Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 maart 2023 tot en met 3 juni 2024 te Doetinchem en/of Duiven en/of Kampen, althans in Nederland,(telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een ander of anderen, te weten [naam 1] (Colombiaanse nationaliteit) en/of [naam 2] (Colombiaanse nationaliteit), uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf of hem/hen (uit winstbejag) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s): die [naam 1] en/of [naam 2]
- in een voertuig vervoerd, en/of
- van en naar een werkplek vervoerd, en/of
- (contant) uitbetaald voor werkzaamheden, en/of
- onderdak verschaft en/of voedsel gegeven, en/of
- een werkplek verschaft
terwijl hij, verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 maart 2023 tot en met 3 juni 2024 te Doetinchem en/of Duiven, en/of Kampen, althans in Nederland,(telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, een ander of anderen, te weten [naam 1] (Colombiaanse nationaliteit) en/of [naam 2] (Colombiaanse nationaliteit), die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling, arbeid (bouwwerkzaamheden) te doen verrichten in Doetinchem en/of elders in Nederland,
terwijl hij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en), althans ernstige reden had(den) om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in Nederland wederrechtelijk was, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s): die [naam 1] en/of [naam 2]
- in een voertuig vervoerd, en/of
- van en naar een werkplek vervoerd, en/of
- (contant) uitbetaald voor werkzaamheden, en/of
- onderdak verschaft en/of voedsel gegeven, en/of
- werkplek verschaft
terwijl verdachte wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk was.
3.De bewezenverklaring
hij op
één ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van
27 maart1 oktober2023 tot en met 3 juni 2024 te Doetinchem en
/ofDuiven en
/ofKampen, althans in Nederland,
(telkens
)tezamen en in vereniging met één
of meerander
en,
een ander of anderen, te weten[naam 1] (Colombiaanse nationaliteit) en
/of[naam 2] (Colombiaanse nationaliteit),
uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf of
hem/hen (uit winstbejag) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s): die [naam 1] en
/of[naam 2]
- in een voertuig vervoerd, en
/of- van en naar een werkplek vervoerd, en
/of- (contant) uitbetaald voor werkzaamheden, en
/of- onderdak verschaft
en/of voedsel gegeven,en
/of- een werkplek verschaft
terwijl hij, verdachte
wist ofernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;
hij op
één ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van
27 maart1 oktober2023 tot en met 3 juni 2024 te Doetinchem en
/ofDuiven en
/ofKampen,
althans in Nederland,
(telkens
)tezamen en in vereniging met één
of meerander
en,
een ander of anderen, te weten[naam 1] (Colombiaanse nationaliteit) en
/of[naam 2] (Colombiaanse nationaliteit), die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland hadden verschaft, krachtens overeenkomst
of aanstelling, arbeid (bouwwerkzaamheden) te doen verrichten in Doetinchem
en/of elders in Nederland,
terwijl hij, verdachte, en
/of haarzijnmededader
(s)wist
(en), althans ernstige reden had(den) om te vermoeden, dat de toegang of dat verblijf in
Nederland wederrechtelijk was, immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s): die [naam 1] en
/of[naam 2]
- in een voertuig vervoerd, en
/of- van en naar een werkplek vervoerd, en
/of-
(contant
)uitbetaald voor werkzaamheden, en
/of- onderdak verschaft
en/of voedsel gegeven,en
/of- werkplek verschaft
terwijl verdachte
wist ofernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
De hier voorgestelde wijzigingen van artikel 197a hebben daardoor tot gevolg dat de artikelen 197b en 197c voortaan als een geprivilegieerd delict moeten worden beschouwd ten opzichte van artikel 197a.”
geprivilegieerd delict’ moeten worden beschouwd ten opzichte van artikel 197a) zag destijds dus zowel op het behulpzaam zijn bij illegale binnenkomst als op het behulpzaam zijn bij illegaal verblijf. In het vervolg van het parlementaire debat is geen afstand genomen van deze opmerking van de minister zodat dit kan gelden als bedoeling van de wetgever. En daar gaat het in wezen om bij de systematische of juridische specialis.
geprivilegieerd delict”. Dat wil letterlijk zeggen dat de artikelen 197b en 197c Sr een lager strafmaximum hebben. Als zodanig is dat echter juridisch niet relevant. In zoverre kan worden ingestemd met de opmerking in vele andere rechterlijke uitspraken waarin de specialis-verhouding werd afgewezen: “Een geprivilegieerd delict is niet hetzelfde als een bijzondere strafbepaling in de zin van artikel 55, tweede lid, Sr”. Op zichzelf is dat juist.
systematische specialismet een lager strafmaximum en in zoverre
geprivilegieerd, dus een ‘
geprivilegieerd systematische specialis’. Als deze zin aldus wordt begrepen, past dat ook in het systeem van de wettelijke regelingen en systematiek van de wet.
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
in beginselniet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter, gezien zijn (beperkte) rol in het geheel, een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, die er toe dient verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een werkstraf op. Alles afwegend acht de rechtbank een werkstraf voor de duur van 160 uren subsidiair 80 dagen hechtenis en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen, waarvan 146 dagen voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht passend. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke gedeelte een proeftijd van 2 jaren verbinden.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
feit 1bewezenverklaarde niet strafbaar en
ontslaat verdachte voor dit feit van alle rechtsvervolging;
gevangenisstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) dagen;
146 dagen (honderd zesenveertig), niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 160 (honderdzestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;