Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
op of omstreeks28 juli 2024 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, op het moment dat die [slachtoffer 1] verdachte passeerde, hij verdachte, plotseling en
/ofzonder enige aanleiding, van achteren een arm om de nek/hals van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en
/ofmet kracht, die [slachtoffer 1] in een wurggreep en/of nekklem heeft gehouden en
/of(vervolgens) met een mes (multitool) die [slachtoffer 1] in de keel/hals heeft gesneden/gestoken,
althans een snijdende beweging langs en/of een stekende beweging in de keel/hals van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
zolangde reclassering het nodig acht, aan de geadviseerde voorwaarden te houden en niet enkel
indiende reclassering het nodig acht. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar passend en geboden. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals geadviseerd door de reclassering, met inachtneming van hetgeen zij hiervoor heeft overwogen.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De beoordeling van het beslag
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- veroordeelt verdachte tot een
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
- beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 3.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 3.000,00 aan schadevergoeding. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;