Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 10 oktober 2024
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van Liander.
2.De feiten
Onvoldoende transportcapaciteit
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vorderde [eiseres] in kort geding dat Liander N.V. verplicht werd om voor een bepaalde datum drie grootverbruik aansluitingen en een nieuw Algemeen Voedings Punt (AVP) te realiseren ten behoeve van een nieuwbouwproject. De rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, behandelde de zaak op 19 november 2024. De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat [eiseres] onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat Liander de gevraagde aansluitingen kon leveren zonder dat er een nieuw AVP was gerealiseerd. De rechtbank stelde vast dat er nog geen definitieve locatie voor het AVP was en dat Liander niet kon worden verweten dat zij niet eerder een locatie had voorgesteld. De voorzieningenrechter benadrukte dat Liander als netbeheerder verantwoordelijk is voor de netintegriteit en dat het niet aan de voorzieningenrechter is om een afweging te maken tussen de belangen van verschillende bedrijven die op de wachtlijst staan voor aansluiting op het net. De subsidiaire vordering van [eiseres] om een alternatieve voorziening te realiseren werd eveneens afgewezen, omdat dit niet tot de taken van Liander behoort. [eiseres] werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen.