Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 januari 2023;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie van 1 maart 2023;
- het vonnis van 15 maart 2023 van de kantonrechter;
- de akte uitlating van 29 maart 2023 namens [gedaagde] ;
- het vonnis van 12 april 2023 van de kantonrechter;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling van 7 november 2023 mede inhoudende de pleitnotitie van de advocaat van [gedaagde] .
1 maart 2023 heeft (de gemachtigde van) [gedaagde] een conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie ingediend. Bij vonnis van 15 maart 2023 heeft de kantonrechter bevolen dat de vordering in conventie onder 2 dient te worden voortgezet volgens de regels van de verzoekschriftprocedure. Bij vonnis van 12 april 2023 heeft de kantonrechter de procedure ten aanzien van de overige vorderingen in conventie (te weten de vorderingen
- onderhavige procedure waarin de vorderingen van [eiser] in conventie onder 1 en 3 tot en met 6 en de vorderingen van [gedaagde] in reconventie worden behandeld. En;
- een procedure, bekend onder zaaknummer 10449027 \ EZ VERZ 23-194, bij de afdeling erfrecht verzoekschriftprocedures. In deze procedure worden de vordering van [eiser] in conventie onder 2 en de door haar ingestelde verzoeken bij verzoekschrift behandeld.
2.De feiten in conventie en reconventie
(…)
Ik legateer aan mijn partner mevrouw [gedaagde] – (…), hierna verder te noemen: mijn partner, hetvruchtgebruikvan:
Het vruchtgebruik wordt na aanvaarding van het legaat van het vruchtgebruik door mijn partner, hierna ver ook te noemen: de vruchtgebruiker, geacht te zijn ingegaan op de dag van mijn overlijden en eindigt:
(…);
Het vruchtgebruik moet binnen vijftien maanden na mijn overlijden worden gevestigd, bij notariële akte.
(…)
De vruchtgebruiker moet binnen vijftien maanden na mijn overlijden bij notariële of onderhandse akte een beschrijving maken van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen. De vruchtgebruiker is verplicht jaarlijkse aan de hoofdgerechtigden een nauwkeurige opgave te doen van de zaken die niet meer aanwezig zijn, van de zaken die daarvoor in de plaats zijn gekomen en van de voordelen die de zaken hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn.
(…)
De vruchtgebruiker dient ten aanzien van het aan het vruchtgebruik onderworpen registergoed en het beheer daarvan de zorg van een “goed gebruiker” in acht te nemen.
3.Het geschil
in conventie
€ 450,00 voor opgelopen schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
1 januari 2023 tot aan de dag van voldoening;
11 april 2022 niet rechtsgeldig is;
11 april 2022 doorhaalt in het boedelregister;
4.De beoordeling
ontvankelijkheid in conventie en reconventie
“Erven [betrokkene 1] ”.Eén factuur vermeldt
“betreft aangifte erfbelasting ed 2020”en de andere vermeldt
“Betreft aangifte inkomstenbelasting ed 2019 en 2020”[eiser] heeft zich ten aanzien van deze vordering op het standpunt gesteld dat [gedaagde] geld uit de nalatenschap wenst te onttrekken voor zichzelf. [eiser] heeft haar standpunt niet nader onderbouwd noch de overgelegde facturen betwist