Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
1.De procedure
- het e-mailbericht van 8 november 2024 van verzoekster met daarin het wrakingsverzoek;
- het e-mailbericht van 11 november 2024 van de rechter met daarin een reactie op het wrakingsverzoek.
Rechtbank Gelderland
Op 21 november 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een mondelinge uitspraak van de behandelend rechter, mr. D.S.M. Bak, op 4 november 2024, waarin een machtigingsverzoek tot uithuisplaatsing van een minderjarige werd behandeld. Verzoekster was als belanghebbende uitgenodigd voor de zitting, maar is niet verschenen. In haar wrakingsverzoek, dat op 8 november 2024 per e-mail werd ingediend, stelde verzoekster dat de zitting niet gegrond was, verwijzend naar een eerdere uitspraak in hoger beroep van 13 februari 2024.
De rechtbank oordeelde dat de wet geen mogelijkheid biedt om een rechter te wraken nadat deze in de hoofdzaak een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien mr. D.S.M. Bak op 4 november 2024 al had beslist, was het wrakingsverzoek van verzoekster tardief. De rechtbank concludeerde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar verzoek tot wraking, en er was geen reden om het verzoek verder te behandelen op een zitting. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.