In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 29 november 2024 een vonnis gewezen in een kort geding tussen twee eisende partijen, te weten de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres sub 1] en de vennootschap onder firma [eiseres sub 2]. De eisende partijen, vertegenwoordigd door advocaten mr. R.H.C. Burgers en mr. A.E. Klomp, vorderden de ontruiming van een perceel dat zij in eigendom hebben, waar krakers zonder toestemming verblijven. De eisers hebben het perceel op 1 juli 2024 verworven en zijn voornemens om sociale huurwoningen te ontwikkelen op deze locatie. De krakers zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling van de zaak op 27 november 2024, waardoor verstek is verleend.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres sub 1] toewijsbaar zijn, omdat er sprake is van een onrechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht. De vorderingen tegen de VOF zijn echter afgewezen, omdat deze geen eigenaar is van het perceel en geen andere rechten kan aantonen. De voorzieningenrechter heeft de krakers hoofdelijk veroordeeld om het perceel binnen vijf dagen na betekening van het vonnis te ontruimen, met een dwangsom van € 2.000,00 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 100.000,00. Daarnaast zijn de krakers veroordeeld in de proceskosten van [eiseres sub 1], die zijn begroot op € 2.085,34, inclusief wettelijke rente.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eisers het vonnis direct kunnen laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in een eventuele hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft het meer of anders gevorderde afgewezen, wat betekent dat de overige verzoeken van de eisers niet zijn toegewezen.