ECLI:NL:RBGEL:2024:8218

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 november 2024
Publicatiedatum
25 november 2024
Zaaknummer
C/05/439007 / FA RK 24-2456
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring huwelijk wegens ontbreken toestemming kantonrechter voor onder curatele gestelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 november 2024 uitspraak gedaan over de nietigverklaring van het huwelijk tussen [man] en [vrouw]. De curator, aangesteld voor [man] die onder curatele staat, heeft verzocht om de nietigverklaring van het huwelijk, omdat de vereiste toestemming van de kantonrechter ontbrak. De rechtbank heeft vastgesteld dat [man] op 13 maart 2024 in het huwelijk is getreden met [vrouw] zonder de benodigde toestemming te vragen. De curator heeft het verzoek tot nietigverklaring tijdig ingediend, namelijk op 19 juli 2024, nadat zij op 14 mei 2024 op de hoogte was gesteld van het huwelijk.

De rechtbank heeft de argumenten van [man] verworpen, die stelde dat de curator niet-ontvankelijk moest worden verklaard omdat het verzoek te laat zou zijn ingediend. De rechtbank oordeelde dat de curator het rechtsvermoeden dat zij op 13 maart 2024 bekend was met het huwelijk, heeft kunnen weerleggen. Tevens heeft de rechtbank geoordeeld dat de curator op juiste gronden heeft verzocht om de nietigverklaring, aangezien toestemming van de kantonrechter vereist was op basis van artikel 1:38 BW.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het huwelijk nietig is, omdat [man] en [vrouw] opzettelijk hebben verzwegen dat [man] onder curatele stond. Dit was niet alleen in strijd met de waarheid, maar ook met de belangen van [man]. De nietigverklaring heeft terugwerkende kracht tot het moment van de huwelijksvoltrekking, zoals bepaald in artikel 1:77 BW. De beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, (kinder)rechter, en is openbaar uitgesproken op 25 november 2024.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/439007 / FA RK 24-2456
Datum uitspraak: 25 november 2024
beschikking nietigverklaring huwelijk
naar aanleiding van het verzoek van
[naam curator](nader te noemen: de curator),
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. S.M. Wolfert in Leek, gemeente Westerkwartier,
over
[naam man](nader te noemen: [man] ),
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. K.J.M. Slangen in Arnhem.
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[naam vrouw](nader te noemen: [vrouw] ),
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 19 juli 2024;
- het verweerschrift, ingekomen bij de griffie op 22 oktober 2024;
- het F9-formulier van 22 oktober 2024 van mr. Wolfert met productie 7 en 8.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 28 oktober 2024 zijn gehoord:
- de curator, bijgestaan door mr. Wolfert;
- [man] , bijgestaan door mr. Slangen;
- [vrouw] .

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank, locatie Zutphen, van 15 juli 2021 is [man] onder curatele gesteld. De zus van [man] is aangesteld als curator.
2.2.
Bij beschikking van deze rechtbank, locatie Zutphen, van 24 januari 2024 heeft de kantonrechter het verzoek van [man] om zijn nieuwe partner [vrouw] te benoemen als curator, afgewezen. [man] heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
2.3.
Op 21 februari 2024 hebben [man] en [vrouw] een melding voorgenomen huwelijk gedaan, waarbij [man] niet op het formulier heeft aangekruist dat er sprake was van curatele. Vervolgens is [man] op 13 maart 2024 in het huwelijk getreden met [vrouw] . Dit is de curator op 14 mei 2024 bekend geworden.

3.Het verzoek

3.1.
De curator verzoekt de rechtbank om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, het huwelijk tussen [naam man] en [naam vrouw] nietig te verklaren, nu de vereiste toestemming van de curator ontbreekt.

