] vragen te worden beschermd zoals dat blijkt uit het gevorderde, de stellingen die daartoe betrokken zijn en uit het verhandelde ter zitting. De vordering wordt dan ook afgewezen.
4.6.
De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsom toewijzen als hierna bepaald en gemaximeerd.
4.7.
De krakers zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten van [eiseres sub 1] (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,34
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.085,34
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
4.9.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de krakers hoofdelijk om het perceel binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis, met al diegene die en al datgene dat zich daarop vanwege de krakers bevindt, volledig en behoorlijk te ontruimen en ontruimd te houden (met uitzondering van de eigendommen van [eisers] die zich op het perceel bevinden) en ter vrije en algehele beschikking van [eiseres sub 1] te stellen, onder afgifte van de sleutels die toegang tot het pand verschaffen,
5.2.
veroordeelt de krakers hoofdelijk om aan [eiseres sub 1] een dwangsom te betalen van € 2.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt de krakers hoofdelijk in de proceskosten van € 2.085,34, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de krakers niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt de krakers hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2024.