In deze zaak verzoekt de moeder om beëindiging van het gezamenlijk gezag met de vader over hun minderjarige kinderen, omdat de vader al het contact met hen heeft stopgezet. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 november 2024 is de vader niet verschenen en heeft hij geen verweer gevoerd. De rechtbank oordeelt dat het nog te vroeg is om het verzoek van de moeder toe te wijzen, maar doet een beroep op de vader om na te denken over zijn rol in het leven van de kinderen. De rechtbank wijst op de noodzaak van een goede gezagsuitoefening en het belang van contact tussen de vader en de kinderen. De vader heeft aangegeven geen contact meer te willen en dat hij de kinderen de kans wil geven om na hun achttiende verjaardag contact met hem op te nemen. De rechtbank houdt de beslissing aan tot 17 december 2024, zodat de vader de gelegenheid krijgt om te reageren en zijn rol te heroverwegen. De moeder wordt ook in de gelegenheid gesteld om haar standpunt te verduidelijken.