Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2022 tot en met 9 juni 2022 te Bennekom, gemeente Ede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerandere
n,
althans alleen, met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en
/of
het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van
een of meercontante geldbedragen (telkens € 500,-- in een enveloppe)(in totaal enkele duizenden euro's), immers heeft
/hebben
en/of zijn mededader(s)zich uitgegeven voor
een medewerker(s) en/ofde zoon
([naam 1]
)van [bedrijf] uit Arnhem (dat voegwerkzaamheden aan de woning van die [slachtoffer] heeft uitgevoerd) en
/of
/of
/of
/of
/of
verdachte en/ofzijn mededader
(s)zich heeft
/hebbenuitgegeven voor
(een
)medewerker
(s)van Nationale Nederlanden, te weten ene [naam 3] en
/of
(als die [slachtoffer] vraagt om enig bewijs van de betalingen uit het noodfonds en
/ofde betalingen aan zoon ( [naam 1] ) van [bedrijf] uit Arnhem
)gezegd/medegedeeld aan die [slachtoffer] door verdachte (' [naam 1] ') en/of zijn mededader (' [naam 3] ') dat dit na de werkzaamheden zou komen en
/of
verdachte (' [naam 1] ') en/ofzijn mededader (' [naam 3] ') dat ' [naam 1] ' op 9 juni 2022 voor het laatst geld zou komen halen en
/ofdat dit iets met de BTW te maken had, waardoor die [slachtoffer] is bewogen tot de hierboven omschreven afgifte
(n
);
of omstreeks9 juni 2022 te Bennekom, gemeente Ede,
althans in Nederland, in/uit een woning, te weten de [adres 2]
(alwaar verdachte zich door middel van oplichting en/of een babbeltruc bevond)een portemonnee met inhoud (te weten een rijbewijs en
/ofeen creditcard en
/of (een
)bankpas
(sen)van
de [bank 1] en/ofde [bank 2] en
/ofongeveer € 130,- en
/ofeen gouden trouwring (met daarin gegraveerd '6-3-'57'),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer] (geboren [geboortedag 2] 1935),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft
of omstreeks9 juni 2022 te Oosterbeek, gemeente Renkum,
althans in Nederland
of meerandere
n,
althans alleen,een hoeveelheid geld (te weten € 350),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer] (geboren [geboortedag 2] 1935
), in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich
de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/ofdat
/dieweg te nemen goed
/goederenonder
zijn/haar/hun bereik
/ofde
(daarbij behorende
)pincode welke doormiddel van oplichting is verkregen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
De materiële schadevergoeding:
contante betalingen.Deze schadepost dient, zoals de officier van justitie heeft betoogd, te worden gematigd tot € 1.500,00.
9.De beoordeling van het beslag
10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05/158269-20)
11.De toegepaste wettelijke bepalingen
12.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 4 (vier) maanden;
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 2.820,55 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 2.820,55 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 38 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
een taakstraf gedurende 200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 (drie) maanden.