ECLI:NL:RBGEL:2024:7913
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Geschil over geldlening en bewijsvoering in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is er een geschil ontstaan tussen eiser en gedaagde over een vermeende geldlening. Eiser vordert betaling van een bedrag van € 3.689,25 en een restantbedrag van € 10.500,00, dat volgens hem door gedaagde verschuldigd is op basis van een geldleningsovereenkomst van € 15.000,00 die in 2020 zou zijn gesloten. Gedaagde betwist echter de geldlening en stelt dat er een andere overeenkomst is gesloten met betrekking tot een fiets die hij aan eiser heeft verkocht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft eiser niet voldoende bewijs kunnen leveren voor zijn vordering, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser niet heeft voldaan aan zijn stelplicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overgelegde stukken, waaronder WhatsApp-berichten, niet voldoende bewijs bieden voor de gestelde geldleningsovereenkomst. Eiser is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 947,00. De kantonrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente indien niet tijdig betaald.