ECLI:NL:RBGEL:2024:7917
Rechtbank Gelderland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en verzet tegen ontbinding huurovereenkomst met aanhouding van beslissing
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 oktober 2024 een vonnis in verzet uitgesproken. De opposant, die oorspronkelijk gedaagde was, heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 3 juli 2024. De opposant, vertegenwoordigd door mr. J.J. Douwes, heeft zich tegen de vorderingen van de Stichting Woonstede verzet, die de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde eiste. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzet tijdig en op de juiste wijze is ingesteld, en dat er sprake is van verschillende tekortkomingen van de opposant in zijn verplichtingen als huurder. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de tekortkomingen, hoewel aanwezig, niet zodanig zijn dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De belangenafweging tussen de belangen van Woonstede en de opposant, die te maken heeft met psychische problemen, heeft geleid tot de beslissing om de ontbinding en ontruiming pro forma aan te houden voor de duur van zes maanden. De kantonrechter heeft wel de betaling van een bedrag van € 1.391,95 aan Woonstede toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De zaak zal opnieuw worden besproken op 16 april 2025, waarbij partijen de mogelijkheid hebben om de situatie te evalueren en verdere stappen te ondernemen.