4.Het verweer

4.1.
[man] stelt zich primair op het standpunt dat de curator niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat het verzoek tot nietigverklaring niet binnen de gestelde termijn is ingediend. Subsidiair stelt hij dat de curator haar verzoek op onjuiste gronden heeft gebaseerd. Zij baseert de nietigverklaring van het huwelijk op het ontbreken van toestemming van de curator, maar dat is geen vereiste voor het aangaan van het huwelijk. Indien de rechtbank niet mee gaat in deze verweren, verzoekt [man] de rechtbank om de zaak aan te houden zodat er alsnog toestemming kan worden verkregen van de kantonrechter voor de huwelijksvoltrekking.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van artikel 1:378 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan iemand onder curatele gesteld worden wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand of gewoonte van drank- of drugsmisbruik. Uit de beschikking van 15 juli 2021 en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [man] onder curatele is gesteld in verband met zijn lichamelijke of geestelijke toestand. Uit artikel 1:38 BW volgt dat hij die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, geen huwelijk mag aangaan zonder toestemming van de kantonrechter.
5.2.
Vast staat dat [man] geen toestemming heeft verzocht c.q. gekregen van de kantonrechter. Dit betekent dat de curator bevoegd is om de nietigverklaring van het huwelijk te verzoeken (artikel 1:75 lid 1 BW). Echter, [man] stelt zich op het standpunt dat de curator dit verzoek te laat heeft ingediend. Blijkens het eerste lid van artikel 1:75 BW moet het verzoek binnen drie maanden nadat de verzoeker bekend is geworden met de huwelijksvoltrekking zijn ingediend. Uit artikel 1:75 lid 2 BW volgt dat hij die bevoegd is de nietigverklaring te verzoeken, wordt vermoed met het huwelijk bekend te zijn geworden, wanneer het hier te lande is voltrokken. [man] doet een beroep op dit rechtsvermoeden en meent dat de curator aldus op 13 maart 2024 bekend is geworden met het huwelijk, waardoor het verzoek vóór 13 juni 2024 had moeten worden ingediend. De rechtbank gaat hier niet in mee. Lid 2 van voornoemd artikel gaat uit van een weerlegbaar vermoeden. De rechtbank is van oordeel dat de curator het rechtsvermoeden heeft kunnen weerleggen. De curator heeft onbetwist gesteld dat zij op 14 mei 2024 via de gemeente bekend is geworden met het huwelijk. Eerder had zij ook niet van het huwelijk kunnen weten. [man] en [vrouw] hebben ter zitting bovendien desgevraagd bevestigd dat zij het huwelijk bewust voor haar hebben verzwegen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het verzoek tijdig door de curator is ingediend, nu het verzoek binnen drie maanden nadat zij bekend is geworden met het huwelijk, te weten 14 mei 2024, is ingediend, namelijk op 19 juli 2024.
5.3.
Voorts stelt [man] zich op het standpunt dat de curator de nietigheid op een onjuiste grondslag heeft gebaseerd. De curator beroept zich namelijk op artikel 1:37 BW en heeft gesteld dat [man] toestemming aan haar had moeten vragen om het huwelijk te kunnen aangaan. Dit is onjuist, aangezien toestemming van de curator alleen vereist is indien iemand onder curatele is gesteld in verband met drank- of drugsmisbruik. Daarvan is in deze situatie geen sprake. Echter, wel staat vast dat er toestemming nodig is van de kantonrechter op grond van artikel 1:38 BW en dat deze niet is verkregen. Op basis daarvan kan de curator een verzoek doen om het huwelijk nietig te laten verklaren. Onder ambtshalve aanvulling van deze rechtsgrond zal de rechtbank het verzoek beoordelen.
5.4.
Vast staat dat de benodigde toestemming van de kantonrechter voor het aangaan van het huwelijk heeft ontbroken en de rechtbank heeft hierboven geoordeeld dat de curator tijdig de nietigheid daarvan heeft verzocht. Vervolgens is het aan de rechtbank om te beoordelen of zij het huwelijk nietig zal verklaren. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [man] willens en wetens in strijd met de waarheid bij de burgerlijke stand heeft verzwegen dat hij onder curatele stond. [vrouw] wist dit ook en heeft ook gezwegen. Zij hebben er zelfs bewust voor gekozen om in een andere gemeente dan waar zij wonen in het huwelijk te treden, om te voorkomen dat de gemeente bekend zou zijn met het feit dat [man] onder curatele staat. De rechtbank vindt dat deze handelswijze onaanvaardbaar. [man] wist dat de curator het niet eens was met zijn plannen, omdat deze volgens haar niet in zijn belang zijn en hij de gevolgen daarvan onvoldoende overziet. In dat kader wordt opgemerkt dat het het vijfde huwelijk van [man] betreft en dat hij, doordat hij en [vrouw] ook direct zijn gaan samenwonen, zijn uitkering is kwijtgeraakt. Bij deze stand van zaken ziet de rechtbank geen aanleiding om de zaak aan te houden, zodat de kantonrechter alsnog om toestemming kan worden verzocht. De rechtbank zal het huwelijk tussen [man] en [vrouw] daarom nietig verklaren. De nietigverklaring werkt vanaf het moment dat de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan en werkt terug tot het tijdstip van de huwelijksvoltrekking (1:77 BW).

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
verklaart dat het op 13 maart 2024 gesloten huwelijk tussen
[naam man]en
[naam vrouw]nietig is op grond van de omstandigheid dat toestemming hiervoor van de kantonrechter heeft ontbroken.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. E.L.E. van Gisteren als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2024.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.