In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. De eiseres vorderde een straat- en contactverbod tegen de gedaagde, na een reeks van incidenten en bedreigingen die plaatsvonden na de beëindiging van hun relatie. De partijen hadden van augustus 2022 tot september 2024 een affectieve relatie, waaruit een kind is geboren. De eiseres heeft meerdere keren aangifte gedaan van bedreiging en mishandeling door de gedaagde, die eerder is veroordeeld voor een incident van geweld tegen de eiseres. De eiseres vorderde onder andere dat de gedaagde zich niet in de buurt van haar woning en in bepaalde gebieden mocht bevinden, en dat hij geen contact met haar mocht opnemen, behalve in verband met hun kind.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aanleiding is voor een straatverbod, gezien de eerdere incidenten en de bedreigingen die door de gedaagde zijn geuit. Het verbod geldt voor de duur van één jaar en is verbonden aan een dwangsom van € 250,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00. Het contactverbod is echter afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening was dat de partijen in staat moeten zijn om op een normale manier te communiceren, vooral in het belang van hun kind. De rechter heeft ook overwogen dat de eiseres zelf ook contact zocht met de gedaagde, wat de noodzaak van een contactverbod ondermijnt. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Dit vonnis benadrukt de noodzaak van bescherming tegen bedreigingen en geweld, maar ook het belang van communicatie tussen ouders in het belang van hun kinderen.