Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert eiser, [eiser], schadevergoeding van gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], naar aanleiding van een geschil over de levering van een woning in Turkije. De woning was verkocht aan [eiser] door [gedaagden] in 2021, met een afgesproken leveringsdatum van 15 mei 2023. Echter, de levering vond niet plaats omdat de woning op agrarische grond ligt, wat volgens [eiser] betekende dat deze niet kon worden overgedragen aan een niet-Turks ingezetene. [eiser] stelde voor dat de woning aan zijn Turkse advocaat zou worden overgedragen, maar [gedaagden] weigerde hieraan mee te werken en heeft de koopsom teruggestort aan [eiser]. [eiser] vorderde vervolgens een schadevergoeding van € 350.000,00, het verschil tussen de waarde van de woning en de koopprijs, en stelde dat [gedaagden] tekortgeschoten was in de nakoming van de koopovereenkomst.
De rechtbank oordeelt dat [eiser] niet in gebreke heeft gesteld en dat [gedaagden] niet in verzuim is geraakt. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen, omdat hij geen aanspraak kan maken op schadevergoeding. De proceskosten worden toegewezen aan [gedaagden].